Seizoen
Van Wikipedia
Een seizoen of jaargetijde is een jaarlijks terugkerende periode van 3 maanden. Het jaar van de aarde (de periode waarin de planeet éénmaal rond de zon draait) is ingedeeld in 4 seizoenen waarin het in een bepaald gebied kouder of warmer is dan in een andere periode.
De aard van een seizoen wordt door een aantal zaken bepaald, waaronder (voornamelijk) de hellingshoek van de aardas ten opzichte van de as van zijn baan rond de zon, de nabijheid van oceanen en het corioliseffect.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier seizoenen: lente, zomer, herfst en winter. Overigens vallen deze seizoenen vooral in de gematigde tot hogere breedten samen met duidelijk te onderscheiden klimatologische periodes. In de tropen is het altijd zomer, of blijken de seizoenen op een heel andere wijze. In het oude Egypte onderscheidde men bijvoorbeeld maar drie seizoenen, en in Indonesië kent men de droge en natte moesson.
In de astronomie begint een seizoen op het moment dat de zon op de keerkring of evenaar komt. Dat gebeurt op een nauwkeurig gedefinieerd tijdstip, bijvoorbeeld op 21 juni om 13 uur 43. Het tijdstip verschilt van jaar tot jaar. In schrikkeljaren valt het begin van een seizoen veelal een dag eerder.
[bewerk] Meteorologische seizoensrekening
In de meteorologie wordt met administratieve seizoenen gewerkt die men laat beginnen op de eerste dag van maart, juni, september en december. Men spreekt in dat geval van de meteorologische lente, zomer, herfst en winter.
[bewerk] Andere definities
Het woord seizoen wordt in veel situaties in een andere betekenis gebruikt. Met spreekt dan steeds van seizoen, nooit van jaargetijde.
Spreekt een reisbureau of hotel van het seizoen, dan bedoelt men ongeveer de periode van juni tot september, de tijd waarin de meeste mensen op vakantie gaan. Soms onderscheidt men het zomerseizoen en het winterseizoen. Het laatste is dan omstreeks de jaarwisseling. Deze seizoenen hebben geen vast gedefinieerde begin- en einddatum.
[bewerk] Oneigenlijke seizoenen
Er zijn ook contexten waarin het woord seizoen niets meer te maken heeft met een jaargetijde.
Bij sommige verenigingen duurt een seizoen een heel jaar, van (ongeveer) september tot augustus. Soms ook (ongeveer) van september tot juni, waarbij de tijd van de zomervakantie, waarin er weinig activiteiten zijn, niet tot het seizoen wordt gerekend. Een dergelijk seizoen is dus hetzelfde als een schooljaar.
Ook sommige kerken werken met een seizoen dat ongeveer samen valt met een schooljaar. De meer liturgisch ingestelde gemeenten geven echter de voorkeur aan het kerkelijk jaar, dat ongeveer van begin december (eerste advent) tot eind november duurt.
Bij de planning van een voetbalcompetitie loopt een seizoen van augustus tot en met juni van het volgende jaar. De vakantietijd valt buiten het seizoen.
Bij de programmering van de Nederlandse omroep onderscheidt men een winterseizoen en een zomerseizoen. Het winterseizoen is een schooljaar, ongeveer van september tot juni. Het zomerseizoen bestaat ongeveer uit de maanden juli en augustus. Tijdens het zomerseizoen worden bij voorkeur geen vervolgseries uitgezonden.
Jaargetijden | |||
---|---|---|---|
Winter | Lente | Zomer | Herfst |