Syndroom van Korsakov
Van Wikipedia
Syndroom van Korsakov | |
ICD-10 | F10.6 |
ICD-9 | 291.1, 294.0 |
Het syndroom van Korsakov (ook Korsakoff of Korsakow) is een blijvende geheugenstoornis als gevolg van langdurig overmatig alcoholgebruik in combinatie met vitamine B1-tekort. Het kenmerkt zich door desoriëntatie, vooral in tijd, geheugenstoornissen van met name het korte-termijngeheugen en confabulaties. De ziekte van Korsakov omvat daarnaast nog polyneuritis als deficiëntiesyndroom bij chronisch alcoholisme.
De naam is afkomstig van de Russische arts Sergei Korsakov (1853-1900) die voor het eerst internationaal publiceerde in 1887 met de opvallende symptomen van geheugenstoornis zonder dementie en het verband legde met alcoholmisbruik. Magnus Huss was iemand die al eerder het verband legde in 1852. Korsakov was zo slim om zijn artikel zowel in het Duits als in het Frans te publiceren. Frans was in die tijd een belangrijke taal in de medische wetenschap. Hierdoor is zijn naam voor altijd verbonden aan het ziektebeeld. Het verband met een gebrek aan vitamine B1 (Thiamine) werd pas later ontdekt. Hoewel vitamine B1 o.a. in gist zit, wat weer in bier gebruikt wordt, heeft overdadig biergebruik geen positieve invloed. Bij een matige inname kan bier weliswaar een bijdrage leveren aan de vitamine-behoefte. Anderzijds is het niet zo dat bij overdadig alcoholgebruik een goede reserve aan vitaminen wordt aangelegd. Integendeel, hoe meer bier men drinkt, hoe groter de vitaminebehoefte wordt (vooral de behoefte aan vitamine B1).
Het Wernicke-syndroom is de acute fase die daaraan vaak vooraf gaat. De patiënt is dan totaal in de war en heeft verschillende neurologische aandoeningen. (Lopen en oogbewegingen gestoord, lichamelijk ondervoed en vaak bijna uitgedroogd, (bijna) bewusteloosheid). Het is een acute levensbedreigende situatie waarbij de patiënt gerede kans loopt te overlijden als niet snel wordt ingegrepen; er moet zo snel mogelijk vitamine B1 worden toegediend waarna de verdere lichamelijke conditie op peil moet worden gebracht.
Van de patiënten die het Wernicke-syndroom hebben gehad lijkt ongeveer 60% een syndroom van Korsakov over te houden.
Naast de oorzaak van overmatig alcoholgebruik kan het ook voorkomen ten gevolge van ernstige ondervoeding waardoor dezelfde symptomen ontstaan. (Bijvoorbeeld anorexia, na ernstige somatische ziekten zoals aids en ook bij hongersnood.) Over het algemeen komt deze vorm zelden voor en het syndroom van Korsakov is voornamelijk gerelateerd aan overmatig alcoholgebruik (wat vaak samengaat met een slechte voedingstoestand waardoor vitamine B1-gebrek ontstaat). Als gevolg hiervan treedt er een hersenbeschadiging op die voor de kenmerkende symptomen zorgt. Bijzonder is dat de frequentie van ontstaan ook cultureel bepaald lijkt te zijn. Ondanks dat bijvoorbeeld de Fransen per hoofd van de bevolking gemiddeld meer alcohol consumeren is het ontstaan van het syndroom van Korsakov in vergelijking met Nederland lager. Fransen lijken ondanks veel drinken toch langer een gezond eetpatroon door te zetten in vergelijking met Nederlanders.
De stoornis is dus een hersenbeschadiging met als gevolg ernstige beperkingen met daaruit voortkomende handicaps.
