Isaäc Dignus Fransen van de Putte
Van Wikipedia
Isaäc Dignus Fransen van de Putte (Goes, 22 maart 1822 – Den Haag, 3 maart 1902) was een voornaam liberaal in de tweede helft van de negentiende eeuw. Fransen van de Putte begon als zeeman en werd directeur van een suikerplantage op Java. Na een jaar Kamerlidmaatschap werd hij in 1863 minister van Koloniën. Hij maakte in zijn eerste termijn een begin met de afschaffing van het door de liberalen verfoeide Cultuurstelsel.
Hij kwam echter in 1866 in conflict met Thorbecke over de koloniale grondpolitiek. Hij vormde toen zelf het Kabinet-Fransen van de Putte, dat echter door Thorbecke snel ten val werd gebracht.
Hij trachtte tijdens zijn tweede periode als minister tevergeefs te bemiddelen in het conflict tussen de koning en diens oudste zoon Willem. In die kabinetsperiode brak de Atjehoorlog uit. Fransen van de Putte speelde later ook als Eerste Kamerlid nog een vooraanstaande rol.
Voorganger: G.H. Betz |
Minister van Koloniën 1863-1866 |
Opvolger: P. Mijer |
Voorganger: P.P. van Bosse |
Minister van Koloniën 1872-1874 |
Opvolger: W. baron van Goltstein van Oldenaller |
Voorganger: L.G. Brocx |
Minister van Marine a.i. 1873-1874 |
Opvolger: W.F. van Erp Taalman Kip |
Voorganger: J.R. Thorbecke |
Voorzitter van de Ministerraad 1866 |
Opvolger: J.P.J.A. graaf van Zuylen van Nijevelt |
Bronnen en referenties: |
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. |