Neder-Silezië (provincie)
Van Wikipedia
Vlag | Wapen |
---|---|
![]() |
![]() |
Kaart | |
Hoofdstad | Breslau |
Bestaan | 1919-1938/1941-1945 |
Oppervlakte | 26.616 km² |
Inwoners | 3.132.135 (1925) 3.204.004 (1933) |
Ontstaan uit | Silezië |
Opgegaan in | Polen |
Kenteken | I K |
Regierungsbezirke | |
Neder-Silezië was een provincie van Pruisen die bestond van 1919 tot 1938 en van 1941 tot 1945.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De provincie ontstond in 1919 door opsplitsing van de provincie Silezië in Neder- en Opper-Silezië. De Regierungsbezirke Breslau en Liegnitz vormden hierbij Neder-Silezië, dat Duitstalig (95%) en overwegend protestants (68%) was.
Opper- en Neder-Silezië werden in 1938 weer verenigd tot Silezië, maar in 1941 wederom opgesplitst. Na de Tweede Wereldoorlog werd de provincie, die ten oosten van de Oder-Neissegrens lag, grotendeels aan Polen toegekend. De Duitstalige bevolking was reeds in de oorlog naar het westen gevlucht of werd nu verdreven. Neder-Silezië werd als provincie opgeheven en herbevolkt met Polen.
Sinds 1999 is er in in Polen het woiwodschap Neder-Silezië dat deels met de Pruisische provincie overeenkomt.
[bewerk] Bestuurlijke indeling (1945)
Neder-Silezië was verdeeld in de Regierungsbezirke Breslau en Liegnitz, die weer waren onderverdeeld in districten en stadsdistricten. Gegeven is hieronder de toenmalige officiële naam met tussen haakjes de huidige officiële naam.
[bewerk] Regierungsbezirk Breslau
Stadsdistricten (Stadtkreise)
Districten (Landkreise)
- Breslau (Wrocław)
- Brieg (Brzeg)
- Frankenstein i. Schles. (Ząbkowice Śląskie)
- Glatz (Kłodzko)
- Groß Wartenberg (Syców)
- Guhrau (Góra)
- Habelschwerdt (Bystrzyca Kłodzka)
- Militsch (Milicz)
- Namslau (Namysłów)
- Neumarkt (Środa Śląska)
- Oels (Oleśnica)
- Ohlau (Oława)
- Reichenbach (Eulengebirge) (Dzierżoniów)
- Schweidnitz (Świdnica)
- Strehlen (Strzelin)
- Trebnitz (Trzebnica)
- Waldenburg (Schles) (Walbrzych)
- Wohlau (Wołów)
[bewerk] Regierungsbezirk Liegnitz
Stadsdistricten (Stadtkreise)
Districten (Landkreise)
- Bunzlau (Bolesławiec)
- Fraustadt (Wschowa)
- Freystadt i. Niederschles. (Kożuchów)
- Glogau (Głogów)
- Görlitz (Zgorzelec)
- Goldberg (Zlotoryja)
- Grünberg (Zielona Góra)
- Hirschberg i. Rsgb. (Jelenia Góra)
- Hoyerswerda
- Jauer (Jawor)
- Landeshut i. Schles. (Kamienna Góra)
- Lauban (Lubań)
- Liegnitz (Legnica)
- Löwenberg i. Schles. (Lwówek Śląski)
- Lüben (Lubin)
- Rothenburg (Ob. Laus.)
- Sprottau (Szprotawa)
[bewerk] Eerste presidenten (Oberpräsidenten)
- 1919-1920: Felix Philipp (SPD)
- 1920-1928: Hermann Zimmer (SPD)
- 1928-1932: Hermann Lüdemann (SPD)
- 1932-1933: Friedrich von Degenfeld-Schonburg (DNVP)
- 1933-1934: Helmuth Brückner (NSDAP)
- 1934-1938: Josef Wagner (NSDAP)
- 1938-1941: deel van de provincie Silezië
- 1941-1945: Karl Hanke (NSDAP)
{{{afb_links}}} | Provincies van Pruisen 1815-1947 | ![]() |
{{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
1815: Brandenburg - Groothertogdom Beneden-Rijn - Gulik-Kleef-Berg - Oost-Pruisen - Pommeren - Posen - Saksen - Silezië - Westfalen - West-Pruisen - 1822: Rijnprovincie - 1829: Pruisen - 1850: Hohenzollernsche Lande - 1867: Hannover - Hessen-Nassau - Sleeswijk-Holstein - 1878: Oost-Pruisen - West-Pruisen - 1919: Neder-Silezië - Opper-Silezië - 1920: Berlijn - 1922: Grensmark Posen-West-Pruisen - 1944: Halle-Merseburg - Keur-Hessen - Magdeburg - Nassau - 1945: Saksen-Anhalt |