Cancionero de Segovia
Van Wikipedia
Het Cancionero de Segovia, het liedboek van Segovia dat wordt bewaard in het archief van het kapittel van de kathedraal van Segovia, staat ook bekend als het Cancionero de la Catedral de Segovia (liedboek van de kathedraal van Segovia) of als het Cancionero Musical de Segovia (CMS).
Het liedboek van Segovia is een handschrift van het einde van de 15e eeuw met Renaissancemuziek. Het bevat een omvangrijk repertoire aan werken van vooral Spaanse, Franse en Nederlandse componisten. Tegenwoordig wordt het bewaard in het archief van het kapittel van de kathedraal van Segovia (Archivo Capitular).
Inhoud |
[bewerk] Het handschrift
Het liedboek werd samengesteld tegen het einde van de regering van koningin Isabella I van Castilië (en koning Ferdinand II van Aragón) tussen 1499 en 1503. Vermoedelijk kwam een deel van het repertoire naar Aragón en Castilië vanuit Italië, met name via Napels uit Ferrara, onder meer omdat het handschrift werken bevat waar niets soortgelijks tegenover staat in andere Spaanse bronnen van die tijd en die een, bij vergelijking met de Italiaanse bronnen, aanwijsbaar als Italiaans te duiden smaak weerspiegelt. Ook de aanwezigheid in het liedboek van componisten die in Italië hadden verbleven, lijkt daarvoor te spreken.
Het handschrift kwam in het bezit van de Biblioteca del Real Alcázar de Segovia (de koninklijke paleisbibliotheek in Segovia) en later belandde het op onbekende wijze in de kathedraal van Segovia, waardoor het ontsnapte aan de brand waaraan het alcázar mét zijn schatten in 1862 ten prooi viel.
Higinio Anglés ontdekte het handschrift in het archief van het kapittel van de kathedraal in 1922.
De codex telt 228 genummerde vellen papier en is van gemiddeld formaat (291 op 215 mm); het beschreven oppervlak bedraagt 239 op 166 mm. In tegenstelling tot andere liedboeken van die tijd bevat het geen inhoudsopgave noch een groepering van de werken naar genre, zoals romances en motetten.
Drie niet met naam vermelde copiïsten lijken aan het werk te zijn geweest. In de volgende tabel, die de inhoud weergeeft, staan ze als A, B en C:
Nr. | Stemmen | Genre | Copiist |
---|---|---|---|
|
|
|
|
Het handschrift kan ook als volgt worden onderverdeeld:
- het eerste deel, tot folio 206, bevat meer dan 150 werken uit het repertoire van de Nederlandse polyfonisten;
- het tweede deel, van folio 207 tot 228, begint met de aantekening: Aquj comjensan las obras castellanas (hier beginnen de Castilliaanse werken). Dit deel bevat 40 werken waarvan 37 in het Castiliaans, 2 in het Latijn en 1 tekstloos.
Anders dan de Castiliaanse en Latijnse werken zijn de Franse en Nederlandse slechts voorzien van een incipit, waarbij opvalt dat het incipit van de Nederlandse liederen verrassend correct is gespeld, in tegenstelling tot wat het geval is in de meeste Italiaanse bronnen van die tijd, waar ook een vrij belangrijk aantal Nederlandse liederen in is opgenomen. Onder meer omdat de spelling van de Nederlandse incipits bovendien correcter is dan die van de Franse, waarin castilianismen en neerlandismen voorkomen, is geopperd dat de uit Brugge afkomstige componist Johannes Wreede copiist A van het manuscript zou kunnen zijn; van hem is geweten dat hij carissimus noster regis Hispaniae capellae magister was in de periode van 1477 tot 1481.
[bewerk] De werken
De codex bestaat in het totaal uit 204 werken in vijf verschillende talen (74 in het Latijn, 50 in het Frans, 38 in het Castiliaans, 34 in het Nederlands en 8 in het Italiaans). Daarvan zijn er 97 alleen in deze codex terug te vinden. De stukken zijn van de hand van een groot aantal componisten, onder wie: Jacob Obrecht (31 werken), Heinrich Isaac (21), Alexander Agricola (22), Loyset Compère (13), Juan de Anchieta, Philippe Caron (1), Hayne van Ghizeghem (5), Johannes Tinctoris (9), Antoine Busnois (2), Josquin Desprez (6), Juan del Encina, Francisco de la Torre, Pedro de Lagarto, Alonso de Mondéjar (1), Juan Pérez de Gijón, Johannes Wreede (Juan de Urrede) (1), Antoine Brumel (6), Matthaeus Pipelare (4), Petrus Elinc (4), Roelkin (3), Adam (2), Johannes Aulen (1), Johannes Joye (1), Jacobus Barbireau (1), Marturia Prats (1), Johannes Ffarer (1) y Johannes Martini (3).
