De Telegraaf
Van Wikipedia
De Telegraaf is het grootste Nederlandse dagblad. De krant, die landelijk zeven dagen per week verschijnt, bevat onder andere binnenlands, buitenlands en sportnieuws en heeft een dagelijkse financiële sectie: 'De Financiële Telegraaf'. Overige rubrieken zijn onder meer: 'Privé', 'Wat U zegt', 'Vrouw', 'Neon' en de invloedrijke societyrubriek Stan Huygens Journaal. De Telegraaf, gevestigd te Amsterdam, is een ochtendkrant met een oplage van circa 750.000 exemplaren. Basismedia BV, een dochtermaatschappij van de Telegraaf Media Groep, verspreidt een gratis ochtendkrant op tabloidformaat onder de titel Sp!ts.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De Telegraaf werd opgericht door jonkheer Henry Tindal, die tegelijkertijd ook het kopblad De Courant begon. Op 1 januari 1893 verscheen het eerste nummer. Toen Tindal in 1902 overleed, nam drukker Hendrikus Marinus Cornelis Holdert met hulp van geldschieters De Telegraaf per 12 september over, samen met De Courant. Vooral dit laatste blad bleek zeer winstgevend, zodat Holdert tussen 1903 en 1923 de ene krant na de andere kon opkopen. Holdert hief al deze kranten op. De naam Amsterdamsche Courant werd de ondertitel van De Telegraaf, en de naam Het Nieuws van den Dag werd aan De Courant gekoppeld. Al vóór de Eerste Wereldoorlog was Holderts concern, gemeten naar de oplage van zijn kranten, het grootste dagbladbedrijf van Nederland. Vóór de Tweede Wereldoorlog omvatte het marktaandeel ruim 20% van de totale Nederlandse dagbladpers.
In 1926 begon de bouw van een nieuwe drukkerij/redactieruimte aan de Nieuwezijds Voorburgwal, ontworpen door J.F. Staal en G.J. Langhout, die in 1930 in gebruik werd genomen. Het gebouw zou in 1966 door woedende bouwvakkers worden belaagd (en gedeeltelijk vernield) tijdens de zogeheten 'Telegraafrellen'.[1] Ook in 1930 kocht Holdert de laatst overgebleven mede-aandeelhouder uit. Sindsdien was hij enig eigenaar van het Telegraaf-concern en de enige echt grote 'press lord' die Nederland ooit gekend heeft.
In 1974 verhuisde De Telegraaf naar de Basisweg te Amsterdam.
[bewerk] Eerste Wereldoorlog
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Nederland een neutrale positie in het conflict had ingenomen, koos De Telegraaf zeer nadrukkelijk de zijde van Engeland, Frankrijk en Rusland tégen Duitsland en Oostenrijk. Hoewel de Staat der Nederlanden in een aantal strafprocessen trachtte De Telegraaf de mond te snoeren, volgde in alle gevallen vrijspraak.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
In de loop van juni 1940 kwam Holdert (via zijn zoon Hakkie Holdert jr.) in contact met ir. C.J. Huygen, die in september 1940 door ir. A.A.. Mussert (leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) werd benoemd tot secretaris-generaal van deze beweging. Via Huygen verwierf Holdert de steun van Mussert in zijn streven niet in Duitse handen te vallen. Hiervoor betaalde Holdert f 25.000 (omgerekend naar de waarde in 2005 is dit: € 170.000) waarmee de NSB WA-uniformen kon laten maken. Ook betaalde Holdert aan Huygen diens maandelijkse toelage van f 1.000 (2005: € 6.900), later f 1.500 (2005: € 9.000). Hiermee gaf Holdert substantiële financiële steun aan de NSB.
