Daniel Kahneman
Van Wikipedia
Daniel Kahneman (Tel Aviv, 5 maart 1934) is een belangrijke pionier op het grensvlak van de economie en psychologie. Hij maakte in zijn publicaties korte metten met het idee van de rationeel calculerende mens die in zijn eigen voordeel handelt, en introduceerde de menselijke psyche in de economie. In 2002 won hij de Nobelprijs voor de Economie voor “het integreren van psychologische inzichten met de economische wetenschap, in het bijzonder met betrekking tot het menselijk beoordelingsvermogen en de besluitvorming onder onzekerheid.”
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Kahneman bracht zijn kindertijd door in Parijs. In 1946 verhuisde hij met zijn ouders naar Palestina. Hij haalde 1954 zijn bachelordiploma in de wiskunde en psychologie aan de Hebrew University in Jeruzalem. Daarna diende hij in het psychologie-afdeling van het Israelische leger. In 1958 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, en voltooide in 1961 een Ph.D. in psychologie aan de Universiteit van California te Berkeley. Momenteel is hij hoogleraar ‘Psychology and Public Affairs’ aan de Universiteit van Princeton en de Hebrew University in Jeruzalem.[1]
Voor zijn onderzoek ontving Kahneman verschillende belangrijke prijzen, waaronder de 'Distinguished Scientific Contribution Award of the American Psychological Society’ (1982), de 'Hilgard Award for Lifetime Contribution to General Psychology' (1995) en de Nobelprijs voor de Economie in 2002. Verschillende van deze prijzen ontving hij samen met zijn collega Amos Tversky. Naast deze prijzen bezit Kahneman 9 eredoctoraten.[2]
[bewerk] Onderzoek
Kahneman bestudeert sinds de jaren ’70 het belang van de context in besluitvorming. Een van de belangrijkste artikelen uit deze tijd is het artikel dat hij samen met Amor Tversky schreef in Econometrica.[3] Voorafgaand aan deze publicatie redeneerden economen vanuit de veronderstelling dat mensen rationele besluiten nemen. Economen gingen uit van de mens als homo economicus, die handelt in zijn eigen belang, en daar rationeel en calculerend over nadenkt. Kahneman toonde aan dat mensen daar op een systematische manier fouten in maken.
[bewerk] Inschatting van kansen en risico’s (Prospect theory)
Een voorbeeld is dat mensen ingewikkelde situaties niet goed kunnen analyseren, vooral niet als de toekomstige gevolgen onzeker zijn. Moet je bijvoorbeeld wel of niet die extra verzekering afsluiten bij het kopen van een wasmachine? De kans dat die binnen de vijf jaar kapot gaat is klein en mocht dat toch gebeuren dan is dat geen ramp.[4] Een droge berekening wijst uit dat een dure extra verzekering niet voordelig is. Kahneman toonde in zijn onderzoek naar de prospect theory aan dat mensen kleine kansen echter veel te hoog inschatten, met in dit geval als resultaat dat een te dure verzekeringen wordt afgesloten. Kahnemans alternatieve theorieën verklaren ook waarom mensen kilometers omrijden voor een paar euro korting op een kleine aankoop, maar dat niet doen voor dezelfde kleine korting op een grote aankoop.
[bewerk] Referentieniveau (Anchoring and adjustment)
Kahneman wees ook op onze gevoeligheid voor veranderingen en kwam met de theorie van het referentie-niveau.[5] Een voorbeeld hiervan is dat voor huizenbezitters de huidige waarde van hun huis nauwelijks telt, omdat ze aan het referentieniveau gewend zijn. Echter, afwijkingen op dit referentieniveau wegen wel zwaar - als de waarde daalt of stijgt doordat er voor hun deur een flat wordt gebouwd of park wordt aangelegd telt dit in de beleving zeer zwaar.
[bewerk] Aversie tegen verlies (Loss aversion)
Kahneman toonde ook aan dat mensen verliezen veel zwaarder wegen dan dat we eenzelfde waardestijging waarderen.[6] Dat is bijvoorbeeld te zien in quizzen. Dikwijls komt er in de quiz een moment waarop mensen moeten kiezen of ze stoppen (met behoud van het bedrag), danwel doorgaan (met de mogelijkheid het bedrag te verdubbelen of geheel te verliezen). Omdat mensen inmiddels aan het bedrag zijn gewend – het is hun referentie-niveau - en het vooruitzicht te verliezen meer indruk maakt dan de kans om te winnen, zullen ze meestal stoppen. Kahnemans theorie van aversie tegen verlies verklaart het quizgedrag veel beter dan de tot dan toe bestaande theorieën.
[bewerk] Voorkeur voor het bestaande (Status quo bias)
Uit onderzoek van Kahneman blijkt ook dat mensen een voorkeur hebben voor de status quo.[7] Hij toonde dit aan met behulp van een experiment in Amerika. In de Amerikaanse staten New Jersey en Pennsylvania werd door de overheid, als onderdeel van een wetswijziging, burgers een keuze voorgelegd uit twee voertuigverzekeringen. Optie 1 was duurder maar bood meer (juridische) mogelijkheden. Optie 2 was goedkoper en bood minder mogelijkheden. Op dat moment was de bestaande verdeling tussen deze opties in beide staten ongeveer gelijk. In New Jersey werd de duurste optie als standaard optie aangeboden, met als gevolg dat 75% van de burgers hier voor koos. In Pennsylvania, waar de goedkoopste optie als standaard werd aangeboden, koos slechts 20% tóch de duurste. Dit effect speelt waarschijnlijk ook een rol bij soortgelijke keuzeprocessen, zoals bij de keuze om wel of niet orgaandonor te worden.
