Bavelien
Van Wikipedia
Periode | Subperiode | Epoch | Tijd geleden (Ma) |
---|---|---|---|
neogeen | pleistoceen | cromerien | 0,42 - 0,85 |
bavelien | 0,85 - 1,07 | ||
menapien | 1,07 - 1,20 |
Het geologisch tijdvak bavelien (Vlaanderen: baveliaan) is een epoch van de subperiode pleistoceen, dat duurde van 1,07 tot 0,85 Ma. Het komt na/op het menapien en na het bavelien komt het cromerien.
[bewerk] Glacialen en interglacialen
Het bavelien kent twee glacialen en twee interglacialen. De oudste warme fase is het Bavel-interglaciaal dat direct volgt op het koude menapien. De bosvegetatie wordt, behalve door de soorten van het gemengde eikenbos, zoals eik, linde, iep en es, vooral gekenmerkt door het voorkomen van de haagbeuk (Carpinus). In de volgende koudere periode, het Linge-glaciaal, overheersen kruiden de vegetatie. Daarna ontwikkelt zich in het Leerdam-interglaciaal weer een gemengd eikenbos, met wederom de haagbeuk als belangrijk element. De opeenvolging van de verschillende boomsoorten tijdens het Leerdam-interglaciaal vertoont veel overeenkomst met die bij de jongere interglacialen. Dit is één van de kenmerken die het bavelien als overgangsstadium van vroeg- naar midden-pleistoceen typeert. Kruiden domineren de vegetatie van het Dorstglaciaal aan het eind van het bavelien.
[bewerk] Fauna
Ook voor de zoogdieren lijkt het bavelien een belangrijk keerpunt in de kwartaire geschiedenis. Kleine zoogdieren migreren uit Eurazië en verspreiden zich sterk in West-Europa. Fossiele resten in een kleigroeve bij Dorst lijken op de intrede van de steppenmammoet in ons land al tijdens het bavelien te wijzen. Over de paleogeografie tijdens het bavelien is nog weinig bekend. In Zuid-Limburg vormt de Maas drie nieuwe terrassen. De Rijnbedding schuift terug naar het westen en de rivier stroomt daardoor weer door de Roerdalslenk en iets westelijk daarvan.