Willem Arondeus
Van Wikipedia
Willem Johan Cornelis Arondeus (Naarden, 22 augustus 1894 - Haarlem, 1 juli 1943) was een Nederlandse beeldend kunstenaar, auteur en verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog die openlijk voor zijn homoseksualiteit uitkwam. Zelf schreef hij zijn naam altijd als Arondéus, waarschijnlijk om de gewenste uitspraak ervan te bewerkstelligen.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd en opleiding
Willem Arondeus werd geboren in Naarden als zoon van een brandstoffenhandelaar. Zijn ouders waren Hendrik Cornelis Arondeus en Catharina Wilhelmina de Vries. Spoedig na zijn geboorte verhuisden zijn ouders naar Amsterdam waar ze een kostuumverhuurbedrijf voor toneelspelers begonnen. In 1907 wordt Arondeus hij aangenomen op de Quellinusschool, de latere Rietveld Academie in Amsterdam, waar hij de opleiding decoratief schilderen volgt.
[bewerk] Werkzaamheden
Na het voltooien van zijn opleiding woont hij in diverse plaatsen in Nederland. Eerst in het Gooi waar hij met andere kunstenaars in contact komt en goed bevriend raakt met de dichter Adriaan Roland Holst. Deze zal hem zijn hele carrière beïnvloeden en inspireren. Na kort in Parijs te hebben gewoond gaat hij in 1920 op Urk wonen en daarna te Breukelerveen. Als kunstenaar raakt hij bekender, waardoor hij opdrachten voor kalenders, affiches en in 1923 kerstzegels en sluitzegels voor de PTT krijgt. Hij werkt met veel verschillende materialen als tapijtweven, wandschilderen, gravures en pentekeningen. Zijn echte doorbraak komt als hij in 1923 de opdracht krijgt om een wandschildering te maken in het stadhuis van Rotterdam. Diezelfde periode illustreert hij gedichten van J.H. Leopold, P.C. Boutens en Martinus Nijhoff en maakt ook een gravure voor het gedicht 'De Stervende' van een andere vriend en inspiratiebron, de dichter Adriaan Roland Holst. Tussen 1930 en 1933 is hij bezig met een volgende grote opdracht, het vervaardigen van negen wandtapijten met ornamenten rond de wapens van alle Noord-Hollandse gemeenten. Deze hangen tot de dag van vandaag in de Statenzaal in het Provinciehuis te Haarlem. In 1933 schildert hij op de drie kalkmuurvlakken van het consultatiebureau van de Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst in Amsterdam drie taferelen die de jacht, de visserij en de landbouw afbeelden, rondom de wetenschap gegroepeerd. In 1935 begint hij aan een periode als auteur. Zijn debuutroman is in 1938 de roman Het Uilenhuis waarvoor hij van uitgeverij Kosmos een Eervolle Vermelding krijgt. Ook zijn tweede roman, In de Bloeiende Ramenas krijgt een goede ontvangst, hoewel zijn wat lyrische breedsprakige schrijfstijl ook kritiek krijgt van de recensenten. In 1939 verschijnt tevens zijn eerste kunsthistorische boek, een uitgebreide biografie van Matthijs Maris. Dit wordt als zijn beste werk beschouwd. In 1941 publiceerde hij nog een boek over de Monumentale Schilderkunst in Nederland.
[bewerk] Homoseksualiteit
Arondeus was een eigenzinnige man die al vroeg openlijk en tegen de mores van die dagen in op jonge leeftijd al openlijk voor zijn seksuele geaardheid uitkwam. Dit was gedurfd en ongewoon, zelfs in de liberale kunstenaarskringen waarin hij verkeerde.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog realiseerde Arondeus zich dat de eis door de bezettende autoriteit dat alle Joden zich moesten laten registreren niet zoals de Duitsers claimden voor hun eigen veiligheid was. Hij zag in dat deze registratie geschiedde om een toekomstige deportatie naar het concentratiekamp Westerbork mogelijk te maken. Sommigen spanden zich toen reeds in om Joden onder te laten duiken bij de lokale bevolking. Ook vervaardigden verzetsgroepen vervalste documenten voor gebruik door deze onderduikers.
[bewerk] Verzetsactiviteiten
Arondeus was lid van een van deze verzetsgroepen, de Raad van Verzet. Hij falsificeerde met Willem Sandberg en Gerrit van der Veen persoonsbewijzen en schreef de zogenaamde 'Brandarisbrieven'. Hierin beschreef hij culturele collaboratie met de Duitsers door Nederlandse kunstenaars en riep hij op tot verzet tegen de bezetter en fulmineerde tegen de Cultuurkamer. In 1942 ging de Brandarisbrief op in het kunstenaarsverzetsblad De Vrije Kunstenaar, opgericht door de musicus Jan van Gilse.
