IFRS-normen
Van Wikipedia
IFRS, voor International Financial Reporting Standards, is een set van afspraken over hoe het jaarverslag van een verslagplichtige organisatie er uit dient te zien. Voor allerlei categorieën van zaken is vastgelegd hoe / wanneer ze in een jaarverslag opgenomen dienen te worden. Het beheer van de standaarden is in handen van de International Accounting Standards Board (IASB). De door Europese ondernemingen te gebruiken (gelijkluidende) standaarden worden door de Europese Commissie gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De standaarden werden voor het eerst gepubliceerd in PB L 261 van 13 oktober 2003.
IFRS is samengesteld uit de IAS-normen (International Accounting Standards), uitgebreid met een aantal additionele eisen die in IFRS-normen vastgelegd zijn. IFRS 1 geeft aan hoe de verslaglegging ingevoerd dient te worden, hoe de overgang van GAAP naar IFRS plaats dient te vinden. Het directoraat generaal Interne Markt van de Europese Commissie geeft op haar website de voortgang van de implementatie in de Europese Unie weer.
[bewerk] Overzicht van de IFRS- en IAS-normen
IFRS | |
---|---|
IFRS 1 | Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards (invoering en overgang, uitzonderingen op de eisen en verplichtingen) |
IFRS 2 | Op aandelen gebaseerde betalingen (Het verantwoorden van aangegane verplichtingen als opties, commercieel en voor personeelsoptieplannen, aandelenplannen en dergelijke). |
IFRS 3 | Bedrijfscombinaties (Hoe moet de verslaglegging er uit zien wanneer onderdelen van een bedrijf gecombineerd worden en dus eerdere verslageenheden opgaan in één verslageenheid). |
IFRS 4 | Verzekeringscontracten (Hoe moeten verzekeringsbedrijven hun contracten / contractverplichtingen / reserveringen verantwoorden). |
IFRS 5 | Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (Hoe moeten vaste activa die te koop staan gewaardeerd worden, wat moet van een verkoop in het jaarverslag verantwoord worden) |
IAS | |
IAS 1 | Presentatie van de jaarrekeningen (Wat moet er minimaal in een jaarverslag / jaarrekening opgenomen worden) |
IAS 2 | Voorraden (Waarderen van voorraden: kostprijs of marktwaarde). |
IAS 7 | Het Kasstroomoverzichten (wat wordt met een kasstroomoverzicht verantwoord, hoe dient dat te gebeuren) |
IAS 8 | Nettowinst of -verlies over de periode, fundamentele fouten en wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving (Beleid: alleen datgene rapporteren wat niet gedekt wordt door IFRS/IAS. Wijzigingen in schattingen: hoe af te handelen, hoe te verantwoorden. Fouten: wanneer moeten eerdere jaarrekeningen aangepast worden, wanneer niet). |
IAS 10 | Gebeurtenissen na balansdatum (Wanneer moet een gebeurtenis die achteraf de balans of de resultatenrekening beïnvloedt meegenomen worden in het jaarverslag, wanneer niet / telt hij in het volgend jaar). |
IAS 11 | Onderhanden projecten in opdracht van derden (Hoe worden bouwcontracten, aannemingscontracten in het jaarverslag verantwoord). |
IAS 12 | Winstbelastingen (Hoe de belasting te boeken, welke waarden moeten verantwoord worden). |
IAS 14 | Gesegmenteerde informatie (Wanneer moet er een verslag naar productgroep of naar geografische eenheid opgemaakt worden, wat moet hoe toegerekend worden). |
IAS 16 | Materiële vaste activa (Wat moet verantwoord worden, welke methode van verantwoorden dient gehanteerd te worden). |
IAS 17 | Lease-overeenkomsten (Hoe worden lease-contracten verantwoord, door de lease-verlener / lessor en door de lease-ontvanger / lessee) |
IAS 18 | Opbrengsten (Hoe worden de inkomsten van het verkopen van goederen / verlenen van diensten e.d. geboekt). |
IAS 19 | Personeelsbeloningen (Voor verschillende soorten van voordelen moeten verschillende verantwoordingswijzen gehanteerd worden, b.v. kortlopende verplichtingen als b.v. de reiskostenvergoedingen gelijk boeken, langlopende verplichtingen als b.v. het sparen voor een sabatical naar present value boeken). |
IAS 20 | Administrieve verwerking van overheidssubsidies en informatieverschaffing over overheidssteun (wanneer moet dit in het jaarverslag opgenomen worden, hoe moet de waarde van de bijdrage / steun berekend en verantwoord worden). |
IAS 21 | De gevolgen van wisselkoerswijzigingen (hoe moeten zaken rond vreemde valuta verantwoord worden, hoe in de balans, wat voor extra zaken moet daaromheen nog verantwoord worden). |
IAS 23 | Financieringskosten (hoe de financieringskosten te verwerken, in één keer bij het afsluiten of geamortiseerd over de looptijd). |
IAS 24 | Informatieverschaffing over verbonden partijen (vastgesteld wordt wat onder “verbonden partij” verstaan wordt en wanneer / wat in het (tussentijdse) verslag opgenomen moet worden) |
IAS 26 | Administratieve verwerking en verslaggeving door werknemerspensioenfondsen (Hoe moeten pensioenvoorzieningen verantwoord worden, wanneer die door het bedrijf zelf beheerd worden). |
IAS 27 | Geconsolideerde jaarrekeningen en administratieve verwerking van investeringen in dochterondernemingen (Regels voor het geconsolideerd dan wel gescheiden uitbrengen van verslagen van bedrijven: hoe en wanneer) |
IAS 28 | Administratieve verwerking van investeringen in geassocieerde deelnemingen (Regels voor wanneer een bedrijf meer dan 20% van de aandelen van een ander bedrijf bezit) |
IAS 29 | Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie (hoe moet een financieel jaarverslag er uit zien in een land dat te kampen heeft met hyperinflatie, dat is inflatie hoger dan 100% over 3 jaar) |
IAS 30 | Informatieverschaffing in de jaarrekening van banken en soortgelijke financiële instellingen (wat moet een bank in zijn jaarverslag opnemen naast de standaard jaarrekening). |
IAS 31 | Financiële verslaggeving van belangen in joint ventures (verslaglegging over belangen in een joint venture, opname in de geconsolideerde jaarrekening naar rato). |
IAS 32 | Financiële instrumenten: informatieverschaffing en presentatie (complementair aan IAS 39: wat zijn de financiële instrumenten, hoe verschijnen ze in de jaarrekening) |
IAS 33 | Winst per aandeel - earnings per share (hoe wordt de winst per aandeel uitgerekend, wat moet meegenomen worden, welke aandelen tellen, wat is verwaterde winst per aandeel) |
IAS 34 | Tussentijdse financiële verslaggeving (naast jaarlijks ook b.v. kwartaalverslagen, met de gegevens van de periode vanaf het laatste jaarverslag tot de verslagdatum). |
IAS 36 | Bijzondere waardevermindering van Activa (Activa moeten eventueel jaarlijks gewaardeerd worden, waarderingsregels per type activa) |
IAS 37 | Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa (Regels voor het boeken van voorzieningen, dat zijn reserveringen voor geschatte, niet exact bepaalbare kosten. De regel voor voorwaardelijke aansprakelijkheden en voorwaardelijke activa is dat ze niet geboekt worden, maar wel verantwoord.) |
IAS 38 | Immateriële activa (hoe de niet-tastbare activa te waarderen) |
IAS 39 | Financiële Instrumenten: opname en waardering (aangegeven wordt over welke instrumenten het gaat. Waardering van een instrument is initieel op basis van fair value (marktwaarde), voor vervolg-waarderingen wordt een onderscheid gemaakt naar twee typen van waardering: geamortiseerde kosten en fair value. Waardering tegen geamortiseerde kosten kan slechts voor een beperkt aantal instrumenten. Voor waardering tegen fair value wordt vervolgens aangegeven wat de spelregels m.b.t. hedge accounting zijn.) |
IAS 40 | Vastgoedbeleggingen (Hoe moeten vastgoedbeleggingen op de balans verschijnen, tegen kostprijs of tegen reële waarde) |
IAS 41 | Landbouw (Hoe de activiteiten van het boerenbedrijf en de producten waarderen tot het moment van oogsten, hoe daarover verslagleggen). |