Medio 1942 werd de hoofdredacteur van De Telegraaf, J.M. Goedemans, ontslagen op last van prof. dr. T. Goedewaagen, op dat moment secretaris-generaal van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Goedemans had, in een artikel over de Tachtigjarige Oorlog een vergelijking getrokken tussen het toenmalige verzet tegen de bezettende Spaanse overheid en het actuele verzet tegen de Duitse bezetter. Goedewaagen was van mening dat Goedemans een zekere sympathie tentoonspreidde voor verzet tegen een bezettende overheid. Vandaar zijn gedwongen vertrek, na een dienstverband van bijna 35 jaar. Goedemans' artikel was echter slechts de aanleiding. De afwijzende houding van De Telegraaf ten aanzien van de staatkundige situatie in Nederland in de eerste oorlogsjaren, was de Duitse bezetter al langer een doorn in het oog. De Telegraaf werd gestraft met een (later weer herroepen) boete van f 10.000 (2005: € 69.000). Goedemans werd opgevolgd door J.C. Fraenkel, die - niet naar genoegen van de Duitse bezetter - in eerste instantie het beleid van Goedemans in grote trekken continueerde. Onder zware druk van het Reichskommissariat moest Fraenkel uiteindelijk instemmen met het plaatsen van artikelen die hem (en dus ook De Telegraaf) na de oorlog zijn aangerekend: anti-joodse artikelen en SS-frontreportages. Na het overlijden van Holdert in juli 1944 en het aftreden van Fraenkel in oktober 1944 kwam De Telegraaf geheel in handen van Holdert jr.[2] en diens SS-trawanten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog drukte de drukkerij van De Telegraaf pro-Duitse bladen, waaronder de Deutsche Zeitung in den Niederlanden. Hiermee vertoonde De Telegraaf hetzelfde gedrag als het genazificeerde concern van drukkerij/uitgeverij De Arbeiderspers, die de vervaardiging van veel nationaalsocialistisch drukwerk (onder meer Storm, Groot Nederland en De Waag) ter hand nam tijdens de Tweede Wereldoorlog.[3]
[bewerk] Na de oorlog
De Commissie voor de Perszuivering heeft geoordeeld dat Holdert het behoud van zijn kranten heeft bewerkstelligd door uit pure baatzucht en welbewust met de vijand te heulen, financiële steun te verlenen aan diens handlangers en verraderlijke en vijandelijke propaganda te voeren. Het oordeel van de Commissie betekende voor de krant een verschijningsverbod voor dertig jaar. Dat verbod werd in 1949 opgeheven. In die periode werden op de persen van De Telegraaf de dagbladen Trouw en Het Parool gedrukt, beide voortgekomen uit het verzet.
Het oordeel van de Commissie voor de Perszuivering heeft er mede toe bijgedragen dat De Telegraaf de exponent bij uitstek werd van de collaborerende pers. Dat beeld wordt echter in de dissertatie van René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting, gemotiveerd genuanceerd.
Hoewel De Telegraaf weinig reden heeft met trots terug te zien op de bezettingsjaren, moet niettemin worden vastgesteld dat het redactionele beleid van Goedemans en in mindere mate ook dat van Fraenkel, met rugdekking van Holdert, eerder wijst in de richting van een streven kwalijke invloeden zoveel en zolang mogelijk tegen te gaan dan op capitulatie en dienstbaarheid, zoals door zovelen met grote stelligheid is beweerd of zelfs bewezen geacht.[4] Als dagbladuitgever heeft Holdert zich niet wezenlijk anders gedragen dan zijn collega's en zelfs indien hij zich - sterker dan zij - heeft laten leiden door baatzucht dan heeft dat streven in ieder geval niet geleid tot een grote toename van het aantal abonnees en daarmee van de inkomsten, zoals bij nagenoeg alle andere dagbladen wel het geval is geweest. Het aantal abonnees van De Telegraaf bleef in de jaren 1940-1945 beduidend beneden dat van de jaren dertig en De Courant-Het Nieuws van den Dag boekte slechts een bescheiden abonneewinst.
Van een aantal leden van de Commissie voor de Perszuivering is aantoonbaar dat zij op enigerlei wijze verbonden waren aan voormalige illegale bladen die zich scherp hadden uitgelaten tegen een terugkeer van De Telegraaf of zelfs rechtstreeks partij waren in de gelijktijdig plaatsgrijpende politieke en zakelijke strijd om de beschikking over de bedrijfsinstallaties van De Telegraaf. En ook in die strijd hebben vetes van persoonlijke en zakelijke aard onmiskenbaar een rol gespeeld.[5]
Van de affaire van 1945/1949 is de stellige indruk overgebleven dat De Telegraaf de exponent bij uitstek van de collaborerende pers tijdens de Duitse bezetting was. Die notie treft men nog zeer nadrukkelijk aan in (pers)publicaties uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Meer dan bij enig ander persorgaan het geval is, wordt het zicht op het doen en laten van De Telegraaf tijdens de Duitse bezetting vertroebeld en vertekend door het beeld dat men er zich van heeft gevormd, ten dele onder invloed van wat men meende dat zich vóór 1940 al had afgespeeld, maar vooral door de verwikkelingen in de jaren 1945-1949. Die vertekening kan voor een groot deel worden gecorrigeerd met behulp van het bewijsmateriaal dat in het kader van de Perszuivering en de Bijzondere rechtspleging over De Telegraaf is verzameld.[6]
Na de opheffing van het verschijningsverbod groeide De Telegraaf opnieuw uit tot het grootste dagblad van Nederland. In 1998 werd het kopblad De Courant/Nieuws van de Dag opgeheven.
