Vlakglas
Van Wikipedia
Met de term vlakglas wordt glas bedoeld zoals dat gebruikt wordt in de bouw, in kozijnen, deuren en ramen. Naar aanleiding hiervan wordt het ook wel vensterglas genoemd. Op de scheiding binnen - buiten van gebouwen bestaat dat glas vrijwel altijd uit tenminste twee lagen met een spouw ertussen voor de isolatie. Dit wordt ook wel dubbel glas (spouwglas) genoemd of aangeduid met een merknaam (bijv. thermopane).
[bewerk] Geschiedenis
- Het heet dat het glas in de oudheid "toevallig" is ontdekt: een schip met geladen sodablokken loopt bij ruig weer ergens op een strand. De schepelingen gingen na hun ontberingen op het strand een potje koken. Daarvoor maakten ze van de sodablokken een oventje. Later bij het opruimen ervan zagen ze dat het soda met zand was versmolten en gestold. Ze hadden glas ontdekt! In die tijd maakte men er nog geen ruiten van, maar werd het gebruikt om sieraden en dergelijke van te maken.
- Toen de Romeinen in onze voor hun gevoel koude omgeving kwamen begonnen ze glas te maken. Ze goten een gesmolten mengsel van zand en soda op een steen. Tot aan de vijftiende eeuw was het vooral Venetië waar glas vandaan kwam. In het begin van de vijftiende eeuw is er sprake van een glasoven in onze omgeving, namelijk in Namen. Uit België komt sindsdien veel glas. In die tijd maakte men ruiten door met behulp van een blaaspijp een bol te blazen, deze open te snijden en vervolgens door snel ronddraaien tot een schijf te maken. Later blies men de bol uit tot een cilinder. Deze cilinders liet men afkoelen, ontdeed ze van hun dichte uiteinden en sneed ze in de lengte open. De cilinders werden in een oven verhit tot het glas zo week werd dat ze kon worden vlakgestreken op een vuurvaste plaat. Pas in het begin van de negentiende eeuw vond de Belg Fourcault het trekken van glas uit: het Fourcaultprocédé. Er kwamen andere bij: het Libbey_Owensprocédé en het Pittsburghprocédé. Het glaslint werd bij al deze systemen opgetrokken uit een smeltbad met glas.
Tegenwoordig wordt het glas vervaardigd volgens een door Pilkington Brothers omstreeks 1950 in Engeland ontwikkelde methode. Het glaslint wordt over een bad van vloeibaar tin gevoerd. De onderzijde hoeft dan niet nabewerkt te worden. Die is spiegelglad. De bovenkant wordt glad gemaakt door een verhitter erboven. Daarna wordt het glaslint gecontroleerd afgekoeld en in hanteerbare formaten gesneden voor verdere pruductie.
[bewerk] Grondstoffen
- zand (kwartszand) vormt het eigenlijke glas
- soda en eventueel natrium- en kaliumsulfaten
- kalk en eventueel aluminium en magnesium als het glas weervast en niet in water oplosbaar moet zijn
- ontkleurende stoffen voor de helderheid en de blankheid