Prozaprijs van de gemeente Amsterdam
Van Wikipedia
De Prozaprijs van de gemeente Amsterdam is een jaarlijkse prijs voor een roman of novelle.
De prijs werd ingesteld in 1946 en in 1972 voortgezet als de Multatuliprijs.
[bewerk] Gelauwerden
- 1971 - H.C. ten Berge voor Een geval van verbeelding
- 1970 - de prijs was door de jury toegedacht aan F. Weinreb (1910) voor Collaboratie en verzet 1940-1945, deel 1: Het land der blinden. De voordracht werd door de gemeenteraad niet aanvaard. De prijs werd niet uitgereikt.
- 1969 - William D. Kuik voor Utrechtse notities
- 1968 - Gerrit Krol voor Het gemilimeterde hoofd
- 1967 - Jan Cremer voor Ik Jan Cremer, Tweede boek
- 1966 - Gerard Kornelis van het Reve voor Op weg naar het einde
- 1965 - Bob den Uyl voor Vogels kijken
- 1964 - Jos Ruting voor Lydia en de zwaan
- 1963 - Gerard Kornelis van het Reve voor Tien vrolijke verhalen
- 1963 - Jan Wolkers voor Serpetina's petticoat
- 1963 - M. Cohen voor Mevrouw de Valdon
- 1962 - Willem G. van Maanen voor De dierenhater
- 1961 - Inez van Dullemen voor De oude man
- 1961 - Anton Koolhaas voor Gekke witte
- 1961 - B. Roest Crollius voor Dagboek van Sara
- 1960 - Simon Vestdijk voor De ziener
- 1959 - Remco Campert voor De jongen met het mes
- 1959 - Vincent Mahieu voor Tjies
- 1958 - niet toegekend
- 1957 - Maurits Dekker voor Op zwart stramien
- 1956 - Anna Blaman voor Op leven en dood
- 1955 - R. Blijstra voor Een schot in de bergen
- 1955 - Inez van Dullemen voor Het verzuim
- 1955 - Marie-Sophie Nathusius voor De partner
- 1954 - J.B. Charles voor Volg het spoor terug
- 1953 - A. Alberts voor Groen
- 1951 - niet toegekend
- 1949 - Anna Blaman voor Eenzaam avontuur
- 1949 - Josef Cohen voor De tocht van de dronken man
- 1948 - Annie Romein-Verschoor voor Vaderland in de verte
- 1947 - Dola de Jong voor En de akker is de wereld
- 1946 - Simon Vestdijk voor Pastorale 1943