Ernst Brugger
Van Wikipedia
Ernst Brugger (Bellinzona, 10 maart 1914 - Gossau, 20 juni 1998), was een Zwitsers politicus.
Hij was de zoon van een treinmachinist en kleine boer. Van zijn vader leerde Ernst Brugger op de boerderij de fijne kneepjes van het boerenvak. Hij werkte enige tijd op de boerderij van zijn vader. Ernst Brugger studeerde aan de kweekschool en op 19-jarige leeftijd werd hij leraar basisonderwijs. Nadien studeerde hij in Frankrijk en Engeland verder. In Engeland haalde hij ook zijn pilotenbrevet. Na zijn terugkeer in Zwitserland werkte hij als tweede graadsleraar. In 1947 werd hij in de gemeenteraad van Gossau (kanton Zürich) gekozen. Van 1947 tot 1967 zat hij (als partijloos politicus 1947-1959) in de Grote Raad (kantonaal parlement) van Zürich.
Van 1959 tot 1973 was Ernst Brugger voor de Vrijzinnige-Democratische Partij (FDP) lid van de Regeringsraad van Zürich. Hij beheerde de departementen van Binnenlandse Zaken en Justitie (1959-1967) en het departement van Economische Zaken (1967-1973). Van 1 mei 1964 tot 30 april 1965 was hij voorzitter van de Regeringsraad van Zürich.
Op 10 december 1969 werd Ernst Brugger in de Bondsraad gekozen. Hij bleef lid tot 31 januari 1978. Hij beheerde het Departement van Economische Zaken.
Als minister van Economische Zaken werd Brugger geconfronteerd met de economische depressie waarmee Zwitserland in de jaren '70 kampte. Hij nam de nodige maatregelen om de economie te doen opleven. Tijdens de oliecrisis (1973) nam hij maatregelen om de Zwitserse olievoorraad op peil te houden. In 1972 tekende hij samen met minister van Buitenlandse Zaken Pierre Graber in Brussel een handelsverdrag met de EEG.
In 1973 was Ernst Brugger vicepresident en in 1974 was hij bondspresident.
Na zijn aftreden was hij o.a. directeur van de Zwitserse Volksbank.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- Biografie op de Historisches Lexikon der Schweiz (in het Duits)
- www.rulers.org/swican4.html
- www.rulers.org/indexb5.html
| Voorganger: Hans Schaffner |
Lid van de Zwitserse Bondsraad 1969-1978 |
Opvolger: Fritz Honegger |