[bewerk] Overschatting kans op specifiek geval (Conjunction fallacy)
Een vaak geciteerd geval voor deze overschatting is het volgende voorbeeld van Tversky en Kahneman:[8]
“Linda is 31 jaar oud, vrijgezel, erg uitgesproken en slim. Ze is afgestudeerd psychologe. Als student was ze erg betrokken met onderwerpen als discriminatie en sociale rechtvaardigheid en ze nam deel aan anti-nucleaire demonstraties.
Wat ligt meer voor de hand?
- Linda werkt bij een bank.
- Linda werkt bij een bank en is actief in de vrouwenbeweging.
85% van de respondenten in een onderzoek koos voor optie 2. Statistisch is echter de kans dat de twee feiten over Linda samenvallen (conjunction) kleiner dan de kans dat alleen het feit 1 waar is. Mensen overschatten de kans op een specifiek geval.
[bewerk] Haviken winnen vaak van duiven
Begin 2007 verscheen van de hand van Kahneman en Jonathan Renshon een artikel waarin zij uitleggen waarom, in debatten over oorlog en vrede, de argumenten van ‘haviken’ om psychologische redenen vaak overtuigender zijn dan die van ‘duiven’.[9] Mensen zijn geneigd om bij conflicten hun eigen kracht te overschatten. Het gedrag van tegenstanders beschouwen zij als onverbeterlijk vijandig, waarbij makkelijk vergeten wordt dat zij ook als vijandig worden beschouwd door de tegenstander. Zowel in huwelijks- als in internationale conflicten geloven beide partijen dat zij slechts reageren op de kwade bedoelingen van de ander.
[bewerk] Invloed in Nederland en België
Verschillende onderzoekers in het Nederlandse taalgebied zijn geïnspireerd door het werk van Kahneman:
- Prof.dr. Han Bleichrodt, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Onderzoek naar keuzes in de zorg.
- Prof. dr. Erik van Dijk, hoogleraar Sociale Psychologie aan de Universiteit Leiden. Onderzoek naar eerlijkheid, eigenbelang en de motivationele kracht van de situatie.
- Prof. dr. Maarten Janssen, hoogleraar micro-economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Onderzoek naar theorievorming over hoe individuen zich gedragen en hoe industrieën zich organiseren.
- Prof. dr. Marcel Zeelenberg, hoogleraar Sociale Psychologie de Universiteit van Tilburg. Onderzoek naar de relatie tussen emoties en gedrag.
[bewerk] Selectie van publicaties
Zie voor een uitgebreide lijst [10].
- Kahneman D., J. Knetsch & R. Thaler (1986), Fairness and the assumptions of economics, Journal of Business 59, S285-S300.
- Kahneman D., J. Knetsch & R. Thaler (1990), Experimental tests of the endowment effect and the Coase theorem, Journal of Political Economy 98, 1325-1348.
- Kahneman D. & D. Lovallo (1993), Timid choices and bold forecasts: A cognitive perspective on risk taking, Management Science 39, 17-31.
- Kahneman D. & A. Tversky (1972), Subjective probability: A judgment of representativeness, Cognitive Psychology 3, 430-454.
- Kahneman, D. & A. Tversky (1973), On the psychology of prediction, Psychological Review 80, 237-251.
- Kahneman, D. & A. Tversky (1979), Prospect theory: An analysis of decision under risk, Econometrica 47, 263-291.
- Kahneman, D. E. Diener and N. Schwarz (red.) Well-Being: Foundations of Hedonic Psychology New York: Russell Sage Foundation Press.
- Kahneman, D. & A. Tversky, eds. (2000), Choices, values and frames Cambridge: Cambridge University Press.
- Kahneman, D. (2003), A perspective on judgment and choice: Mapping bounded rationality. American Psychologist, 58: 9, 2003, 697-720.
- Kahneman, D., A. B. Krueger, D. A. Schkade, N. Schwarz, A. A. Stone (2004) A Survey Method for Characterizing Daily Life Experience: The Day Reconstruction Method Science 3: Vol. 306. no. 5702, pp. 1776 – 1780.
- Kahneman, D. & J. Renshon (2007) Why Hawks Win, Foreign Policy, 158.
[bewerk] Referenties
- ^ Biografie van Kahneman op www.nobelprize.org
- ^ Lijst van eredoctoraten: University of Pennsylvania (2001), University of Toronto (2002), Ben-Gurion University (2003), The New School (2003), The University of British Columbia (2004), Harvard University (2004), The University of East Anglia (2004), University of Wurzburg (2004), University of Milan (2005).
- ^ Kahneman, Daniel, and Amos Tversky (1979) "Prospect Theory: An Analysis of Decision under Risk", Econometrica, XLVII (1979), 263-291.
- ^ Dit voorbeeld is ontleent aan het Kahneman-dossier van VPRO’s Noorderlicht.
- ^ Zie ook [11] op de Engeltalige Wikipedia.
- ^ Zie ook [12] op de Engeltalige Wikipedia.
- ^ Zie ook [13] op de Engeltalige Wikipedia.
- ^ Zie ook [14] op de Engeltalige Wikipedia.
- ^ Kahneman, D. & J. Renshon (2007) Why Hawks Win, Foreign Policy, 158.
- ^ Zie ook [15].
Winnaars van de Nobelprijs voor de Economie (2001-heden ) |
2001: Akerlof, Spence, Stiglitz | 2002: Kahneman, Smith | 2003: Engle, Granger | 2004: Kydland, Prescott | 2005: Aumann, Schelling | 2006: Phelps |