Colin Powell
Van Wikipedia
Colin Luther Powell (New York, 5 april 1937) is een Amerikaans militair en Republikeins politicus. Tijdens zijn militaire carrière bracht hij het tot vier-sterren generaal, en van 2001 tot 2005 was hij minister van Buitenlandse Zaken.
[bewerk] Militaire loopbaan
Colin Powell nam in 1958 dienst in het Amerikaanse leger en deed achtereenvolgens dienst in Duitsland (1959-1962) en Vietnam (1962-1963 en 1968-1970). Daarna deed hij van 1972-1973 dienst in de militaire staf van het Witte Huis, waarna hij werd overgeplaatst naar Korea, alwaar hij dienst deed als bataljonscommandant. Na een plaatsing als brigadecommandant bij de 101st Airborne Division werd Powell van 1983 tot 1986 militair assistent van minister van Defensie Caspar Weinberger. In deze functie was hij nauw betrokken bij de invasie van Grenada op 25 oktober 1983.
Na minder dan een jaar als commandant van het Amerikaanse Ve legerkorps in Duitsland was Powell van 1987 tot 1989 nationaal veiligheidsadviseur van president Ronald Reagan. Na acht maanden als commandant van Forces Command kreeg hij op 1 oktober 1989 de hoogste militaire functie in de Amerikaanse krijgsmacht: chef van de gezamenlijke staven. In deze functie speelde hij een grote rol in Operatie Just Cause (de gevangenneming van de Panamese dictator Manuel Noriega) en de Golfoorlog (1990-1991). Op 30 september 1993 ging hij met pensioen, om zich vervolgens in de politiek te begeven.
Over zijn legertijd schreef hij in 1995 zijn memoires: My American Journey.
[bewerk] Politieke loopbaan
In 1996 werd hij door de Republikeinen gevraagd als presidentskandidaat, maar hij weigerde, naar verluid omdat zijn vrouw Alma niet wilde.
Van 2001 tot 2005 was Powell minister van Buitenlandse Zaken, in de eerste termijn van president George W. Bush. Condoleezza Rice, de toenmalige nationale veiligheidsadviseur, volgde hem op.
Hoewel Powell een van de meest gematigde personen in deze neoconservatieve regering was, wordt ook hij gezien als mede-aanjager van de oorlog tegen het terrorisme en de oorlogen tegen Afghanistan (2001) en Irak (2003). Anderen zien hem echter als de persoon die de invloeden van 'haviken' als Donald Rumsfeld en Paul Wolfowitz wist in te perken.