Vinylacetaat
Van Wikipedia
Vinylacetaat | |
---|---|
|
|
Structuurformule van Vinylacetaat |
|
|
|
Molecuulformule | |
Smiles | |
IUPAC | |
Andere namen | VAM (vinyl acetate monomer); 1-acetoxyetheen |
CAS-nummer | 108-05-4 |
EINECS-nummer | 203-545-4 |
EG-nummer | |
VN-nummer | 1301 |
Beschrijving | kleurloze vloeistof met kenmerkende geur |
Vergelijkbaar met | |
|
|
F; licht ontvlambaar |
|
Carcinogeen | |
Hygroscopisch | |
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: R11 |
Omgang | |
Opslag | |
ADR-klasse | |
MAC-waarde | |
LD50 (ratten) | mg/kg |
LD50 (konijnen) | mg/kg |
MSDS-fiches | |
|
|
Aggregatietoestand | vloeistof |
Kleur | kleurloos |
Dichtheid | 0,934 g/cm³ |
Molmassa | 86,09 g/mol |
Smeltpunt | -92,8 °C |
Kookpunt | 72,7 °C |
Vlampunt | -8 °C |
Zelfontbrandingstemperatuur | 426,9 °C |
Dampdruk | 11700 Pa |
|
|
Oplosbaarheid in water | 20 g/l g/L |
Goed oplosbaar in | |
Slecht oplosbaar in | |
Onoplosbaar in | |
Dipoolmoment | D |
Viscositeit | Pa·S |
Kristalstructuur | |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
C |
J/mol·K |
Evenwichtsconstanten | |
Klassieke analyse | |
Spectra | |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
Vinylacetaat is een chemische verbinding met de formule: CH3COOCH=CH2. Het is een kleurloze, licht ontvlambare vloeistof met een zoete geur. Het is een ester van acetyleen en azijnzuur.
De productie van vinylacetaat kan langs verschillende wegen gebeuren. De twee meest verspreide zijn:
- door de reactie van acetyleen met azijnzuur, al dan niet in aanwezigheid van een katalysator. Dit is de oudste productiemethode.
- veruit de meest gebruikte industriële methode is echter de reactie van etheen met azijnzuur en zuurstof in de aanwezigheid van een gepaste katalysator (palladium of palladiumverbinding op een poreuze drager).
Vinylacetaat is een belangrijk industrieel tussenproduct, vooral voor polymeren. Het wordt in de eerste plaats gebruikt als monomeer voor polyvinylacetaat en polyvinylalcohol; daarnaast ook samen met andere monomeren voor copolymeren zoals ethyleen-vinylacetaat (EVA), ethyleen-vinylalcohol en polyvinylbutyral (PVB). Circa 80% van het geproduceerde vinylacetaat gaat naar de productie van polyvinylacetaat en polyvinylalcohol. De wereldwijde productiecapaciteit van vinylacetaat in het jaar 2000 was ongeveer 4,7 miljoen ton.
Vinylacetaat polymeriseert onder invloed van licht. De productie van polyvinylacetaat langs deze weg werd in 1913 in Duitsland geoctrooieerd door Fritz Klatte (Duits octrooi nr. 281687 van 4 juli 1913). De opslag van vinylacetaat dient bijgevolg te gebeuren weg van het licht en gestabiliseerd met een geschikte inhibitor (Fritz Klatte vond zelf dat opslag in koperen vaten of in aanwezigheid van een koperverbinding polymerisatie verhinderde).