Pentatlon (oudheid)
Van Wikipedia
De pentatlon of vijfkamp is een atletiekonderdeel dat stamt uit de klassieke oudheid. Het werd geïntroduceerd in 708 v. Chr. en bestond uit de volgende onderdelen:
- speerwerpen
- verspringen
- hardlopen
- worstelen
- discuswerpen
De vijfkamp (als tegengesteld van de moderne zevenkamp) was een atletiekonderdeel in de Olympische Spelen en ander Panhelleense Spelen van het Oude Griekenland.
De naam komt van het riekse woord voor "vijf wedstrijen". De vijf onderdelen waren stadion (een korte voet race), worstelen, verspringen, speerwerpen en discuswerpen dat elk aparte wedstrijden waren. Worstelen werd beoefend in een zandbak, op de Olympische Spelen, buiten de tempel van Zeus, terwijl de andere onderdelen gewoon in het stadion gehouden werden. Vijfkampers waren de atleten die de meeste vaardigheden hadden en hun training maakte vaak deel uit van een militaire dienst, waar die vijf onderdelen konden gebruikt worden in een strijd.
De winnaar van het stadion werd beschouwd als de kampioen van de spelen. En was vaak de enige naam die onthield werd met zekere spelen, zeker in de vroegste periodes. Als dezelfde man het verspringen, dicuswerpen en speerwerpen won, dan was er geen nood meer dat men nog de andere onderdelen zou doen (worstelen en andere satdion onderdelen). Worstelen en discuswerpen hadden dezelfde essentiële regels zoals hun moderdne versies (althans de actuele techniek die wordt gebruikt bij de atleten is een beetje verschillend), maar de andere hebben toch wel wat verschillend. De speerwerper gebruikt een lederen riem, dat amentum wordt genoemd, zodat de atleet ondersteuning heeft in de rug. Het stadion was een sprint van ongeveer 200 yards (180m), langer dan de 100m sprint, maar korter dan alle andere ancient loopnummers.
Het verspringen is misschien wel de meest ongewone, vergeleken met de moderne versie. Een verspringer gebruikte gewichten (halters) en zijn sprong beston waarschijnlijk uit 5 aparte sprongen, meer zoals het moderne hink-stap-springen.
Deelnemers van het speerwerpen en discuswerpen waren verplicht om 5 worpen te doen en enkel hun verste worp zou tellen. Het is mogelijk dat men in het verspringen ook 5 pogingen had.
In de klassieke spelen was het traditioneel voor al deze onderdelen om ze naakt uit te voeren.
Zie ook: