Grazen (biologie)
Van Wikipedia
Grazen is het opeten van een groen voedsel door een organisme. Grazen verschilt van predatie omdat de grazer zijn eten niet vangt ("rooft").
Hoewel het meest bekende voorbeeld van grazen zoogdieren zijn die gras eten, kan het ook verwijzen naar reptielen, insecten of vogels die planten, algen of plankton eten.
Inhoud |
[bewerk] Verteringsorganen
Omdat de voedingsstoffen bij grassen moeilijk bereikbaar zijn door de dikke en moeilijk verteerbare celwand die o.a. bestaat uit cellulose, hebben grazers een groter dan gemiddeld verteringsstelsel. Herkauwers (rund, giraf, ...) hebben zelfs extra magen (o.a. pensmaag die eigenlijk een uitgroei van de slokdarm is) waarin micro-organismen en eencelligen een voorvertering van het plantenmateriaal doen. Andere dieren (paard, konijn, ...) hebben dan weer een volumineuze dikke darm en blinde darm.
[bewerk] Overbegrazing
Overbegrazing kan vooral in de droge tijd fataal zijn voor de plantengroei. Koeien tasten begroeiing meer aan dan bijvoorbeeld schapen of geiten. Deze laatste dieren grazen hier en daar wat gras en bladeren, terwijl koeien telkens een heel stuk grond helemaal afgrazen. Door niet te veel dieren op één bepaald stuk terrein te laten grazen is te voorkomen dat er onherstelbare schade optreedt.
[bewerk] Voorbeelden
[bewerk] Gerelateerde onderwerpen
[bewerk] Trivia
Grazen heeft ook een negatieve connotatie in de uitdrukking: iemand te grazen nemen.