Sonny Stitt
Van Wikipedia
Edward (Sonny) Stitt (1924-1982) was een Amerikaanse jazzsaxofonist. Hij kon gerekend worden tot de bebop. Tevens was hij een van de productiefste saxofonisten, hij heeft meer dan honderd albums opgenomen. Van jazzcriticus Dan Morgenstern kreeg hij de bijnaam de Lone Wolf, vanwege zijn volhardende, meedogenloze reizen en zin toewijding aan de jazz.
[bewerk] Leven en Werk
Sonny werd geboren in Boston, Massachusetts op 2 februari 1924. Zijn eerste opnamen dateren uit 1945, met Stan Getz en Dizzy Gillespie. Hij deed eveneens ervaring op met spelen in enkele swingbands, hoewel hij over het algemeen in bebopbands speelde.
Sonny speelde altsaxofoon in Billy Eckstine's Big Band, naast toekomstige beboppioniers als Dexter Gordon en Gene Ammons, van 1945 tot 1949. Vanaf dat moment begon hij met meer regelmaat tenor-saxofoon te spelen. Later speelde hij aanzienlijke tijd met Gene Ammons en Bud Powell.
Toen Stitt tenorsaxofoon speelde, leek het alsof hij zich vrij wilde vechten van sommige kritieken dat hij het jazz-genie Charlie Parker aan het nabootsen was. Toen altsaxofonist Gene Quill werd bekritiseerd vanwege het te vergelijkbaar spelen als Parker door een jazzschrijver, antwoordde hij vinnig: "You try imitating Charlie Parker!" Sonny begon dan ook een meer distinctief geluid op zijn tenor te ontwikkelen. Hij speelde met andere bopmuzikanten als Bud Powell en Eddie "Lockjaw" Davis, een tenorsaxofonist met een onderscheidende ruwe toon , vergelijkbaar met Sonny. Dit deed hij in de jaren 50 en ook naam hij een aantal albums op voor het Prestige Records label, en andere albums voor Argo en Verve & Roost. Van het spel van Stitt wordt gezegd dat het op deze zeldzame albums op zijn hoogtepunt is. Sonny experimenteerde met Afro-Cubaanse jazz in de latere jaren 50, en de resultaten zijn te vinden op zijn opnamen voor Verve en Roost, waarop hij samenwerkte met Thad Jones en Chick Corea voor de Latijns-Amerikaanse versies van klassiekers als Autumn Leaves.
Stitt wilde kortstondig een opname maken met Miles Davis in 1960, op het album Live at Stockholm, met als verdere bezetting Wynton Kelly en Jimmy Cobb. Miles wees Sonny hierin echter af vanwege de drankgewoonte die hij had ontwikkeld, en verving hem door een andere tenorsaxofonist, Hank Mobley. Stitt bewees later in de jaren 60 eer aan een van zijn grote voorbeelden, Charlie Parker, op het album Stitt Plays Bird, waarop Jim Hall op gitaar meewerkte. Sonny wilde zich gaan begeven in de soul jazz en nam daarom het later bejubelde album Soul People met Brooker Ervin op in 1964. Sonny zou ook opnames maken met Duke Ellington en oud-student Paul Gonsalves in de jaren 60.
In de jaren 70 vertraagde Stitt de productie van albums, hoewel niet zo erg, en in 1972 bracht hij opnieuw een klassieker uit, Tune Up, wat zijn beste album was en nog steeds is volgens veel jazz-critici. Zijn vurige en levendige solo-spel doet namelijk behoorlijk sterk denken aan zijn vroegere spel.
Volgens Stitt zelf zakte hij nooit af qua niveau. Hij deed mee aan Giants of Jazz op enkele albums voor het Mercury label, en nam sessies op voor Cobblestone en andere labels. In 1982 werd Stitt getroffen door een hartaanval, en hij liet het leven op 22 juli.
Hoewel zijn spel eerst vrij heavy was, dankzij de inspiratie door Charlie Parker en Lester Young, ontwikkelde Stitt uiteindelijk toch zijn eigen stijl, enigszins beïnvloed door John Coltrane. Sonny was bijzonder effectief met blues en ballad stukken als Skylark.
[bewerk] Externe links
{{{afb_links}}} | Jazz | {{{afb_rechts}}} | ![]() |
---|---|---|---|
Jazzmusici · Jazzband · Jazzalbum · Jazznummer - Jazzstijl · Jazzmuziektheorie |