Algen
Van Wikipedia
Algen (enkelvoud "Alg") is de niet-systematische verzamelnaam van een aantal groepen relatief eenvoudige organismen die licht in energie omzetten door middel van fotosynthese.
Inhoud |
[bewerk] Introductie
Alhoewel Algen in het algemeen beschouwd worden als simpele planten, behoren ze tot meer dan één domein, waaronder de eukaryoten en de bacterien, en meer dan één rijk, waaronder de planten en de protozoa.
Algen kunnen zowel enkelcellige als meercellige organismen zijn en relatief gecompliceerde vormen aannemen zoals zeewier. Algen hebben geen bladeren, wortels, bloemen of andere organische structuren die de hogere planten typeren. Ze verschillen van andere protozoa in dat ze fototroof zijn, alhoewel dit niet voor alle algen geldt, aangezien sommige groepen soorten hebben die mixotroof zijn. Sommige enkelcellige soorten zijn geheel afhankelijk van externe energiebronnen en hebben hun fotosynthetische vaardigheid verloren.
Alle algen hebben hun fotosynthetische structuren afgeleid van de blauwalg (ook wel cyanobacterie) en produceren zuurstof als bijproduct van fotosynthese. Het wordt geschat dat algen 73 tot 87 procent van de zuurstof produceren die voor mensen en andere landdieren ter beschikking staat.
De verschillende soorten algen spelen een belangrijke rol in de aquatische ecologie. Microscopische vormen die onder water leven, genaamd fytoplankton, zijn de voedselbasis voor de meeste aquatische voedselketens. In erg grote dichtheden, zogenaamde algenbloei, kunnen algen het water verkleuren en andere levenwezens vergiftigen of verdrijven. Zeewier groeit meestal in ondiep zeewater. Het wordt gebruikt als voedsel of verbouwd om te verwerken tot Agar-Agar of mest. De studie van zeealgen wordt fycologie of algologie genoemd.
[bewerk] Classificatie
[bewerk] Prokaryotische Algen
Een voorbeeld van een prokaryotische alg is de Cyanobacterie (blauwalg). De cyanobacterie is een van de oudste organismen die in fossiele vorm is teruggevonden, gedateerd op het Precambrium, ongeveer 3.5 miljard jaar geleden. Cyanobacterien zijn waarschijnlijk verantwoordelijk voor de productie van veel van de zuurstof in de, toen nog zuurstofloze, aarde.
Cyanobacterien kunnen enkelcellig, coloniaal of filamenteus zijn. Ze hebben een prokaryotische cellstructuur die typisch is voor een bacterie en voeren hun fotosynthese uit op gespecializeerde cytoplasmische membranen genaamd thylakoïden in plaats van organellen.
[bewerk] Eukaryotisch Algen
Alle andere algen zijn eukaryoten en voeren hun fotosynthese uit met behulp van organellen genaamd chloroplasten (ook wel bladgroenkorrels). Chloroplasten hebben hun eigen DNA en hebben een vergelijkbare structuur met cyanobacterien. Chloroplasten kunnen verschillen in de diverse algen:
- Er zijn drie groepen die "primaire" chloroplasten hebben (Primoplantae of Archaeplastida):
- Groenalg
- Rode Alg
- Glaucophytes
- In deze groepen zijn de chloroplasten omgeven door twee membranen. The chloroplasten van de rode alg hebben een min of meer typische cyanobacterische pigmentatie, terwijl de groenalg chloroplasten heeft met chlorofyl "a" en "b" (een pigment gebruikt in fotosynthese). Hogere planten hebben een vergelijkbare pigmentatie als de groenalg and zijn waarchijnlijk uit hun geëvolueerd.
- Twee andere groepen algen hebben chloroplasten die chlorofyl "b" bevatten:
- Eugleniden
- Chlorarachniofyten
- Deze zijn respectievelijk omgeven door drie oftewel vier membranen.
- De overgebleven algen hebben allemaal chloroplasten die chlorofyl "a" en "c" bevatten. Chlorofyl "c" is niet bekend bij prokaryoten of primaire chloroplasten. Tot deze groepen behoren:
- Heterokonten
- Haptofyten
- Cryptomonaden
- Dinoflagellaten
- In de eerste drie van deze groepen hebben de chloroplasten vier membranen and ze hebben waarschijnlijk een gezamenlijke voorvader voor hun pigmenten. De typische dinoflagellatische chloroplast heeft drie membranen, maar er is een grote diversiteit van chloroplasten in de groep, aangezien sommige leden verschillende evolutienaire fasen hebben ondergaan. De apicomplexa, een groep van parasiten, hebben eveneens plastiden maar geen echte chloroplasten, die dezelfde oorsprong schijnen te hebben als de dinoflagellaten.
Merk op dat veel van deze groepen sommige leden hebben die niet meer aan fotosynthese doen. Sommige hebben nog plastiden, maar geen chloroplasten, terwijl anderen hen helemaal verloren hebben.
[bewerk] Algen en symbiose
Sommige soorten algen vormen symbiotische relaties met andere organismen. In deze symbiose geven de algen organische stoffen die geproduceerd worden in fotosynthese aan een gastheer in ruil voor bescherming. De gastheer verbruikt deze stoffen als zijn partieele of hoofdbron van energie. Enkele voorbeelden zijn:
- Korstmos - een paddenstoel is de gastheer, meestal met groenalg of de cyanobacterie als symbiont. Zowel de paddenstoel als de alg die in korstmos gevonden wordt kunnen onafhankelijk van elkaar leven.
- Koraal - Algen zoals de zoöxanthellen zijn symbioten met koraal.
- Sponsdieren - groenalgen leven dicht bij sommige sponsdieren. De alg wordt hierdoor beschermd en het sponsdiertje krijgt zuurstof en suikers toegevoerd, wat voor sommige sponsdiertjes 50 tot 80 % van de groei kan bepalen.
[bewerk] Milieu
Over het algemeen zijn algen een indicator voor de kwaliteit van het milieu waarin zij voorkomen. Een te veel aan algen duidt op (te) voedselrijk water. Als hier niet tijdig verandering in gebracht wordt zullen de algen 's nachts zoveel zuurstof verbruiken dat andere organismen niet kunnen overleven. Hierdoor ontstaat hypoxie. De natuur kan er jaren over doen om de gevolgen hiervan ongedaan te maken.