Historia Regum Britanniae
Van Wikipedia
Historia Regum Britaniae (letterlijk: De geschiedenis van de koningen van Brittannië) is een werk door Geoffrey ap Arthur, later bekend als Geoffrey of Monmouth, voltooid in 1136.
Hij beweerde dat Walter Mapes, aartsdeken van Oxford, een oud manuscript ontdekt had in Armorica (Bretagne) geschreven in de Britse taal, dat wil zeggen de Keltische taal van de Britten voor de komst van de Saksen en de Denen, vergelijkbaar met Welsh. Geoffrey zei dat Walter Mapes hem vroeg om het document in het Latijn te vertalen, waar hij met alle plezier op inging.
Hoewel het werk tegenwoordig als weinig meer dan fictie beschouwd wordt, is het interessant op te merken dat toen het voor het eerst verscheen, het over het algemeen met instemming begroet werd. Pas in de zeventiende eeuw werd de authenticiteit in twijfel getrokken.
Hoe het werk tot stand kwam, en hoe nauwkeurig het is, zijn vragen waarover men steeds weer van mening verschilt. Slechts weinigen zijn het oneens met het belang voor de literatuur, en de bijdrage die het daaraan geleverd heeft, want zonder dit werk had de Koning Arthurlegende zich zeker niet ontwikkeld.