Porositeit
Van Wikipedia
Porositeit of poreusheid is de aanwezigheid van kleine openingen (poriën) in een materiaal. Men herkent er het woord "porie" (kleine opening) in. Porositeit heeft in het algemeen tot gevolg dat het materiaal langzaam vocht doorlaat. Ook opzuigen of omhoogzuigen van vocht door capillaire werking is mogelijk.
Voorbeelden van poreuze materialen zijn:
- baksteen
- ongeglazuurd aardewerk
- sponzen
- gesteenten als kalksteen en zandsteen
- de schaal van het ei van kippen.
Ook bestaan er poreuze pleisters, poreuze kunststoffen, en poreus gesinterd metaal.
Voor isolatie van een gebouw is een poreus materiaal gewenst, door de warmtehoudende eigenschap van de grote hoeveelheid lucht in het materiaal.
[bewerk] Porositeit in de geologie
In de geologie duidt men met de term porositeit de doorlaatbaarheid en de bindingscapaciteit van de bodem aan (het verweerde moedergesteente waarin vegetatie kan groeien).
Met bodemstructuur bedoelt men niet de verschillende lagen of horizons in de bodem, maar de bodemdelen of aggregaten zelf, zoals bijvoorbeeld klei, leem, löss, zand, etcetera.
De bodemtextuur geeft de grootte van de partikels weer, bijvoorbeeld: grind bestaat uit grotere delen dan zand. Zand bestaat weer uit grotere delen dan klei.
Een bodem met een goede porositeit is luchtig en niet te nat. Een overvloed aan vocht in de grond beïnvloedt de porositeit nadelig. De poriën lopen namelijk vol en beletten een goede verluchting, de mineralen lossen op en kunnen uitspoelen. Ook zware machines kunnen een ondergrond vastrijden en de porositeit nadelig beïnvloeden. Een goede drainage en duurzame bodembewerking met een rijk bodemleven zorgen voor een ideale kruimelige bodem die goed verlucht, het water vlot draineert en een vestigingsplek is voor microörganismen. De porositeit is er ideaal.