Brandenburg (provincie)
Van Wikipedia
Vlag | Wapen |
---|---|
![]() |
![]() |
Kaart | |
Hoofdstad | Potsdam (1815-1827 / 1843-1918) Berlijn (1827-1843) Berlijn-Charlottenburg (1918-1945) |
Bestaan | 1815-1946 |
Oppervlakte | 39.837,8 km² |
Inwoners | 2.863.229 (1871) 3.108.554 (1900) 3.007.937 (1939) |
Ontstaan uit | Mark Brandenburg, Neumark, Niederlausitz |
Opgegaan in | Brandenburg |
Kenteken | I E |
Regierungsbezirke | |
Brandenburg, sinds 21 maart 1939 Mark Brandenburg, was een provincie van Pruisen die bestond van 1815 tot 1946.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De provincie ontstond toen na het Congres van Wenen Pruisen in 1815 in provincies werd ingedeeld. Ze omvatte de Mark Brandenburg inclusief de Neumark oostelijk van de Oder, maar zonder de Altmark westelijk van de Elbe die aan de provincie Saksen was toebedeeld, en verder de Niederlausitz.
De stad Berlijn werd in 1920 van Brandenburg afgescheiden en kreeg zelf soortgelijke rechten als een provincie. Toen in 1938 de provincie Grensmark Posen-West-Pruisen werd opgeheven, werden de districten Schwerin (Warthe), Meseritz en een deel van Bomst bij Brandenburg gevoegd, terwijl het zelf Friedeberg Nm. en Arnswalde aan de provincie Pommeren afstond.
Het oosten van Brandenburg kwam na de Tweede Wereldoorlog aan Polen. De rest vormde sinds 1946 de deelstaat Brandenburg binnen de Sovjet-bezettingszone en daarna in de Duitse Democratische Republiek. Sinds 1990 is Brandenburg een deelstaat van de Bondsrepubliek Duitsland.
[bewerk] Bestuurlijke indeling (1946)
[bewerk] Regierungsbezirk Frankfurt
Stadsdistricten (Stadtkreise)
- Cottbus (sinds 1886)
- Forst (Lausitz) (sinds 1897)
- Frankfurt an der Oder (sinds 1826)
- Guben (sinds 1884)
- Landsberg (Warthe) (sinds 1892)
Districten (Landkreise)
- Calau
- Cottbus
- Crossen (Oder)
- Guben
- Königsberg Nm.
- Landsberg (Warthe)
- Lebus
- Luckau (Nd. Laus.)
- Lübben (Spreewald)
- Meseritz
- Oststernberg
- Schwerin (Warthe)
- Soldin
- Sorau (Lausitz)
- Spremberg (Lausitz)
- Weststernberg
- Züllichau-Schwiebus
[bewerk] Regierungsbezirk Potsdam
Stadsdistricten (Stadtkreise)
- Lichtenberg (1908-1920; daarna stadsdeel van Groß-Berlin; sinds 1912 met voorvoegsel Berlijn-)
- Schöneberg (1899-1920; daarna stadsdeel van Groß-Berlin; sinds 1912 met voorvoegsel Berlijn-)
- Wilmersdorf (1907-1920; daarna stadsdeel van Groß-Berlin; sinds 1912 met voorvoegsel Berlijn-)
- Brandenburg (Havel) (sinds 1881)
- Charlottenburg (1877-1920; daarna stadsdeel van Groß-Berlin)
- Eberswalde (sinds 1911)
- Neukölln (1899-1920; daarna stadsdeel van Groß-Berlin)
- Potsdam (sinds 1809)
- Rathenow (sinds 1925)
- Spandau (1886-1920; daarna stadsdeel van Groß-Berlin)
- Wittenberge (sinds 1922)
Districten (Landkreise)
- Angermünde
- Beeskow-Storkow
- Jüterbog-Luckenwalde
- Niederbarnim
- Oberbarnim
- Osthavelland
- Ostprignitz
- Prenzlau
- Ruppin
- Teltow
- Templin
- Westhavelland
- Westprignitz
- Zauch-Belzig
[bewerk] Eerste presidenten (Oberpräsidenten)
- 1815-1824: Georg Christian Friedrich von Heydebreck (1765-1828)
- 1824-1842: Friedrich Magnus von Bassewitz (1773-1858)
- 1842-1848: August Friedrich Wilhelm Werner von Meding (1792-1871)
- 1848-1849: Erasmus Robert von Patow (1804-1890)
- 1849-1850: August Herrmann Klemens von Wolff von Metternich (1803-1872)
- 1850-1862: Eduard Heinrich von Flottwell (1786-1865)
- 1862: Werner Ludolf Erdmann von Selchow (1806-1884)
- 1862-1879: Gustav Wilhelm von Jagow (1813-1879)
- 1879-1899: Heinrich Karl Julius von Achenbach (Freikonservative Partei) (1829-1899)
- 1899-1905: Theobald von Bethmann Hollweg (1856-1921)
- 1905-1909: August Clemens Bodo Paul Wilhelm von Trott zu Solz (1855-1938)
- 1909-1910: Friedrich Wilhelm von Loebell (Deutschkonservative Partei) (1855-1931)
- 1910-1914: Alfred Anton Robert von Conrad (1852-1914)
- 1914-1917: Rudolf Wilhelm von der Schulenburg (1860-1930)
- 1917-1919: Friedrich Wilhelm von Loebell (Deutschkonservative Partei) (1855-1931)
- 1919-1933: Dr. Adolf Meier (DDP)
- 1933-1936: Wilhelm Paul Richard Kube (NSDAP) (1887-1943)
- 1936-1945: Emil Stürtz (NSDAP) (1892-1945)
{{{afb_links}}} | Provincies van Pruisen 1815-1947 | ![]() |
{{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
1815: Brandenburg - Groothertogdom Beneden-Rijn - Gulik-Kleef-Berg - Oost-Pruisen - Pommeren - Posen - Saksen - Silezië - Westfalen - West-Pruisen - 1822: Rijnprovincie - 1829: Pruisen - 1850: Hohenzollernsche Lande - 1867: Hannover - Hessen-Nassau - Sleeswijk-Holstein - 1878: Oost-Pruisen - West-Pruisen - 1919: Neder-Silezië - Opper-Silezië - 1920: Berlijn - 1922: Grensmark Posen-West-Pruisen - 1944: Halle-Merseburg - Keur-Hessen - Magdeburg - Nassau - 1945: Saksen-Anhalt |