Treinkaping bij De Punt
Van Wikipedia
De treinkaping bij De Punt begon op 23 mei 1977 om negen uur 's morgens toen de intercity Assen-Groningen ter hoogte van het dorp De Punt in de provincie Drenthe, niet ver van de spoorwegovergang te Glimmen in de provincie Groningen door negen gewapende Zuid-Molukse jongeren gekaapt en tot stilstand werd gebracht. De gijzeling duurde 482 uur en de bevrijding door mariniers kostte twee gijzelaars en zes gijzelnemers het leven.
Dit was de tweede treinkaping in Nederland en opnieuw door Molukse activisten, na de eerste kaping (de treinkaping bij Wijster) van 2 december 1975 van de stoptrein Groningen-Zwolle bij het Drentse dorp Wijster door zeven Zuid-Molukse jongeren.
Inhoud |
[bewerk] Context
De Zuid-Molukkers kwamen in 1951 voor een tijdelijk verblijf naar Nederland. Hen was door de Nederlandse regering beloofd dat zij hun eigen staat op de Molukken zouden kunnen stichten. Zij verbleven in kampen, waaronder Kamp Vught, onder meestal matige tot slechte omstandigheden. Nadat zij een generatie - ruim 30 jaar - hadden gewacht op de inlossing van de beloften van de Nederlandse regering, kon een aantal leden van de jongere generatie zijn situatie niet meer accepteren en startten ze radicale acties.
[bewerk] Verloop
Van de inzittenden mochten de machinist, de conducteur en 40 reizigers de trein verlaten; de overige 45 reizigers werden gegijzeld. Tegelijkertijd begonnen vier Zuid-Molukkers met de gijzeling van een lagere school in Bovensmilde waarbij 105 kinderen en 5 onderwijzers gegijzeld werden. Met deze acties wilden ze de Nederlandse regering dwingen zich in te zetten voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken en bovendien eisten ze de vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen. Als voor 25 mei 14:00 uur deze eisen niet zouden worden ingewilligd zouden de trein en de school worden opgeblazen. De Nederlandse regering liet echter weten pas over het ultimatum te willen praten als alle kinderen zouden zijn vrijgelaten.
Voor 25 mei stonden de verkiezingen voor de Tweede Kamer gepland. Door de lijsttrekkers werd besloten de verkiezingscampagne te staken maar de verkiezingen zelf door te laten gaan. Minister-president Den Uyl zei hierover: "Enkele tientallen mensen mogen ons niet afbrengen van de weg van onze eigen parlementaire democratische orde waarin de verkiezingen thuishoren."
Na het verstrijken van het ultimatum kwamen nieuwe eisen: een vrije aftocht per vliegtuig vanaf Schiphol met de 21 Zuid-Molukse gevangenen, vijf gijzelaars en de vijf leerkrachten. Met behulp van afluisterapparatuur was men te weten gekomen dat de gijzelaars op dat moment geen gevaar liepen zodat demissionair minister van Justitie Van Agt ook dat ultimatum liet verstrijken.
[bewerk] Bemiddelaren
Ir. J.A. Manusama, destijds president van de RMS (Zuid-Molukken), en dominee Metiarij speelden een rol als bemiddelaars tussen de kapers en de Nederlandse regering.
Als gevolg van een ziekte in de school werd besloten de kinderen vrij te laten maar de leerkrachten bleven gegijzeld. Volgens de als bemiddelaar optredende arts Frans Tutuhatunewa (later de opvolger van Manusama als president van de RMS) was er tijdens zijn bezoek aan de trein geen sprake van een slechte gezondheid bij de gegijzelden. Desondanks speelde de slechte gezondheid van de gegijzelden mee bij het besluit om de trein te bestormen.
[bewerk] De aanval
Zaterdagochtend 11 juni 1977, bijna drie weken na het begin van de kaping, openden mariniers het vuur op de trein, bijgestaan door zes Starfighters die over de trein vlogen. Bij deze grote militaire operatie kwamen twee gegijzelden (de 19-jarige Ansje Monsjou en de 40-jarige Rien van Baarsel) en zes kapers (naast de leider Max Papilaya ook Hansina Uktolseja, Ronnie Lumalessil, George Matulessy, Minggus Rumahmory en Mateus Tuny) om het leven. De overige treinreizigers werden bevrijd. De Zuid-Molukkers in de school gaven zich zonder verzet over. Tijdens de persconferentie na de bestorming zei Den Uyl "Dat geweld nodig was om een einde te maken aan de gijzeling ervaren wij als een nederlaag".
Hoewel de dood van de twee gegijzelden het gevolg was van de treinkaping besloot de rechter in Assen enkele maanden later de drie overlevende kapers (Marcus (Rudi) Lumalessil, Junus Ririmasse en Andreas Luhulima) alleen te veroordelen voor verboden wapenbezit en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Hiervoor kregen ze een celstraf van zes tot negen jaar.
In 2000 verscheen de documentaire Dutch Approach over dit gijzelingsdrama. Aan de documentaire werd meegewerkt door gegijzelden, gijzelnemers en andere betrokkenen.
[bewerk] Chronologie gebeurtenissen
Hieronder volgt een overzicht van de diverse gebeurtenissen ten tijde van de gijzeling. Onderstaande informatie is gebaseerd op divers naslagwerk (oude kranten, documentaire, etc)
- 23 mei 1977: De gijzeling begint
- 24 mei 1977: Bij de NOS radio wordt een brief van eisen voorgelezen
- 25 mei 1977: Verkiezingen (deze gaan gewoon door)
- 26 mei 1977: Een geboeide man wordt buiten de trein geplaatst en weer naar binnen gehaald
- 28 mei 1977: Grote schoonmaak in de trein, 60 demonstranten bieden zich aan ter vervanging van de gijzelaars
- 29 mei 1977: Onderhandelingen over het vrijlaten van de zwangere N. Ellenbroek lopen op niets uit
- 30 mei 1977: De gijzeling gaat de tweede week in
- 31 mei 1977: De kapers vragen voor het eerst om een bemiddelaar
- 1 juni 1977: De kapers vragen om een ambulance, maar trekken dit verzoek weer in
- 4 juni 1977: 2 bemiddelaars voeren een urenlang gesprek met de kapers
- 5 juni 1977: 2 zwangere vrouwen waaronder Annie Brouwer-Korf mogen de trein verlaten
- 6 juni 1977: De kapers spelen buiten de trein slagbal
- 8 juni 1977: Een zieke passagier (Th. J. van Hattem) wordt vrijgelaten
- 9 juni 1977: 2 bemiddelaars hebben een tweede gesprek met de kapers
- 11 juni 1977: ’s Morgens vroeg komt er na 482 uur een einde aan de gijzeling
[bewerk] Namen van treinpassagiers
Hieronder volgt een lijst met namen van reizigers van de gekaapte trein bij de Punt volgens een opgave van de Nederlandse Spoorwegen op 11 juni 1977.
|
|