Hendrik IV van het Heilige Roomse Rijk
Van Wikipedia
1050-1106 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Duits koning/keizer | ||||||
|
||||||
Hertog van Beieren | ||||||
|
||||||
Hertog van Beieren | ||||||
|
||||||
|
Hendrik IV (Goslar, 11 november 1050 - Luik, 7 augustus 1106) was koning van Duitsland van 1056 tot 1105. Vanaf 1084 was hij ook keizer van het Heilige Roomse Rijk. Hij was de derde keizer van de Salische dynastie.
Hij werd in de palts te Goslar geboren als oudste zoon van keizer Hendrik III en diens tweede vrouw Agnes van Poitou. Met Pasen 1051 werd hij gedoopt, waarbij abt Hugo van Cluny als peetvader optrad. De Kerstmis daarvoor had Hendrik III met de rijksadel een akkoord bereikt om hem te laten opvolgen door zijn zoon. Omwille van het feit dat Hendrik III tot 1050 geen mannelijke afstammeling had, gold immers paltsgraaf Hendrik I van Lotharingen als voorbestemde troonopvolger. De koningskeuze van Hendrik IV vond plaats op 17 juli 1054, dag waarop hij door aartsbisschop Herman van Keulen werd gekroond.
Op 5 oktober 1056 overleed Hendrik III plotseling. De amper 6-jarige Hendrik IV kon naar Ripuarisch recht (dat meerderjarigheid voorziet op 15 jaar) de macht nog niet in eigen hand nemen. Zijn moeder werd regentes, maar wegens haar corrupt bestuur stuitte zij snel op tegenstand van de rijksadel. Korte tijd later werd Hendrik IV onder de voogdij gesteld van de aartsbisschoppen van Keulen en Mainz (partijdige kronieken gewagen over een ontvoering van de prins en ontvreemding van de rijksinsignes). In 1064 werd Hendrik IV dan toch meerderjarig verklaard en kon hij het koningschap opnemen.
Gedurende heel zijn regering zou Hendrik zich wijden aan het consolideren en uitbreiden van de keizerlijke macht. Hierbij moest hij het delicate evenwicht tussen de edelen en de paus bewaren. Hij dreigde evenwel de steun van beide te verliezen toen hij in 1075 vasthield aan de investituur, het recht om de hogere geestelijken te benoemen. Paus Gregorius VII meende dat alleen de paus dit recht toekwam, waarop de Investituurstrijd in alle hevigheid losbarstte. Hij onderdrukte later dat jaar een Saksische opstand in de Slag bij Langensalza.
Op 22 februari 1076 werd Hendrik door de paus geëxcommuniceerd en er werd een tegenkoning aangeduid. Om zich opnieuw met Gregorius VII te verzoenen, trok de koning naar Canossa, waar de paus zijn toevlucht had gezocht. Gregorius liet hem drie dagen lang (naar men beweert blootsvoets in de sneeuw) wachten, vooraleer de koning te ontvangen en de banvloek op te heffen.
De verzoening was echter van korte duur. De paus mengde zich in het Saksische conflict en liet tegenkoningen verkiezen. Hendrik IV van zijn kant, verjoeg Gregorius VII uit Rome en liet de tegenpaus Clemens III benoemen. Deze zou hem op 31 maart 1084 te Rome tot keizer kronen.
De laatste jaren van zijn bewind werden gekenmerkt door opstanden van zijn vrouw en zijn zonen (Koenraad, Hendrik). In 1105 werd Hendrik door zijn zoon Hendrik tot aftreden gedwongen. In 1106 stierf Hendrik te Luik en werd in de domkerk van Speyer begraven.
Hendrik was in 1066 gehuwd met Bertha van Turijn (1051-1087), dochter van graaf Otto van Savoye. In 1089 hertrouwde hij met Adelheid van Kiev (1067-1109), dochter van grootvorst Wsewolod van Kiev. Zijn kinderen waren:
- Adelheid (1070-)
- Hendrik (1071-1071)
- Agnes van Waiblingen (-1143), gehuwd met hertog Frederik I van Saksen (-1105), en in 1106 met markgraaf Leopold III van Oostenrijk (1073-1136)
- Koenraad, hertog van Neder-Lotharingen tussen 1074-1089 en koning van Italië
- Hendrik V (1086-1125).