Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel
Van Wikipedia
De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is de tekst waarin voor de eerste keer in de christelijke geschiedenis de fundamentele doctrines van het Christendom werden vastgesteld:
1. de leer van de incarnatie/menswording van God in de persoon van Jezus Christus en
2. de Triniteitsleer (er bestaat maar één God, maar deze manifesteert zich in drie personen).
De eerste aanzet hiertoe werd gegeven tijdens het eerste oecumenische Concilie van Nicea in 325 door de kerkleiders (later betiteld als patriarchen) van de 3 grote christelijke centra: Rome, Alexandrië, en Antiochië, alsmede van de zetel van Jeruzalem. Dit Concilie rekende af met het Arianisme en verklaarde dit tot ketterij. Arius, de naamgever van deze Christelijke stroming en priester in Alexandrië, verkondigde dat Christus geen goddelijke natuur had maar een door God geschapen - weliswaar superieur - mens was en daarom als "Zoon van God" ondergeschikt was aan God de Vader. In antwoord op deze opvatting bepaalde het Concilie van Nicea dat Christus geen halfgod maar God was en in essentie één met de God de Vader.
De triniteitsleer werd in Nicea nog niet uitgewerkt, want over de Heilige Geest, de derde Goddelijke persoon, werd nog niet gesproken. Dit gebeurde pas tijdens het oecumenisch concilie van Constantinopel in 381. Dit stelde de geloofsbelijdenis van Nicea als onveranderlijk vast met als belangrijkste toevoeging dat de Heilige Geest als derde goddelijke persoon evenveel God was als God de Vader en Christus de Zoon van God en die, zo zegt de tekst, "voortkomt uit de Vader". In het Latijn luidend: "qui ex patre procedit".
Hoewel de tekst van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel nadien door geen enkel oecumenisch concilie meer is gewijzigd en tot op de dag van vandaag formeel (met ondergeschikte tekstuele varianten) geldt als de geloofsbelijdenis van alle christenen, is een ogenschijnlijk kleine toevoeging in de hiervoor genoemde Latijnse tekst één van de oorzaken geweest van het schisma tussen de Kerk van Rome en de Oosters-Orthodoxe kerken in 1054: na de woorden "ex patre" (= "uit de vader") werd in 589 door het concilie van Toledo van de Spaanse kerk het woord filioque ("en de zoon") aan de geloofsbelijdenis toegevoegd. Onder aanvoering van keizer Karel de Grote werd dit door de Duitse kerken in 794 als enig juiste tekst bestempeld en is sindsdien in de tijdens de eucharistieviering gebruikte rooms-katholieke geloofsbelijdenis blijven staan. Dit ondanks dat Paus Leo III in 808 aan Keizer Karel de Grote schreef dat hij het fout vond om aan tekst van de geloofsbelijdenis te sleutelen. De Griekse, later Oosters-Orthodoxe kerken verwierpen en verwerpen de toevoeging van het 'filioque', omdat daarmee gezegd wordt dat de Heilige Geest voortkomt uit de Vader èn de Zoon en dus niet gelijkwaardig God is. En dit is een ketterse aantasting van de Triniteitsleer.
Deze geloofsbelijdenis moet niet verward worden met de Apostolische geloofsbelijdenis (lees aldaar). Deze wordt niet tijdens de eucharistie gebruikt, maar geldt onder de naam De twaalf artikelen van het geloof wel als officiële geloofsbelijdenis voor de Rooms-Katholieken. Ze is gebaseerd op het Credo, maar theologisch niet omstreden en taalkundig enigszins vereenvoudigd.
Inhoud |
[bewerk] Griekse tekst van de geloofsbelijdenis.
Deze in de Oosters-Orthodoxe kerken tijdens de liturgie gebruikte tekst is geheel in overeenstemming met de besluiten van Nicea-Constantinopel. Van de Heilige Geest wordt dus uitsluitend gezegd dat deze voortkomt uit de Vader (τὸ ἐκ τοῦ Πατρὸς ἐκπορευόμενον).
Πιστεύο εἰς ἕνα Θεόν, Πατέρα, Παντοκράτορα, ποιητὴν οὐρανοῦ καὶ γῆς, ὁρατῶν τε πάντων καὶ ἀοράτων.
Καὶ εἰς ἕνα Κύριον Ἰησοῦν Χριστόν, τὸν Υἱὸν τοῦ Θεοῦ τὸν μονογενῆ, τὸν ἐκ τοῦ Πατρὸς γεννηθέντα πρὸ πάντων τῶν αἰώνων.
Φῶς ἐκ φωτός, Θεὸν ἀληθινὸν ἐκ Θεοῦ ἀληθινοῦ, γεννηθέντα οὐ ποιηθέντα, ὁμοούσιον τῷ Πατρί, δι' οὗ τὰ πάντα ἐγένετο.
