Walter Raleigh
Van Wikipedia
Sir Walter Raleigh (1554 – 29 oktober 1618) is een gekend Brits schrijver, dichter, spion en ontdekker. Van zijn achternaam bestaan veel verschillende versie, zoals Rawley, Ralegh, Rawleigh en Rawlye. Hijzelf gebruikte 'Ralegh' het meeste, maar tegenwoordig wordt voornamelijk de vorm 'Raleigh' gebruikt.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd en vroege carrière
Walter Raleigh werd geboren in Hayes Barton, in Devon. Hij was een halfbroer van Sir Humphrey Gilbert en Adrian Gilbert. Hij was van protestantse afkomst, en ontwikkelde al jong een afkeer van het katholicisme. Hij studeerde aan de universiteit van Oxford vanaf 1568.
Na diverse militaire avonturen in onder meer Frankrijk en Ierland kwam Raleigh aan het hof, waar hij zich opwerkte tot een van de lievelingen van koningin Elizabeth I. Het verhaal gaat dat Raleigh eens een dure jas uitdeed en over een modderplas legde om zo de koningin erover te laten lopen. Het verhaal is waarschijnlijk niet waar, maar past wel bij Raleighs aard en gedrag.
[bewerk] Roanoke
Een bekend project van Raleigh was de poging tot het koloniseren van Virginia, genoemd naar "The Virgin Queen" Elizabeth I (de locatie van zijn kolonie, Roanoke Island, ligt tegenwoordig overigens in North Carolina).
In 1584 kreeg Raleigh toestemming van de koningin om een dergelijk project op touw te zetten, waarbij hij eigendomsrechten kreeg over alle nieuw ontdekte gebieden. Dat jaar stuurde hij twee schepen uit onder Philip Amadas en Arthur Barlow om het gebied te onderzoeken. Deze kwamen terug met lovende verhalen over het bezochte land rond Pamlico Sound, en stelden het eiland Roanoke voor als locatie voor een kolonie.
In 1585 werd Richard Grenville uitgezonden met 107 kolonisten. Grenville stichtte een kolonie op Roanoke, liet Ralph Lane daar achter in commando, en keerde terug naar Engeland. In 1586 zond Raleigh twee expedities (waaronder een onder Grenville) om extra ondersteuning aan de kolonisten te sturen, maar die bleken te laat. Francis Drake was al eerder dat jaar bij Roanoke langs geweest, en Lane en zijn kolonisten verkozen om met Drake terug te keren naar Engeland. Grenville liet 15 nieuwe kolonisten achter op het eiland.
In 1587 deed Raleigh een tweede poging tot kolonisatie van Virginia. John White bracht een nieuwe groep (89 mannen, 17 vrouwen en 11 kinderen) naar Roanoke, waar bleek dat de kolonisten van het voorgaande jaar door de locale bevolking gedood waren. Het fort werd gebouwd, en de kolonisten achtergelaten.
In 1588 vertrok White opnieuw naar Roanoke, maar hij werd door een Frans schip aangevallen, en zag zich gedwongen naar Engeland terug te keren. Pas in 1590 kon hij de kolonie bezoeken, maar die was verlaten. Slecht weer dwong White om te vertrekken zonder een uitgebreide zoektocht naar de kolonisten te doen. De enige aanwijzing was het woord "CROATOAN", gekerfd in een boom. Hiermee eindigden Raleighs pogingen om Virginia te koloniseren.
Wat er met de "Lost Colony" gebeurd is, is nog steeds niet bekend, maar de inkerving doet vermoeden dat de overlevende kolonisten de kolonie hebben verlaten om zich bij de Croatoan-stam aan te sluiten.
[bewerk] Babington en Ierland
Raleighs invloed werd sterk uitgebreid toen hij als een van de leiders van Elizabeths spionage-afdeling, een belangrijke rol speelde in de ontdekking van het Babington plot (1586), een katholieke samenzwering die als bedoeling had in een staatsgreep Elizabeth te vervangen door Mary Stuart. Mary werd onthoofd vanwege haar aandeel in de samenzwering; Raleigh kreeg een landgoed in Ierland als dank voor zijn diensten.
