Apocrief
Van Wikipedia
Apocrief is een term waarmee bepaalde boeken worden aangeduid die aanspraak maakten om als onderdeel van de Bijbel te worden beschouwd, maar niet in de canon van de Bijbel zijn opgenomen. Er bestaat echter ook een alledaagse betekenis. Het woord 'apocrief' komt van het Griekse apokruphos dat "geheim", "verborgen" betekent.
Inhoud |
[bewerk] Apocriefe boeken van de Bijbel
Zowel bij het Oude Testament als het Nieuwe Testament bestaan er verschillende apocriefe boeken. Een deel daarvan wordt binnen het christendom wel gebruikt, maar als minder gezaghebbend beschouwd dan de boeken die tot de "canon" behoren. Een ander deel wordt daarentegen binnen het christendom als dwaalleer beschouwd of minstens met enige scepsis bekeken.
[bewerk] Apocriefen en deutero-canonieke boeken van het Oude Testament
De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe canon bevat boeken, waarvan lang onduidelijk was of deze boeken een Hebreeuwse oorsprong hebben. Deze boeken maken deel uit van de Septuagint, de naam voor de Griekse vertaling van de Tenach (onder christenen beter bekend als "Oude Testament" of "Hebreeuwse Bijbel") die tussen circa 250 en 100 v. Chr. werd gemaakt. Vroegere tekstcritici veronderstelden dat de Septuagint een vertaling van de masoretische tekst was. Door nieuwe tekstvondsten gaat men er nu van uit dat de Septuagint en de hedendaagse masoretische teksten beiden vertalingen zijn van een nog oudere, inmiddels verloren gegane Hebreeuwse versie, ook wel de Vorlage genaamd.
De deutero-canonieke boeken zijn de geschriften die niet behoren tot de Hebreeuwse canon (deutero-canoniek betekent 'in tweede instantie aan de canon toegevoegd'), maar die wel opgenomen zijn in het rooms-katholieke Oude Testament. Sommigen ervan gaan terug op oorspronkelijk in het Hebreeuws of Aramees geschreven handschriften. Anderen zijn oorspronkelijk in het Grieks geschreven. Uit deze deutero-canonieke boeken werd soms door de kerkvaders en kerkelijke schrijvers uit de eerste eeuwen geciteerd. Ze behoren tot de canon van de Septuagint en van de Vulgaat, en hun plaats in de canon van de Bijbel werd bevestigd door de Concilies van Florence (1441) en Trente (1546). Het woord deutero-canoniek is van de kerkvader en Bijbelgeleerde Hiëronymus afkomstig en duidt aan dat hij ze in tweede instantie tot de canon zou willen rekenen.
Deze Bijbelboeken worden door de protestantse kerken niet als theologisch en geestelijk gezaghebbend erkend en maken volgens hen geen deel uit van de Bijbel. Omdat Maarten Luther de Tenach als grondtekst voor zijn Bijbelvertaling gebruikte - en niet de Septuagint - heeft hij ook de Hebreeuwse canon uit het jodendom overgenomen. De eerste versie van de (protestantse) Statenvertaling bevatte deze zogenaamde deutero-canonieke boeken overigens wel, maar als bijlage en ze werden voorafgegaan door een 'waarschuwing voor de lezer' dat de boeken weliswaar nuttig waren om te lezen, maar niet tot de protestantse canon behoorden. In latere (protestantse) Bijbeluitgaven werden de boeken echter weggelaten, oftewel: ze werden toegevoegd aan de protestantse lijst van apocriefe boeken. In moderne Nederlandse Bijbeluitgaven zijn de deutero-canonieke boeken veelal wel weer aanwezig, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV).
De deutero-canonieke boeken zijn:
- Tobit (Tobias)
- Judith
- Henoch
- Boek der Wijsheid
- De wijsheid van Jezus Sirach
- Baruch incl. Brief van Jeremia (Baruch 6)
- Esther (deutero-canoniek deel)
- Gebed van Azaria (Dan. 3)
- Gezang in de vuuroven (Dan. 3)
- Susanna (Dan. 13)
- Bel en de draak (Dan. 14)
- Gebed van Manasse
- 1 Makkabeeën
- 2 Makkabeeën
Enkele geschriften uit de Septuagint gelden voor zowel de katholieke kerk als de protestantse kerken als apocriefen. Deze geschriften werden soms door de kerkvaders en kerkelijke schrijvers uit de eerste eeuwen geciteerd en worden daarom door sommige oosters-orthodoxe kerken erkend:
- Ezra III
- Ezra IV
- Makkabeeën III
- Makkabeeën IV
- Psalm 151
[bewerk] Apocriefen van het Nieuwe Testament
Zie Apocriefen van het Nieuwe Testament voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Ook met betrekking tot het Nieuwe Testament bestaan apocriefe boeken, die door de rooms-katholieke kerk en protestantse kerken om uiteenlopende redenen zijn afgekeurd. Niet elk boek, dat niet-canoniek is, is daarmee apocrief. Apocriefen willen bewust onderdeel uitmaken van het Nieuwe Testament, worden doorgaans aan een apostel toegeschreven en de totstandkoming vond plaats tijdens de oudheid.
Tijdens de Canonvorming van het Nieuwe Testament kwam het tot een scheiding tussen canonieke en apocriefe boeken. Zo waren sommige apocriefen in gebruik bij en bewerkt door volgelingen van gnostische leraren, van andere apocriefen werd de authenticiteit betwist en van weer andere geschriften werd beweerd dat zij ketterijen bevatten. Een groot aantal christelijke en filosofische geschriften werd gevonden in 1945 bij Nag Hammadi, de zogenaamde Nag Hammadi-geschriften, waaronder ook gnostiserende apocriefen:
- Evangelie van Thomas (kort en het bekendst; het bestaat uit 114 uitspraken die van Jezus zouden zijn)
- Evangelie van de waarheid toegeschreven aan Valentinus
- Evangelie van Philippus waarschijnlijk geschreven door een leerling van Valentinus
- Evangelie van Maria Magdalena, onder de aandacht gekomen door De Da Vinci Code van Dan Brown
- Evangelie naar Judas in gebruik bij de Kaïnieten
- Geheime Boek van Johannes, met een uitgewerkte gnostische scheppingsmythe
Er bestaan uitgaven (onder andere van Prisma) waarin Nederlandse vertalingen van (enkele van) deze geschriften zijn gebundeld.
[bewerk] Niet-religieus gebruik
In het alledaagse spraakgebruik wordt met apocrief bedoeld dat de authenticiteit van een verhaal twijfelachtig is of zelfs ontbreekt. Het begrip wordt dan gebruikt om een verhaal aan te duiden dat desondanks vaak wordt verteld en algemeen wordt geloofd.
In literatuur verwijst apocrief naar werken die worden toegeschreven aan iemand anders dan de werkelijke auteur, veelal aan een beroemd persoon, zoals in de cyclus van Ossian die in werkelijkheid werd bedacht door James Macpherson.