[bewerk] Symptomen
De belangrijkste symptomen zijn:
- Geheugenstoornissen
- Confabulaties (nemen af in de loop van de tijd)
- minder of geen rekening houden met gevoelens van anderen en zelfoverschatting
Naast deze bovengenoemde symptomen kunnen er diverse andere bijkomende symptomen optreden als gevolg van de hersenbeschadiging. Naast de neurologische/psychiatrische symptomen is er veelal door de leefstijl ook vaak bijkomende "schade" door het overmatig alcoholgebruik. (Hart- en vaatziekten, leverfunctiestoornissen, polyneuropathie en verhoogd risico van aandoeningen aan mond/keel/slokdarm). Ook sociaal-maatschappelijk is er vaak een situatie dat men nog maar een klein netwerk heeft door de alcoholproblematiek die over het algemeen al jaren heeft geduurd.
Meest opvallend bij de Korsakovpatiënt zijn de geheugenstoornissen (amnesie), en het soms volledig afwezig zijn van enig ziektebesef (de patiënt vergeet ook dat hij/zij 'vergeet'.)
Amnesie valt uiteen in twee vormen: anterograde amnesie, het niet kunnen onthouden van nieuwe informatie, en retrograde amnesie, het verlies van informatie van voor het ontstaan van de hersenbeschadiging. Bij retrograde amnesie is dus informatie verloren gegaan die ooit wel aanwezig was. Retrograde amnesie neemt in de loop van de tijd over het algemeen af, dit in tegenstelling tot anterograde amnesie.
Over het algemeen is de ernst van een patiënt met Korsakov vaak af te meten aan de ernst van de retrograde amnesie. Hoe meer informatie in de tijd verloren is gegaan van voor het ontstaan van het syndroom van Korsakov hoe ernstiger de beperkingen en handicaps over het algemeen zijn.
- Anterograde amnesie
- Anterograde amnesie is wel het meest opvallende kenmerk van het Korsakov syndroom: door problemen in het korte-termijngeheugen ontstaan inprentingstoornissen. Vanaf het begin van het ontstaan is hij/zij niet in staat nieuwe informatie (zowel verbaal als non-verbaal) te leren cq is daar sterk beperkt in (afhankelijk van de ernst van de Korsakov). Hierdoor bestaat ook de kenmerkende breuk in de levenslijn van mensen met verworven hersenletsel.
- Confabulaties
- Patiënten die zich dingen niet kunnen herinneren hebben sterk de neiging deze lacunes op te vullen door verzinselen. Korsakovpatiënten lijken dit niet bewust te doen. Confabulaties nemen vaak in de loop van de tijd af. Wel kunnen ze buitenstaanders wel eens flink op het verkeerde been zetten doordat de verhalen als overtuigend en reëel kunnen overkomen.
- Interferentie
- Informatie van verschillende bronnen aan elkaar koppelen. Bijvoorbeeld de uitslag van de ene voetbalwedstrijd koppelen aan een andere.
Vanaf het ontstaan heeft men van de ene op de andere dag ernstige beperkingen. Doordat sommige cognitieve functies en vaardigheden intact zijn, kunnen ze zich in eerste instantie een stuk beter presenteren dan zij in werkelijkheid zijn; in tegenstelling tot dementie loopt de intelligentie geen of weinig schade op.
Dit gecombineerd met confabulaties en een over het algemeen te optimistische kijk op de handicaps (voor zover ze die onderkennen) overschatten Korsakovpatiënten regelmatig hun mogelijkheden. Specifieke kennis met de problematiek en kennis van de persoon zelf kunnen veel problemen voorkomen. De omgang met mensen met het syndroom van Korsakov vereist een speciale benadering. Hun leven moet in een bepaalde structuur gebracht worden die zij zelf niet kunnen aanbrengen. Ze zijn onzeker, faalangstig en wantrouwend, missen zelfvertrouwen en vertrouwen in de medemens en hebben geen of gebrekkig ziekte-inzicht. Lindenhoff' (1990) heeft het model van de vier K's voor de Korsakov patiënt opgesteld. De vier K's staan voor kort, konkreet, konsekwent en kontinue en moeten met elkaar borg staan voor een sfeer van veiligheid. In wezen is het model van de vier K's voor de meeste mensen met niet aangeboren hersenletsel relevant.
In Nederland wordt gespecialiseerde hulp aan Korsakovpatiënten o.a. aangeboden door GGZ instellingen en verpleeghuizen. Zo biedt de Korsakovkliniek in Venray (onderdeel van de GGZ-groep NML) diverse behandelprogramma's aan.