Creolen (Suriname)
Van Wikipedia
Creool was vroeger in Suriname de gebruikelijke aanduiding voor een in het land geboren slaaf. Thans duidt men alle in Suriname geboren Afrikanen en negroïde kleurlingen aan als Creolen.
Het traditionele kledingstuk van de Creolen in Suriname is de koto. Deze wordt nog steeds gedragen op feestelijke gelegenheden.
[bewerk] De Hollandse slavenhalers
De Hollanders waren destijds verwoede slavenhalers. Zij zochten vestigingsruimte voor hun plantages. Die ruimte kregen zij toen de Engelsen bij de Vrede van Breda (1667) land aan de noordkust van Zuid-Amerika aan hen afstonden in ruil voor New York. Suriname werd een slavenkolonie. In snel tempo werden slaven uit Afrika naar Suriname verscheept om te werk te worden gesteld op koffie- en suikerplantages van Nederlanders en andere Europeanen.
In de loop der tijd wenden de 'creolen' aan hun nieuwe omgeving en creëerden zij ruimte voor hun Afrikaans geloof met vele 'winti's', geesten. Sommige slaven vroegen hun geesten om hulp bij het vluchten van de plantage.
Zo werden iedere zaterdagavond, onder toeziend oog van de plantage-eigenaren en negeropzichters, tot diep in de nacht dansfeesten gehouden. Tot groot vermaak van de slavenhouders.
[bewerk] Dikke Van Dale
In 2002 was er discussie over de vraag of de woorden 'neger' en 'creool' moesten worden geschrapt uit de Dikke Van Dale, het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Naar aanleiding van een uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling naar aanleiding van een klacht van de Stichting Eer en Herstel Betalingen Slachtoffers in Suriname werd uiteindelijk besloten beide woorden te handhaven. De stichting stelde dat de betreffende woorden Afrikaans-Surinaamse Nederlanders aan de koloniale onderdrukking herinneren en zodoende pijn bij hen teweeg brengen. De commissie oordeelde echter dat "de functie van een woordenboek niet meer is dan het registreren van de betekenis van woorden in overeenstemming met het feitelijk woordgebruik".