Steiger (haven)
Van Wikipedia
Een steiger in een haven wordt gebruikt om schepen aan aftemeren. Deze schepen moeten met hun voor- of achterschip afmeren of langzij tegen de steiger liggen. De steiger kan van hout of beton zijn.
Vroeger in het Antwerpse Straatsburgdok lagen de schepen met hun voor- of achtersteven tegen brede en lange steigers, die bijna geheel de noordkaai innam. Halverwege waren palen in de dok geheidt om de schepen met hun achter- of midscheeps, naargelang hun lengte, tegen af te meren. De schepen lagen dan zij aan zij afgemeerd. Het Straatsburgdok was na de oude Graandok, een schuildok voor schepen met wat langere ligdagen. Zodoende waren ze dichtbij Merksem, Luchtbal of aan de Noorderlaan om naar het centrum van Antwerpen te gaan. Nu zijn deze steigers aan het Straatsburgdok verdwenen en zijn ze vervangen door kaaimuren, niettegenstaande de schepen, nu nog op de voormalige manier, moeten afmeren. Dit om plaatsgebrek te vermijden.
Aan de Petroleumdok en Industriedok te Antwerpen, liggen tankschepen enkel en alleen met hun volle scheepslengte tégen de laad- en lossteigers. De tankschepen liggen speciaal alléén, om brandgevaar en overflow op andere tankschepen te vermijden. In de Petroleumhaven of Marshalldok mag alléén tankvaart binnenkomen, mits uitzondering voor baggerwerkzaamheden . Ook aan de PPNZ (Petroleumpier/steiger Noord-Zuid) te Hemiksem, liggen tankschepen appart aan de los- of laadsteiger.
In Rupelmonde b.v. liggen de binnenschepen langzij afgemeerd aan een stenen steiger omdat daar bijna geen vaste kade is en er vlakbij de scheepswerf van Rupelmonde is gelegen, die hun schepen voor of na herstelling van of op de werfhelling moeten laten schuiven, in of uit de rivier de Schelde. Met laag getij is het daar een modder- en sliboever, waar geen schepen kúnnen liggen of afmeren.