Opuntia ficus-indica
Van Wikipedia
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Opuntia ficus-indica |
Opuntia ficus-indica is de bekendste vijgcactus. Hij vormt ovale, tot 50 cm lange en 20 cm brede schijven. De plant is een uitgebreid vertakte, tot 5 meter hoge, cactus. De schijven bezitten wratvormende kussentjes met veel, fijne, stekende borstels (glochiden) met 1 -2 kleine doornen, die bij aanraking kunnen afbreken en in de huid terechtkomen. In de huid kunnen de doornen ontstekingreacties veroorzaken. De cultuurrassen zijn vaak doornloos. Aan jonge spruiten zitten snel afvallende tot 3 mm lange bladeren. De tweeslachtige bloemen zitten meestal talrijk aan de bovenrand van eindstandige schijven. Het vruchtbeginsel zit in een gedrongen, eivormige bloeischeut waar de 7 - 10 cm brede kroon van vele bloembladen op staat.
De vrucht (cactusvijg) is een eivormige of ovale, 5 - 10 cm lange en tot 6 cm brede bes, die in een ronde, verzonken navel eindigt. De vrucht is zowel van binnen als van buiten groenig-geel of oranje- tot wijnrood. De dunne schil is glad en bezet met glochiden en stekels. De vruchten kunnen worden gehalveerd en worden uitgelepeld. Het sappige vruchtvlees is zacht-vlezig en bevat vele circa 5 mm grote zaden. De zaden kunnen met het vruchtvlees worden opgegeten.
Niet alleen zijn de vruchten eetbaar, de succulente schijven kunnen na het verwijderen van de dorens als groente worden gekookt en gegeten. De plant wordt vaak als haag gebruikt. De cochenille-schildluis (Dactylopius coccus) parasiteert op deze plant. Dit insect levert een rode kleurstof voor de cosmetica-industrie.
Opuntia ficus-indica is inheems in Mexico en kan wereldwijd in vorstvrije, droge gebieden aangetroffen worden.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Opuntia ficus-indica op Wikimedia Commons. |