Sól
Van Wikipedia
Sól wordt tot de Asinnen gerekend. Deze Zonnegodin uit de Noordse mythologie wordt, net als haar broer de Maangod (Máni), door wolven achtervolgd. Sól reed elke dag op haar strijdwagen getrokken door de twee paarden Arvak and Alsvid. Ze werd achter achtervolgd door de wolf Sköll die haar wilde verslinden. Tijdens een zonsverduistering dacht men dat Sól bijna opgegeten werd door Sköll. Sól zou uiteindelijk verzwolgen worden, maar haar plaats zou dan worden ingenomen door haar dochter. De zon zelf werd Alfrodull genoemd, wat zoveel betekent als "Glorie van de elfen|Elf (mythologie)" of "Alfen". In het Noorse geloof gaf de zon geen licht; dit werd door de manen Alsvid en Arvak gegeven.
De Oudnoordse naam Sól betekent "zon". In de Germaanse mythologie werd in de tweede Merseburgse toverspreuk Sunna (Oudhoogduits voor "zon") vermeld. Daarnaast is ze ook bekend als Sunne. Naar haar is de zondag vernoemd. Haar Angelsaksische naam is Sigel.
Sól is de dochter van de reuzin Mundilfari die getrouwd was met Glaur. Ze was getrouwd met Glenr.
De aarde wordt voor de hitte van de zon beschermd door Swalin die als een schild tussen Sól en de aarde in stond.
In de Edda valt te lezen:
|
|
|
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Bronnen
- Caland, M. 1997. Voorspellen met runen - Het geheime schrift der runen als sleutel tot de toekomst. Uitgeverij Schors, Amsterdam.
- De Vries, J. 1999. Edda, Goden- en heldenliederen uit de Germaanse oudheid. Ankh-Hermes, Deventer.
- Otten, M. 2004. Edda - De liederen uit de Codex Regius en verwante manuscripten, AMBO, Amsterdam.
{{{afb_links}}} | Godheden in de Noord-Europese mythologieën | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Asen - Baldr - Bil - Billing - Bragi - Buri - Eir - Fjorgyn - Forseti - Freya - Freyr - Frigg - Fulla - Gefjun - Gerd - Gná - Heimdallr - Hel - Hermod - Hlín - Hnoss - Hödr - Hœnir - Iðunn - Jörd - Lofn - Loki - Máni - Magni - Modi - Nanna - Nerthus - Njördr - Odin - Ódr - Rig - Rindr - Sága - Sif - Sigyn - Sjöfn - Skaði - Snotra - Sól - Syn - Thór - Týr - Ullr - Váli - Vár - Ve - Vili - Vidar - Vör - Wodan - Wanen |