Willem Dudok
Van Wikipedia
Willem Marinus Dudok (Amsterdam, 6 juli 1884 – Hilversum, 6 april 1974) was een Nederlands architect en stedenbouwkundige, onder meer bekend door zijn ontwerp van het Raadhuis in Hilversum.
Dudok heeft zich altijd met hart en ziel op zijn werk als architect gestort. Hij was er dag en nacht mee bezig. Hij had eigenlijk geen hobby's en ging niet op vakantie, zijn werk was alles voor hem. Dudok zei zelf altijd: "Kijk maar naar mijn werk, dan weet je wie ik ben!"
Dudok begon zijn carrière bij het leger als kapitein bij de Militaire Staf der Genie in Amsterdam, waar hij zich bezig hield met fortenbouw. In 1915 werd hij directeur Publieke Werken in Hilversum, een snelgroeiende industrieplaats die zich tot een middelgrote stad zou ontwikkelen. Hij had daarnaast een eigen architectenbureau. Dudok ontwierp de meeste wijken, scholen en gemeentelijke gebouwen voor Hilversum en bepaalde daarmee het gezicht van deze stad. Om zijn aandacht hier volledig op te kunnen richten, werd hij in 1928 op eigen verzoek benoemd tot gemeentelijk architect.
Een van Dudoks opvallendste werken is het Raadhuis in Hilversum, dat gebouwd werd van 1928-1931 en zijn hele oeuvre eigenlijk het beste karakteriseert. Dit gebouw is wereldberoemd geworden. Hij ontwierp verder talloze villa's en monumenten, bijvoorbeeld op de Afsluitdijk (1933). In Hilversum ontwierp hij een groot deel van de stedebouwkundige structuur en de sociale woningbouw. In 2000 is in de wijk Liebergen gestart met een jarendurende opknapbeurt onder de naam Dudok Revisited. In dit spraakmakende project wordt niet alleen gerenoveerd maar worden door woningcorporatie Dudok Wonen ook enkele honderden (monumentale) woningen herbouwd.
Niet alleen in Hilversum maar in het gehele land was Dudok een veelgevraagd architect. Een van de hoogtepunten in zijn werk was het gebouw van warenhuis De Bijenkorf in Rotterdam. Bij de opening in 1930 waren er 70.000 toeschouwers op de been. Dit gebouw werd tijdens het bombardement van 14 mei 1940 zwaar beschadigd. Het restant werd in 1960 afgebroken. Dudoks ontwerp voor de Beurs werd nooit uitgevoerd. Het deels verwoeste gebouw van de Hollandse Bank Unie aan de Coolsingel, naar een ontwerp uit 1938-1939, werd herbouwd in 1953-1955.
In 1939 werd in Eindhoven voor personeel van Philips de wijk Het Witte Dorp gebouwd, een geheel ontwerp van Dudok. Vergelijkbare panden waren het jaar daarvoor gebouwd in Tilburg.
Na de oorlog had Dudok als stedenbouwkundige de leiding over de wederopbouw van Den Haag. De verwoeste wijken werden herbouwd naar zijn plan en daarnaast maakte hij het structuurplan voor de uitbreidingswijken. Enkele andere grote opdrachten die in de naoorlogse jaren werden uitgevoerd waren de gebouwen van de Hoogovens, het Raadhuis te Velsen (1949-1965 en het Havengebouw in Amsterdam (1957-1965.
In 1953 ontwierp Dudok de karakteristieke pompstations voor Esso. Er werden er 112 neergezet in het hele land, maar slechts twee gebouwtjes overleefden de tand des tijds: een in Groningen aan de Spilsluizen en de ander werd vanaf de rijksweg A2 bij Vinkeveen overgebracht naar het museum Autotron te Rosmalen).
Tijdens een rondreis door de Verenigde Staten in de jaren vijftig werd Dudok geëerd als een van Europa's grootste architecten. In het buitenland ontwierp hij onder meer een studentenhuis in de Cité Universitaire te Parijs (1927-1939), een cultureel centrum in Bagdad en een bioscoopcomplex in Calcutta (1935-1936).
Dudok behoorde niet tot een bepaalde stroming maar stond open voor het beste wat de verschillende stromingen hem boden. Aanvankelijk volgde Dudok de rationalistische stijl van Berlage, maar allengs voelde hij zich hierdoor teveel beperkt en ging experimenteren met o.a. het expressionisme. In het Hilversumse Raadhuis is onmiskenbaar de invloed van Frank Lloyd Wright zichtbaar. In eigen land werd dit door de critici niet altijd gewaardeerd, maar in het buitenland wordt Dudok nog steeds gezien als de ideale samenvoeging van de Nederlandse architectuurstromingen uit het begin van de twintigste eeuw. Sinds 1991 wordt Dudoks naam ook voor het grote publiek in ere gehouden, door het naar hem vernoemen van enkele bekende horecabedrijven in door hem ontworpen gebouwen, in Den Haag, Rotterdam en Arnhem.
Dudok ging in 1954 met pensioen, maar bleef betrokken bij de Hilversumse bouwwereld. Hij overleed op 6 april 1974 en werd begraven op de door hemzelf ontworpen Noorderbegraafplaats te Hilversum. In Hilversum wordt hij in ere gehouden door onder meer een Dudokstichting en een permanente Dudoktentoonsteling in het Raadhuis.