Al snel gingen de Duitsers de door Arondeus en anderen vervalste documenten vergelijken met de gegevens van de verschillende bevolkingsregisters. Hierdoor kwamen de vervalsingen aan het licht. Om de Duitsers te stoppen dit te doen en ook om te voorkomen dat zij makkelijk Joodse inwoners konden opsporen, nam Arondeus op 27 maart 1943 deel aan de bomaanslag op het bevolkingsregister aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam. Onder leiding van Gerrit Jan van der Veen en samen met Rudi Bloemgarten, Johan Brouwer, Sam van Musschenbroek, Coos Hartogh, Henri Halberstadt, Karl Gröger, Auguste Chrétie Reitsma, Koen Limperg, Sjoerd Bakker, Cornelis Leende Barentsen en Cornelis Roos drong hij vermomd als politieman op 27 maart 1943 het gebouw binnen en blies met explosieven het pand op. De dichter Martinus Nijhoff, die oud-officier van de genie was, wees aan waar de explosieven geplaatst moesten worden en maakte in 1945 een verslag van de aanslag.
[bewerk] Arrestatie en executie
Binnen een week na de aanslag werden Arondeus en een aantal andere leden van de groep gearresteerd. Hij zat gevangen in het Huis van Bewaring in het Kleine Gartmanplantsoen te Amsterdam. Hier schreef hij zijn laatste brief aan een vriendin waar in staat: 'Er is alleen verwondering omdat het zo licht is om in liefde van het leven te scheiden, zoo blij is om, wat je achterlaat, zonder bitterheid te gedenken.' Hij werd na een proces geëxecuteerd op 1 juli 1943. Bij zijn executie riep Arondeus luid 'laat het bekend worden dat homoseksuelen geen lafaards zijn!' In 1945 na de bevrijding ontving Arondeus postuum een medaille van de Nederlandse regering. Hij ligt herbegraven op de Erebegraafplaats Bloemendaal.
[bewerk] Verdere personalia
Arondeus had in de jaren 20 een relatie met Jurie, een visser op Urk waar hij toentertijd woonde. Van 1932 tot 1941 had hij een relatie met de Apeldoornse groenteboer Gerrit Jan Tijssen waarmee hij samenwoonde, eerst in Apeldoorn en later in Amsterdam. In 1941 keerde Tijssen terug naar Apeldoorn omdat het door de verzetsactiviteiten van zijn vriend te gevaarlijk werd om nog langer samen te blijven in Amsterdam.
[bewerk] Na de oorlog
De deelnemers aan de overval op het bevolkingsregister zijn, deels postuum, voor hun verzetswerk onderscheiden maar Arondeus werd pas veel later, in 1984, postuum het Verzetsherdenkingskruis toegekend. Aangenomen wordt dat zijn seksuele geaardheid de reden was voor het nalaten van publieke erkenning gedurende vele jaren.
[bewerk] Willem Arondeuslezing
Op 17 december 2004 besloten Provinciale Staten van Noord-Holland een jaarlijkse themalezing te organiseren met een aansluitend debat. Dit als blijvend eerbetoon en herinnering aan Arondeus. Door middel van de lezing en het debat wordt aan burgers en politici een podium geboden om vrij, desnoods controversieel, van gedachten te wisselen over actuele en voor de Provincie relevante maatschappelijke thema's. De eerste lezing werd verzorgd door Rudi van Dantzig, Arondeus' biograaf, op 25 april 2005 met als thema: 'Kun je zijn wie je bent of is die vrijheid lastig geworden?'. In 2006 was monseigneur Philippe Bär de spreker met als thema 'Het begrip "Vrijheid'.
[bewerk] Boeken
- Het Uilenhuis, roman 1938
- In de Bloeiende Ramenas, roman 1939
- Matthijs Maris. De tragiek van den droom, biografie 1939
- Figuren en problemen der monumentale schilderkunst in Nederland, 1941
- Schilderkunstige avonturen. Leven en werken van Giorgio Vasari, Amsterdam, 1946
- Afzijdige Strofen, twintig homo-erotische gedichten, postuum uitgegeven in 2001, geschreven in 1922 op Urk.
[bewerk] Over Arondeus
- Na het feest, zonder afscheid, televisiedocumentaire van Toni Boumans, mogelijk gemaakt door de VARA en Provincie Noord Holland. 1990. Winnaar Nipkow-schijf.
- Het Leven van Willem Arondeus, een documentaire. Biografie door Rudi van Dantzig, Arbeiderspers, 446 bladzijden, 2003
- De Collectie Arondeus bevindt zich in het Letterkundig Museum te Den Haag