Val Canale
Van Wikipedia
Het Val Canale (Duits: Kanaltal, Sloveens: Kanalska dolina, Friulaans: Val Cjanâl) is een dal in Noord-Oost-Italië in de autonome regio Friuli-Venezia Giulia. Het ligt in het noorden van de provincie Udine. Het centrum van Val Canale wordt gevormd door de hoofdplaats Tarvisio en strekt zich uit van Pontebba in het westen tot aan de Sloveense grens in het oosten. Val Canale vormt de grens tussen de Karnische en de Julische Alpen.
Val Canale maakte tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in 1918 deel uit van het Oostenrijkse kroonland Karinthië. Het dal werd aanvankelijk bewoond door Kelten, vervolgens de Romeinen. In de 6e eeuw vestigden zich hier de voorouders van de Slovenen. Tot in de late Middeleeuwen was de bevolking Slavisch. In de 15e eeuw nam het belang van de winning van ijzererts toe, ook door toedoen van de toenmalige heren van Val Canale, de bisschoppen van Bamberg. Deze gaven Tarvisio en Camporosso in de 15e eeuw marktrechten en stimuleerden de vestiging van Duitsers en Friulanen in deze beide plaatsen. De Friulanen zouden zich weldra met de Duitstaligen assimileren. Duitsers (soldaten en beambten) vestigden zich in de 17e eeuw eveneens in Pontebba wegens de grensfunctie van deze plaats. Dit gaf het volgende tot in de 19e eeuw ongewijzigde beeld: Malborghetto, Pontebba en Tarvisio waren overwegend Duits, alle overige plaatsen overwegend Sloveens. Tot 1910 bestond de bevolking van Val Canale voor 52% uit Duitsers, voor 48% uit Slovenen.
Grote wijzigingen vonden plaats na de inlijving van dit deel van Karinthië bij Italië na de Eerste Wereldoorlog, als gevolg waarvan ongeveer 1700 personen (veelal beambten en soldaten) naar Oostenrijk vertrokken. In 1933 bedroeg het aantal Italianen reeds 11% van de gehele bevolking. In 1939 werd tussen Italië en Duitsland overeengekomen dat de Duitse bevolking (zowel in Zuid-Tirol als in Val Canale) zou worden geëmigreerd naar Duitsland, echter bestaat over het aantal gepatrieerden onduidelijkheid; bronnen spreken over minder dan 1000, andere bronnen over 5700 (deze werden wederom gevestigd in boerderijen in Karinthië, waar de Sloveense bewoners door de Duitsers verdreven waren). De "vrijgekomen" Duitse huizen in Val Canale werden deels opgevuld door Italiaanse en Friulaanse migranten uit andere delen van Friuli-Venezia Giulia.
Na de Tweede Wereldoorlog bieden de verschillende onderzoeken naar de bevolking in Val Canale een chaotisch beeld. Daarbij lopen cijfers over moedertaal, omgangstaal en etnische identificatie niet parallel. Friulanen, Duitsers en Slovenen zijn over het algemeen meertalig, Italianen eentalig. Het Duits geniet naast het Italiaans een beperkte status als ambtstaal, het Friulaans en Sloveens worden niet erkend.
[bewerk] Plaatsen in Val Canale
- Gemeente Tarvisio:
- Camporosso (Sloveens: Žabnice, Duits: Saifnitz)
- Cave del Predil (Duits: Raibl, Sloveens: Rabelj)
- Coccau (Sloveens: Kokovo)
- Fusine (Duits: Weissenfels, Sloveens: Bela peč)
- Riofreddo (Sloveens: Mrzla voda)
- Tarvisio (Duits en Friulaans: Tarvis, Sloveens: Trbiž)
- Gemeente Malborghetto-Valbruna:
- Bagni di Lusnizza (Sloveens: Lužice)
- Malborghetto (Duits: Malborghet, Sloveens: Naborjet)
- Ugovizza (Sloveens: Ukve, Duits: Ugowitz)
-
- Valbruna (Sloveens: Ovčja vas)
- Monte Santo Lussari (Sloveens: Svete Višarje)
- Gemeente Pontebba:
- Laglesie (Sloveens: Dipalja vas)
- Pontebba (Duits: Pontafel, Sloveens: Tablja, Friulaans: Pontebe)
Bronnen en referenties: |
|