Raleigh had deelgenomen aan de onderdrukking van de Desmond Rebellions in 1579 en profiteerde bij de daaropvolgende landverdeling. Hij kreeg een gebied van 40.000 acre (160 km²) met daarop de belangrijke plaatsen Youghal en Lismore. Hij werd hiermee een van de belangrijkste landeigenaren in Munster, maar had maar beperkt succes in zijn pogingen om Engelse huurders voor zijn landgoederen te krijgen. In 1588 en 1589 was hij burgemeester van Youghal. Er wordt gezegd dat Raleigh in Youghal de eerste aardappelen plantte in Ierland.
In de jaren '90 kwamen Raleighs plantages in de problemen, terwijl hij ook anderszins in een moeilijke positie was. In 1602 verkocht hij zijn Ierse landgoederen.
[bewerk] Latere leven
In 1591 trouwde Raleigh in het geheim met Elizabeth ("Bess") Throckmorton, een hofdame van de koningin, 11 jaar jonger dan hijzelf en zwanger van haar derde kind. Toen het ongeautoriseerde huwelijk werd ontdekt, werd Raleigh gevangengezet en Bess uit de hofhouding verwijderd. Het duurde enkele jaren totdat Raleigh zijn positie aan het hof had teruggekregen. Raleigh en Bess bleven elkaar trouw, en zijn vrouw regelde de familiebelangen wanneer hij afwezig was.
Na het mislukken van zijn acties in Virginia, kreeg Raleigh belangstelling voor Guyana. Hij hoorde van het legendarische goudland El Dorado en haar hoofdstad Manoa. In 1595 vertrok Raleigh om El Dorado te gaan zoeken. Raleigh veroverde een Spaanse nederzetting op Trinidad, en voer de Orinoco en diens zijrivier de Rio Caroni op. Hij kreeg informatie over het verdere binnenland van de locale bevolking. Na zijn terugkeer in Engeland zond hij nog twee expedities naar Guyana, onder Lawrence Keymis en Leonard Berry in 1596.
In 1600-1603 was Raleigh gouverneur van Jersey, en verantwoordelijk voor het moderniseren van de verdediging van het eiland. In dezelfde periode zond hij ook weer enkele expedities uit naar Virginia om zijn rechten daar te beschermen. Ze vonden geen sporen van de voormalige kolonie.
[bewerk] Gevangenschap
Na de dood van Elizabeth, viel Raleigh bij haar opvolger Jacobus I in ongenade. Hij werd verdacht van deelname in de Main Plot, een samenzwering tegen Jacobus. Hoewel zijn betrokkenheid in de samenzwering slechts klein was (nog afgezien van onwaarschijnlijk, daar het hier om een pro-Katholieke actie ging), werd hij wegens hoogverraad ter dood veroordeeld, en in de Tower gevangen gezet. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij het boek A Historie of the World.
In 1616 werd hij vrijgelaten door Jacobus I, die in geldnood zat. Hij diende een volgende expeditie naar Guyana te ondernemen, met de intentie een goudmijn te vinden, maar mocht zich niet, zoals hij op de eerste expeditie had gedaan, met piraterij bezig te houden. Lawrence Keymis leidde de expeditie de Orinoco op, en viel de Spaanse stad San Thome aan, hoewel zulks in tegenspraak met de voorwaarden van de koning was. Tijdens deze aanval sneuvelde Raleighs zoon Wat.
De Spanjaarden waren niet te spreken over Raleighs acties, en eisten dat het eerdere doodsvonnis tegen Raleigh alsnog voltrokken zou worden. Jacobus stemde hiermee in, en op 29 oktober 1618 werd Raleigh onthoofd in het Palace of Whitehall. De anti-Spaanse gevoelens bij het algemene publiek in Engeland maakten Raleigh, die tijdens zijn leven hoge toppen en diepe dalen in zijn populariteit had gekend, bij zijn dood opnieuw een held.