Tlaloc
Van Wikipedia
In de Azteekse mythologie was Tlaloc de god van het water in al zijn vormen, en dan voornemelijk de regen en het bloed. Hij werd steevast voorgesteld met grote tanden en oogringen (een 'bril').
Voor deze god werden vaak mensenoffers gebracht, om vruchtbaarheid van de oogst af te smeken. De te offeren mensen - vaak gevangenen, maar bij gebrek daaraan ook soms eigen onderdanen - werden op de rug op een stenen beeltenis van de god gelegd. De hogepriester sneed in één beweging met een speciaal mes het hart van de geofferde uit. Verder werden er in de bergen kinderen aan hem geofferd, wanneer dezen daarbij huilden werd dit gezien als teken dat er regen zou komen.
Mensen die waren overleden door blikseminslag, verdrinking of lepra kwamen volgens de Azteken in de hemel Tlalocan, plaats van Tlaloc, terecht, waar het, anders dan in de meeste andere hemels, bijzonder goed toeven was. Tlaloc was getrouwd met Matlalcueitl, Xochiquetzal (die echter werd gekidnapt door Tezcatlipoca en zijn zuster Chalciuhtlique.
Tlaloc werd in vrijwel geheel Meso-Amerika vereerd. Bij de Maya heette hij Chac bij de Zapoteken Cocijo, bij de Mixteken Dzahui, bij de Totonaken Tajín en de Tarasken kenden hem als Chupithiripeme.
In centraal-Mexico is de vulkaan Cerro Tláloc genoemd naar Tlaloc.