Vergrijzing
Van Wikipedia
De term vergrijzing wordt gebruikt om aan te geven dat het aandeel van ouderen in de bevolking stijgt en daardoor een stijging van de gemiddelde leeftijd veroorzaakt. Niet alleen Westerse landen hebben te maken met dit proces. In Japan zal het als eerste toeslaan en heviger zijn dan in andere landen. In China hebben bevolkingspolitiek, voorkeur voor jongens en abortus gezorgd voor een mannenoverschot. De meeste ontwikkelingslanden zullen met het verschijnsel te maken krijgen, volgens projecties van de VN. Een periode van vergrijzing gaat vaak gepaard met ontgroening en bevolkingsdaling.
[bewerk] Oorzaken
De vergrijzing van de bevolking in de westerse landen wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. In de eerste plaats kenden veel Westerse landen vlak na de Tweede Wereldoorlog een babyboom, waarin relatief veel kinderen geboren werden. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw daalde het geboortecijfer echter sterk. Gevolg hiervan is dat de verhouding tussen het aantal ouderen en jongeren momenteel (2004) sterk stijgt. Dit effect is grotendeels tijdelijk: rond 2030 zullen de meeste babyboomers overleden zijn.
Een andere, meer structurele, oorzaak van de vergrijzing is de stijging in de levensverwachting. De gemiddelde levensduur van een man is tussen 1950 en 2002 toegenomen van 70,4 jaar tot 76,0 jaar. Voor vrouwen nam de gemiddelde levensduur in dezelfde periode toe van 72,7 jaar tot 80,7 jaar. De verwachting is dat deze stijging van de levensduur ook in de toekomst doorzet. Dit heeft tot gevolg dat ook na 2030 er verhoudingsgewijs meer ouderen zullen zijn.
[bewerk] Gevolgen
De vergrijzing van de bevolking heeft grote gevolgen, met name op sociaal-economisch gebied. Veel westerse landen kennen een sociaal zekerheidstelsel dat wordt gefinancierd met behulp van een zogenaamd omslagstelsel, waarbij in elk jaar de werkenden de uitkeringen van de inactieven betalen. Dat geldt in het bijzonder voor de eerste pijler pensioenregelingen (zie pensioen). In Nederland wordt onder meer de AOW op deze wijze gefinancierd.
Wanneer het aantal ouderen sterk toeneemt (en daarmee het aantal mensen dat een AOW-uitkering ontvangt), zullen de belastingen en de premies die de werkenden moeten betalen sterk moeten stijgen. Dit is echter een ongewenste ontwikkeling omdat dat de kosten van arbeid verhoogt, hetgeen nadelige gevolgen voor de economische groei heeft. De meest voor de hand liggende oplossing is een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Dit zal echter niet in goede aarde vallen bij de leeftijdsgroep die hier mee te maken krijgt, en door dezelfde vergrijzing een belangrijk deel van het electoraat vormt, waardoor het onderwerp politiek (te) gevoelig ligt. Daarnaast kan worden gekozen voor een demografische reserve: een door de huidige generatie bij elkaar gespaarde financiële reserve die wordt belegd en gebruikt om het tijdelijke stuk van de vergrijzingsgolf te overbruggen. Ook kan gedacht worden aan het afschaffen van de inkomstenbelasting voor oudere werknemers[1], waardoor werkenden geprikkeld worden langer in hun eigen levensonderhoud te voorzien en tegelijkertijd veel geld kunnen sparen voor hun oude dag.
De vergrijzing zal ook tot gevolg hebben dat ouderen een belangrijker deel van het electoraat vormen, waardoor de politiek meer rekening met ze moet houden. Een voorteken hiervan vormden de (nu inmiddels uit de Tweede Kamer verdwenen) ouderenpartijen.