Τὸν δι' ἡμᾶς τοὺς ἀνθρώπους καὶ διὰ τὴν ἡμετέραν σωτηρίαν κατελθόντα ἐκ τῶν οὐρανῶν καὶ σαρκωθέντα ἐκ Πνεύματος Ἁγίου καὶ Μαρίας τῆς Παρθένου καὶ ἐνανθρωπήσαντα.
Σταυρωθέντα τε ὑπὲρ ἡμῶν ἐπὶ Ποντίου Πιλάτου, καὶ παθόντα καὶ ταφέντα.
Καὶ ἀναστάντα τῇ τρίτῃ ἡμέρα κατὰ τὰς Γραφάς.
Καὶ ἀνελθόντα εἰς τοὺς οὐρανοὺς καὶ καθεζόμενον ἐκ δεξιῶν τοῦ Πατρός.
Καὶ πάλιν ἐρχόμενον μετὰ δόξης κρῖναι ζῶντας καὶ νεκρούς, οὗ τῆς βασιλείας οὐκ ἔσται τέλος.
Καὶ εἰς τὸ Πνεῦμα τὸ Ἅγιον, τὸ κύριον, τὸ ζωοποιόν, τὸ ἐκ τοῦ Πατρὸς ἐκπορευόμενον, τὸ σὺν Πατρὶ καὶ Υἱῷ συμπροσκυνούμενον καὶ συνδοξαζόμενον, τὸ λαλῆσαν διὰ τῶν προφητῶν.
Εἰς μίαν, Ἁγίαν, Καθολικὴν καὶ Ἀποστολικὴν Ἐκκλησίαν.
Ὁμολογῶ ἓν βάπτισμα εἰς ἄφεσιν ἁμαρτιῶν.
Προσδοκῶ ἀνάστασιν νεκρῶν.
Καὶ ζωὴν τοῦ μέλλοντος αἰῶνος.
Ἀμήν.
[bewerk] Latijnse tekst van de geloofsbelijdenis (het Credo)
In de Latijnse/ Rooms-Katholieke kerk wordt deze tekst - nagenoeg altijd vertaald naar de landstaal - gebruikt tijdens de eucharistie. Zij is identiek aan de Griekse tekst, behalve de toevoeging van het filioque, waardoor er staat dat de Heilige Geest voortkomt uit de Vader èn de Zoon.
Credo in unum Deum.
Patrem omnipotentem, factorem caeli et terrae, visibilium omnium et invisibilium.
Et in unum Dominum Jesum Christum, Filium Dei unigenitum.
Et ex Patre natum ante omnia saecula.
Deum de Deo, Lumen de Lumine, Deum verum de Deo vero.
Genitum non factum, consubstantialem Patri: per quem omnia facta sunt.
Qui propter nos homines et propter nostram salutem descendit de caelis.
Et incarnatus est de Spiritu Sancto ex Maria Virgine: et homo factus est.
Crucifixus etiam pro nobis: sub Pontio Pilato, passus et sepultus est.
Et resurrexit tertia die, secundum Scripturas.
Et ascendit in caelum: sedet ad dexteram Patris.
Et iterum venturus est cum gloria iudicare vivos et mortuos: cuius regni non erit finis.
Et in Spiritum Sanctum, Dominum et vivificantem, qui ex Patre Filioque procedit.
Qui cum Patre et Filio simul adoratur et conglorificatur: qui locutus est per prophetas.
Et unam sanctam catholicam et apostolicam Ecclesiam.
Confiteor unum baptisma in remissionem peccatorum.
Et exspecto resurrectionem mortuorum.
Et vitam venturi saeculi.
Amen.
[bewerk] Vertaling van de Griekse en Latijnse geloofsbelijdenis
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, Licht uit Licht, ware God uit de ware God.
Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader: door wie alles geschapen is.
Die voor ons mensen en omwille van ons heil uit de hemel is neergedaald.
En het vlees heeft aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria: en mens is geworden;
die voor ons ook werd gekruisigd; onder Pontius Pilatus heeft geleden en is begraven.
Ook is hij volgens de schriften verrezen op de derde dag;
Hij is opgeklommen ten hemel; zit aan de rechterhand van de Vader.
En hij zal wederkomen in heerlijkheid om levenden en doden te oordelen.
Hij wiens rijk geen einde zal hebben.
En in de heilige Geest, de Heer die levend maakt;
die voortkomt uit de Vader ['en de Zoon'(lat.)];
die met de Vader en de Zoon samen wordt aanbeden en verheerlijkt;
die gesproken heeft door de profeten.
En in de éne, heilige, katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
En ik verwacht de opstanding van de doden.
En het toekomstig eeuwige leven.
Amen.
[bewerk] De geloofsbelijdenis, zoals gebruikelijk in de Protestantse Kerken
Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden.
Terwille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden. Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft geleden, is begraven. Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften. Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader en zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben.
En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader (en de Zoon) uitgaat, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten.
En een heilige, algemene en apostolische kerk.
Wij belijden een doop tot vergeving van de zonden.
Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw.
Amen.