Gasexplosie Gellingen
Van Wikipedia
Op 30 juli 2004 vond op het industriegebied van het Belgische plaatsje Gellingen, een deelgemeente van Aat in de provincie Henegouwen, een zware explosie plaats nadat er een gaslek geconstateerd was. Door de ontploffing en de zware brand die volgde kwamen 24 mensen om.
Inhoud |
[bewerk] Oorzaak
De gasexplosie is waarschijnlijk veroorzaakt na beschadiging van de leiding tijdens werken met een graafmachine enkele weken voor de ramp. Toen op 30 juli 2004 operator Fluxys de druk verhoogde in de pijpleiding, is die volledig opengebarsten.
De ramp bracht een discussie op gang over hoe dergelijke ongevallen in de toekomst vermeden konden worden. Normaal gezien is iedere aannemer verplicht om na te trekken of er zich een gasleiding bevindt onder de plaats van de werken. Als dat het geval is, moet de operator van de leiding ingelicht worden over de werken, en mogen er geen graafmachines gebruikt worden vlakbij de leiding. Er kwam echter aan het licht dat in de praktijk de plannen van ondergrondse gasleidingen onbestaande of onvolledig waren.
[bewerk] Chronologisch verloop
Rond 8:45 uur ontplofte het gas toen men bezig was het lek te dichten. Rond 14 uur meldde Fluxys in een persbericht dat de oorzaak van de ontploffing nog niet bekend was, de aandelen van het bedrijf werden opgeschort op de beurs. Een paar uur na de ramp werd duidelijk dat er zeker vijftien mensen waren overleden (waaronder vijf brandweermannen) en 112 gewond geraakt. Op de naastgelegen snelweg E429 verbrandden mensen in hun auto. Drie omliggende gebouwen werden verwoest.
Rond 11 uur werd fase drie van het rampenplan afgekondigd. Koning Albert II, premier Guy Verhofstadt en minister van Volksgezondheid Rudy Demotte kwamen terug van hun vakantie; minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael bezocht de rampplek.
Later op de dag telde men 16 doden, 124 gewonden waarvan tien in levensgevaar en kunstmatig beademd en 3 vermisten (zeer waarschijnlijk leden van de vrijwillige brandweer van Aat.
Getuigen waren onder de indruk van de uitgebrande wagens, de verwoeste bedrijfspanden, de enorme krater met een diameter van 10 meter en een diepte van 3 tot 4 meter, en het gevoel "te wandelen op gebakken aarde". Het ontbrekende stuk gasleiding werd 250 m verder teruggevonden.
Het dodental liep, omwille van de zwaargewonde brandwondenslachtoffers, een maand na de ramp op tot 22. De schade beloopt tientallen miljoenen euro. Op 11 november 2004 overleed een 23ste slachtoffer. Uiteindelijk vielen 24 doden en raakten 132 personen gewond.
[bewerk] Cijfers
- Bij de 24 doden waren 5 brandweermannen.
- Bij de 132 gewonden waren er 25 met levensbedreigende brandwonden.
- In juni 2005 verliet de laatste gewonde het militair hospitaal van Neder-Over-Heembeek.
- 400 betrokkenen stelden zich burgerlijke partij.
- 28,5 miljoen euro werd uitbetaald door verzekeraars.
- Het jongste slachtoffer was 19 jaar oud.
[bewerk] Gevolgen
Drie maanden na de ramp zat maar liefst 40,7 procent van de gewonden nog altijd met een psychisch, onverwerkt trauma (ter vergelijking, na de ramp in Volendam ontwikkelde slechts 16% der slachtoffers een posttraumatische stress-stoornis).
Op 30 juli 2005 werd om 8u57 op het terrein van de explosie 3 minuten stilte in acht genomen en een gedenkmonument onthuld. Het monument, in blauwe hardsteen, heeft de vorm van een vleugel waarop de namen van de doden gegraveerd staan. Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael was present, evenals Denis Carton van de federale coördinatiedienst. Die laatste las de namen van de doden voor. Alle Belgische brandweerkazernes lieten hun sirenes horen.
's Namiddags brachten een kleine 400 brandweermannen, die de 250 Belgische brandweerkorpsen vertegenwoordigden, een eresaluut aan hun 5 overleden collega's.
Ten gevolge van de gasexplosie werden een aantal initiatieven genomen voor mensen met zware brandwonden. Zo zullen vanaf 1 januari 2006 de brandwondencentra in België de kosten van medicijnen die niet terugbetaald werden, op zich nemen.
Op 28 juli 2005 ontving de vzw "Solidarité Ghislenghien" (Solidariteit Gellingen) een schenking van een miljoen euro van gasnetwerkbeheerder Fluxys.
[bewerk] Slachtoffers
- Eddy Pettiaux (53 jaar) : brandweerluitenant (brandweer van Aat)
- Jean-Pierre Laloy (37 jaar) : brandweerkorporaal
- Pierre Diricq (34 jaar) : brandweerman en ambulancier
- Noël Merlin (56 jaar) : brandweerman
- Guy Lizon (32 jaar) : gezinshoofd en brandweerman
- Michel Lambrix (51 jaar) : technicus van Electrabel.
- Pierre Dubois (47 jaar) : politieman van Boussu.
- Michel Ricciardi (41 jaar) : werknemer van Diamant Boart.
- Giuseppe Lo Presti (47 jaar) : Italiaanse werknemer (sinds 15 jaar) van Diamant Boart.
- Angelo Spateri (40 jaar) : Italiaanse werknemer (sinds 10 jaar) van Diamant Boart
- Philippe Catelin (43 jaar) : werfleider
- Pascal Decausemaecker (33 jaar)
- Yvan Van Der Stockt (43 jaar)
- Karel Degreef (35 jaar)
- Geoffrey Albumazard (22 jaar) : inwoner van Valenciennes.
- Marian Verplaetse (49 jaar) : inwoner van Fresnes-sur-l'Escaut.
- Daniel Verrez (31 jaar) : inwoner van Valenciennes
- André Petit (40 jaar) : ploegbaas, inwoner van Hampteau.
- Daphné Gheelen (34 jaar) : jong gezinshoofd, werkte voor een onderaannemer
- Abdesamad Aattache (19 jaar) : het jongste slachtoffer
- Luc Lion (55 jaar)
- Jean-Claude Tihon (47 jaar)
- Roger Depla (51 jaar) : inwoner van Ingelmunster
Categorieën: Aat | Cultuurramp | 2004