Vlasbekje
Van Wikipedia
Vlasbekje | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Linaria vulgaris Mill. (1768) |
|||||||||||||||||||
![]() |
Het Vlasbekje (Linaria vulgaris), vroeger "vlasleeuwenbek" genaamd, is een algemeen voorkomende, overblijvende plant uit de Weegbreefamilie (Plantaginaceae). De plant komt op het hoge noorden na voor in heel Europa en in West-Azië.
De planten lijken als ze nog niet bloeien veel op jonge vlasplanten. De plant kan 30 tot 90 cm hoog worden en bloeit in trossen aan de stengeltoppen van juni tot eind september met gele bloemen. Het masker of gehemelte, dat is de welving van de onderlip die de opening van de bloem afsluit, is meestal oranje, soms lichtgeel. De 3-8 cm lange bladeren zijn lancetvormig (3-6 mm breed) en hebben twee kleine steunblaadjes aan de bladvoet.
De zaadproductie is zeer groot en kan meer dan 32.000 stuks per plant bedragen.
Inhoud |
[bewerk] Ecologie
De plant komt algemeen voor op zandgrond o.a. op ruderale plaatsen (ruigten, puinhopen e.d.), duinen en in wegbermen. Wordt in de wegbermen wel ingezaaid tegelijk met andere soorten. Doordat de bloem door middel van de onderlip is afgesloten, kan de bestuiving alleen gedaan worden door krachtige insecten zoals de hommel of de bij. Omdat de nectar zich achter in het lange spoor bevindt, blijven hierdoor vooral langtongige hommels over.
De plant is voedselplant voor de larven van een groot aantal Lepidoptera en andere insecten zoals wolfsmelkuil (Acronicta euphorbiae), boksbaardvlinder (Amphipyra tragopoginis), gamma-uiltje (Autographa gamma'), vlasbekuiltje (Calophasia lunula), Charidryas gorgone carlota, vlasbekdwergspanner (Eupithecia linariata), heidedwergspanner (Eupithecia satyrata), Falseuncaria ruficiliana, Tweekleurige parelmoervlinder (Proclossiana eunomia eunomia), oranje o-vlinder (Pyrrhia umbra), Randvlekuil (Rusina ferruginea) en Stenoptilia bipunctidactyla.
[bewerk] Gebruik
Vroeger werd de plant gebruikt als laxerend of urine-afdrijvend middel. Ook werd hij gebruikt bij lever- en miltkwalen. Zomersproeten en geelzucht zouden ermee verdwijnen. Vandaag de dag speelt de plant geen rol meer in de geneeskunde. In de middeleeuwen werd een aftreksel van de plant toegevoegd aan het water waarmee de was werd gedaan. Hierdoor werd de grauwe kleur van de was enigszins verbloemd. Ook werden kinderen gewassen met een aftreksel van de plant om hen zodoende te beschermen tegen betovering [1];.
[bewerk] Fotogalerij
[bewerk] Buitenlandse namen
Engels: Common toadflax
Duits: Echtes Leinkraut
[bewerk] Literatuur
- ↑ Hüsstege, G., Zakflora Weg en Wei, Helmond, ISBN 9025267653
![]() |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Linaria vulgaris op Wikimedia Commons. |