Sinds 21 maart 2004 verschijnt De Telegraaf ook op zondag.
[bewerk] Eigendom
De Telegraaf Media Groep (voorheen N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf) is voor meer dan 30% in handen van de familie Van Puijenbroek uit Goirle, en exploiteert niet alleen de dagbladen De Telegraaf en Sp!ts, maar heeft ook belangen in de televisiezender SBS 6, de regionale krantenuitgeverij Wegener, website GeenStijl.nl (40% sinds 2006) en het persbureau ANP (28,4% sinds 2001).
HDC-Media, dat het Noordhollands Dagblad, Haarlems Dagblad, Leidsch Dagblad, de IJmuider Courant en De Gooi- en Eemlander uitgeeft is een volle dochter van Holdingmaatschappij De Telegraaf.
Mediagroep Limburg, uitgever van Limburgs Dagblad en Dagblad De Limburger, was eveneens eigendom van deze holdingmaatschappij, maar is in juni 2006 verkocht aan Mecom Group plc.
[bewerk] Trivia
- In 1999 plaatste de krant tot twee maal toe foto's van een vrouw in het gezelschap van prins Willem-Alexander waarbij ten onrechte beweerd werd dat het Máxima was.
- De uitgave van 27 september 2003 meldde dat een gedetineerde vanuit zijn cel een escortservice voor gevangenen zou leiden. Een verslaggever was door de gedetineerde misleid, maar ondanks dat dit tijdig door Justitie was gemeld, kwam het verhaal groot op de voorpagina.
- In 2003 oordeelde de Raad voor de journalistiek (RvdJ) een klacht over de kop van het Telegraaf-artikel “SP’er betaalde taartactie Pim” gegrond. "Met de publicatie van de kop hebben verweerders grenzen overschreden van hetgeen gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk toelaatbaar is." aldus de RvdJ.
- In 2005 ontving René Steenhorst, redacteur van de gezondheidsrubriek van de krant, de Meester Kackadorisprijs van de Vereniging tegen de Kwakzalverij wegens aanprijzing van kwakzalverij.
- In 2006 werden twee Telegraaf-journalisten gedurende enkele dagen gegijzeld door justitie omdat ze hun bron voor een artikel over de topcrimineel Mink Kok (waarschijnlijk een voormalige AIVD'er) niet wilden prijsgeven.
[bewerk] Noten
- ↑ De bouwvakkers waren verontwaardigd over een eerder bericht van De Telegraaf waarin stond dat hun collega Jan Weggelaar, die de dag daarvoor op straat was overleden, niet door politiegeweld zou zijn omgekomen maar als gevolg van een hartaanval. Hoewel dat laatste medisch is vastgesteld, is de woede van zijn collega-bouwvakkers begrijpelijk, daar Weggelaar ten tijde van de acties het slachtoffer was van politiegeweld. (Zie hierover het VPRO-programma 'Andere Tijden': VPRO-uitzending over de Telegraafrellen)
- ↑ Op 27 november 1946 vermeldt de Rotterdamsche Courant: Hakkie Holdert gearresteerd. De 40 jarige Henri Holdert die tijdens de bezetting door de Duitsers tot directeur van De Telegraaf werd uitgeroepen, doch die tot op heden steeds onvindbaar was in ons land, is door de Alkmaarse P.R.A. gearresteerd op een zeewaardige tweemaster die onder Monnikendam gemeerd lag. Hij viel door de mand, toen een litteken onder zijn arm zichtbaar werd. Het was afkomstig van het operatief verwijderde bloedgroep teken van de SS. Als lid van de Waffen-SS was Holdert jr. in Duitse krijgsdienst naar het Oostfront geweest.
- ↑ Frank van de Bogaard, Een stoottroep in de letteren: 'Groot Nederland', de SS en de Nederlandse literatuur (1942-1944). Stichting Bibliographia Neerlandica, 's-Gravenhage, 1987, p. 45-47. ISBN 90-71313-07-7.
- ↑ René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 248.
- ↑ René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 232.
- ↑ René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 232-233.
[bewerk] Externe links
Bronnen en referenties: |
|