De Nederlandse liederen van het handschrift vormen een van de voornaamste bronnen voor dit genre in die taal uit die tijd. Zo maken de liederen van Obrecht niet alleen al het leeuwendeel uit van het overgeleverde repertoire aan Nederlandse liederen van deze componist - die in dat genre al de meest vruchtbare van zijn tijd is - maar meteen ook meer dan de helft van het totale bewaard gebleven wereldlijke oeuvre van deze componist.
In het liedboek zijn werken opgenomen met zowel geestelijke als wereldlijke onderwerpen. Onder de genres die zijn vertegenwoordigd vinden we missen, motetten, villancico‘s, chansons en instrumentale stukken. De stukken gaan van eenvoudige Castiliaanse werken tot doorwrochte composities.
[bewerk] Eerste deel: werken van Nederlandse polyfonisten
Enkele werken uit het eerste deel:
-
Nr Werk Voces Compositor Muzikaal genre Morte che fay 4 Heinrich Isaac canzona Fortuna disperata 5 Heinrich Isaac chanson De tous biens playne 2 Heinrich Isaac quodlibet Omnis spiritus laudet 5 Jacob Obrecht motet Regina celi 2 Jacob Obrecht duo Fortuna disperata 3 Antoine Busnois De tous biens playne 2 Johannes Tinctoris duo Le souvenir 2 Johannes Tinctoris duo D´ung aultre amer 2 Johannes Tinctoris duo tekstloos 2 Johannes Tinctoris duo Tout a par moy 2 Johannes Tinctoris duo De tous biens playne 3 Hayne van Ghizeghem chanson Comme femme desconforte 2 Alexander Agricola duo Mater Patris Antoine Brumel O crux, Ave, spes unica Antoine Brumel De tous biens playne 2 Adam duo De tous biens playne 2 Roelkin duo Todos los bienes del mundo 4 Juan del Encina villancico Fecit potentiam 2 anoniem duo Fortuna disperata 4 anoniem chanson
[bewerk] Tweede deel: Castiliaanse werken
Alle werken zijn in het Castiliaans, behalve de Pange lingua en Ave, Rex noster die in het Latijn zijn, en een ander werk dat tekstloos is.
-
Nr Werk Voces Compositor Muzikaal genre 164 Justa fue mi perdición 3 Francisco de la Torre villancico 165 Gran gasajo siento 4 anoniem 166 Pues jamás olvidaros 4 Juan del Encina 167 Nunca fue pena mayor 3 Johannes Wreede
(Juan de Urrede)168 Al dolor de mi cuidado 3 Juan Pérez de Gijón 169 Romerico ti que vienes 3 Juan del Encina villancico 170 O que chapado placer 3 anoniem 171 Demos gracias a Dios 3 Francisco de la Torre 172 Peligroso pensamiento 3 Francisco de la Torre 173 Deziflor rresplandeciente 3 anoniem 174 Contento sois que doláis dolor 3 anoniem 175 Al del hato ca los ángeles 3 anoniem 176 Ya no quiero tener fe, señora 3 Juan del Encina villancico 177 El descanso de vos ver 3 anoniem 178 Amor quiso que os quisiera 3 anoniem 179 Por muy dichoso se tenga 3 anoniem 180 Ay triste que vengo 3 Juan del Encina 181 Mas lo precio 3 anoniem 182 No cesé hasta que os vi 3 anoniem 183 Qual estávades anoche 4 anoniem 184 Ya no quiero ser vaquero 3 Juan del Encina 185 tekstloos 3 anoniem 186 Harto de tanta porfía 3 anoniem 187 Oyga tu merced 3 anoniem 188 Adoramus te, Señor 4 Francisco de la Torre 189 Andad pasiones andad 3 Pedro de Lagarto 190 O si vieras al moçuelo 3 anoniem 191 Nuevas, nuevas de plazer 3 anoniem 192 Nuevas, nuevas por tu fe 3 anoniem 193 Como nos liebas amor 3 anoniem 194 Quanto más lexos de tí 4 anoniem 195 Quedóse do quedo pro 3 anoniem 196 Para verme con ventura 3 anoniem 197 Con temor y con plazer 3 anoniem 198 Vete (a)mor busca 3 anoniem 199 Desdichado fue nacer 3 anoniem 200 Vos partiste yo quedé 3 anoniem 201 Subime a lo alto 3 anoniem 202 Pange lingua 4 Johannes Wreede
(Juan de Urrede)motet 203 Ave, Rex noster 4 Alonso de Mondéjar
[bewerk] Discografie
- El Cancionero de la Catedral de Segovia. Roberto Festa. Ensemble Daedalus. Accent ACC 9176. 1991
- Cancionero de Segovia. Manuscrito Musical s.s. del Archivo de la Catedral. Coral Ágora de Segovia. 2003
Bronnen en referenties: |
|
[bewerk] Externe links
- Artículo Sources, MS, §IX, 22: Renaissance polyphony: Spanish and Portuguese cathedral manuscripts in Grove Music Online (en, inschrijving vereist)
- Sohns-musica.com