Andrew Jackson

Van Wikipedia

Andrew Jackson
7e president van de Verenigde Staten
Ambtstermijn	4 maart 1829 - 4 maart 1837
Voorganger	John Quincy Adams
Opvolger	Martin Van Buren
Geboortedatum	15 maart 1767
Geboorteplaats	Waxhaws, Massachusetts
First Lady	Weduwenaar
Politieke partij	Democraat
Vicepresident	John C. Calhoun (1829-1832), Martin Van Buren (1833-1837)
Handtekening

Andrew Jackson (15 maart 1767 - 8 juni 1845) was een Amerikaans zakenman (onder andere slavenhandelaar en grondspeculant) en politicus. Hij was de zevende president van de Verenigde Staten van 1829 tot 1837.

Zijn vicepresident, Martin Van Buren, zou tevens zijn opvolger worden.

Jackson stond bekend als Old Hickory (letterlijk: oude noteboom, maar in de VS een uitdrukking die gebruikt wordt om sterke, taaie mensen mee aan te geven).

[bewerk] Vroege leven

Andrew Jackson werd geboren op 15 maart 1767, het is niet bekend waar, maar volgens hemzelf in de Amerikaanse staat South Carolina. Tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog was hij, net als zijn twee oudere broers, vanaf 1780 (hij was toen 13) in dienst als koerier. Nog datzelfde jaar werden hij en zijn oudere broer Robert Jackson door de Engelsen gevangen genomen. Tijdens zijn gevangenschap weigerde de jonge Andrew een keer om de schoenen van een Engelse officier te poetsen. Deze officier haalde naar hem uit met zijn sabel, waardoor hij littekens aan zijn hoofd en zijn linkerhand opliep. Ook liepen zowel hij als zijn broer Robert tijdens hun gevangenschap pokken op. Jackson overleefde de ziekte, maar zijn oudere broer overleed enkele dagen na hun vrijlating. Deze ervaringen met de Engelsen, en eveneens het feit dat de Oorlog aan zijn hele directe familie het leven kostte, zorgen ervoor dat Jackson een enorme afkeer van Engelsen kreeg. Hij was de laatste president van de Verenigde Staten die had meegevochten tegen de Engelsen. Ook is hij tot op heden de enige president die een tijd in krijgsgevangenschap doorbracht.

[bewerk] Politieke carrière

Hij werd in 1796 lid van het Congres van Tennessee, en senator in 1797. Tussen 1798 en 1804 was hij lid van het Hooggerechtshof van Tennessee. Als commandant in de oorlog van 1812 bracht hij de Engelsen een vernietigende nederlaag toe bij New Orleans (8 jan. 1815). In 1814 vocht Jackson tegen de Creekindianen, die zich verzetten tegen onderwerping door de blanken, en streek hij een grote hoeveelheid grond op. In 1818 kreeg hij het bevel in de oorlog tegen de Seminole in Florida, die tot de verwerving van Florida leidde. Jackson veroorzaakte een internationale spanning door het laten ophangen van twee Engelse agenten. Hij werd gouverneur van Florida (1821) en was senator van 1823 tot 1825. In 1828 werd hij tot president verkozen en in 1832 werd hij herkozen.

Jackson was verantwoordelijk voor de wet (de Indian Removal Act), die alle Indianen in het oosten moest verplaatsen naar het gebied ten westen van de Mississippi. Dit was een belangrijke factor in de onderwerping van Indianen, hun opname in de Amerikaanse kapitalistische economie en daarmee de vernietiging van hun traditionele jachtcultuur.

Andrew Jackson stierf op 8 juni 1845, op 78-jarige leeftijd, aan een combinatie van chronische tuberculose, hartfalen en longoedeem.

[bewerk] Niet bang

Ook op latere leeftijd bleek nog dat Jackson niet bang was. Toen hij in 1835 de begrafenis van een congreslid bijwoonde, trok een werkloze man, die ontevreden was over zijn situatie, een pistool. Dit wapen miste. In plaats van weg te komen, viel de president de schutter aan met zijn wandelstok. Zelfs toen de aanvaller een tweede pistool trok, en dit ook niet bleek te werken, bleef Jackson op hem inslaan, net zo lang tot de man werd overmeesterd door anderen.

{{{afb_links}}}	President van de Verenigde Staten	{{{afb_rechts}}}	{{{afb_groot}}}
Washington - J. Adams - Jefferson - Madison - Monroe - J.Q. Adams - Jackson - Van Buren - W.H. Harrison - Tyler - Polk - Taylor - Fillmore - Pierce - Buchanan - Lincoln - A. Johnson - Grant - Hayes - Garfield - Arthur - Cleveland - B. Harrison - Cleveland - McKinley - T. Roosevelt - Taft - Wilson - Harding - Coolidge - Hoover - F.D. Roosevelt - Truman - Eisenhower - Kennedy - L.B. Johnson - Nixon - Ford - Carter - Reagan - G.H.W. Bush - Clinton - G.W. Bush