Brulkikker
Van Wikipedia
Brulkikker | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Lithobates catesbeianus Shaw, 1802 |
De brulkikker, ook wel rundkikker of stierkikker (Lithobates catesbeianus) is een grote kikker uit de familie echte kikkers of Ranidae. De kikker behoorde lange tijd tot het geslacht Rana. [1]
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
De brulkikker is een grote soort die 15 tot 23 centimeter lang wordt. De kikker is alleen al aan de grootte te herkennen, maar ook aan de groene rug en meestal witte maar soms roodoranje buik en de oranje ogen met horizontale spleetpupil. De mannetjes zijn te herkennen aan de zeer grote trommelvliezen of tympana, zichtbaar als ronde, zwarte en schijfvormige plekken aan weerszijden van de kop. Bij mannetjes zijn deze twee keer zo groot als het oog, bij vrouwtjes ongeveer even groot. In tegenstelling tot vrijwel alle andere Europese kikkers ontbreken de huidplooien aan weerszijden van de rug, dorsolaterale lijsten genoemd, volledig. Wel loopt een huidplooi (klierlijst) van achter het oog over het trommelvlies naar de basis van de achterpoten.
Het geluid van de brulkikker klinkt zeer hard en wordt wel vergeleken met het loeien van een rund (wrhummm..), daaraan is ook de naam te danken. De kikkervisjes worden tot 15 centimeter lang en zijn bruingroen met kleine donkere vlekjes.
[bewerk] Verspreiding
Het natuurlijke verspreidingsgebied ligt in het oostelijke en centrale deel van de Verenigde Staten, waar ze in meren, plassen en moerassen leven en niet vaak op het land komen; ze zijn vrij sterk aan water gebonden maar kunnen ook op het land in nabije vegetatie gevonden worden. Tegenwoordig bestaan in Europa alleen nog populaties in Italië, hier zijn verschillende in grootte varierende populaties verspreid over vrijwel het hele land.
[bewerk] Voedsel
De brulkikker eet alles wat in de grote bek past, en omdat hij zeer groot kan worden, zijn inheemse amfibieënsoorten niet veilig, maar ook kuikens van watervogels, knaagdieren, hagedissen en zelfs jonge (gif)slangen worden in één keer doorgeslikt. In het oorspronkelijke leefgebied zijn schildpadden en zelfs jonge krokodilachtigen niet veilig, deze komen in Italië niet voor. Het ontbreken van grote schildpadden en krokodilachtigen is ook een van de redenen dat de kikker zich massaal kan vermenigvuldigen omdat deze dieren belangrijke vijanden zijn en de populaties in het natuurlijke leefgebied in stand houden.
[bewerk] Voortplanting en ontwikkeling
De voortplanting vindt plaats als de temperaturen stijgen tot 17 - 21 graden celsius. De mannetjes omklemmen de vrouwtjes bij de oksels, deze paargreep wordt wel amplexus genoemd. De paarlust is berucht; vele koivissen en karpers legden het loodje nadat ze door de enorme en kennelijk bijziende dieren in een dodelijke paaromhelzing genomen werden. Het aantal eitjes kan oplopen tot 10.000 tot 25.000 stuks, die als grote matten onder het wateroppervlak drijven. Na ongeveer één tot twee weken komen de 12 tot 15 millimeter lange kikkervisjes tevoorschijn. Het larvestadium duurt 2 tot 3 jaar, zowel in Noord-Amerika als in Italië. De kikkervisjes bereiken een lengte van 12 tot 14,5 cm, soms groter dan 16 cm. Na de metamorfose echter zijn de kleine kikkertjes 3 tot 6 centimeter lang. Na twee tot vier jaar zijn ze geslachtsrijp, de brulkikker kan in de natuur 16 jaar oud worden.
[bewerk] De brulkikker als exoot
In de jaren 70 en jaren 80 zijn brulkikkers massaal in West-Europa ingevoerd als fauna voor tuinvijvers. Meestal gingen ze als kikkervisjes over de toonbank, maar ook volwassen exemlaren zijn geliefd om de grote kikkerbillen. Hoewel men aanvankelijk dacht dat de brulkikker zich in het Nederlandse klimaat niet kon voortplanten, bleek in de jaren '90 dat dit wel het geval was. Men vreesde een zelfde scenario als met de zeepad (Bufo marinus) die zich in Australië had ontwikkeld tot een invasieve soort, net als de zeepad zet de brulkikker enorme hoeveelheden eitjes af. Om die reden werd import in de EU verboden. In Nederland zijn al lange tijd geen exemplaren meer aangetroffen, en is de soort waarschijnlijk geheel verdwenen. In België en Duitsland werden in 2001 nog verschillende populaties gemeld, onduidelijk is hoe deze zich hebben ontwikkeld. Ook in deze landen is de import verboden.
[bewerk] Referentie
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Rana catesbeiana op Wikimedia Commons. |
Bronnen en referenties: |
|