Second strike
Van Wikipedia
In de nucleaire strategie is de zogenaamde second strike capability, of simpelweg second strike, het gegarandeerd vermogen van een kernmacht om een vijandelijke kernaanval te retaliëren. Dit houdt in, dat wanneer men door een vijandelijke macht met nucleaire wapens wordt aangevallen, men in staat is deze aanvaller alsnog volledig uit te schakelen met eigen nucleaire wapens (veel kernwapens waren gericht op het uitschakelen van vijandelijke kernwapens). In de eerste helft van de Koude Oorlog zorgde dit voor een wedloop tussen vooral de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, want hoe meer kernwapens men bezat, hoe groter de kans op een volledige retaliatie.
Een dergelijk vermogen tot retaliatie is van vitaal belang in het concept van de nucleaire afschrikking. Zonder het vermogen tot retaliatie zou één zijde het risico van een kernoorlog kunnen nemen in de hoop met een massale first strike het nucleaire arsenaal van de ander uit te schakelen, wat de getroffene weerloos zou maken.
Het concept leidde tot de strategie van de Mutually Assured Destruction, afgekort MAD. Dit hield naast het vermogen tot vernietiging van elkaars arsenaal het vermogen tot elkaars totale vernietiging in. Toen in de Koude Oorlog de Sovjets na verloop van tijd een groter nucleair arsenaal bezaten en de kans op mondiale vernietiging in een kernoorlog zeer reëel leek te zijn, stapte de NAVO over op de Flexible Response Strategy.