Iván Böszörményi-Nagy
Van Wikipedia
Iván Böszörményi-Nagy (Boedapest, 19 mei 1920 - Glenside (Pennsylvania), 28 januari 2007) was een Hongaars-Amerikaanse psychiater.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
Na een academische graad in de psychiatrie aan de Pázmány Péter Katholieke Universiteit in Boedapest te hebben behaald was hij in de Hongaarse hoofdstad onder meer professor in de psychiatrie. Vanwege de stalinistische machtsovername in zijn land vertrok hij in 1948 naar Oostenrijk waar hij als psychiater voor een internationale vluchtelingenorganisatie werkte totdat hij in 1950 naar de Verenigde Staten emigreerde.
In de VS hield hij zich te Chicago in eerste instantie bezig met wetenschappelijk onderzoek, vervolgens werd hij hoogleraar aan de Universiteit van Chicago en aan de Staatsuniversiteit van New York te Syracuse.
In 1957 werd Böszörményi-Nagy directeur van de afdeling gezinspsychiatrie van het in Philadelphia gelegen Eastern Pennsylvania Psychiatric Institute, een betrekking die hij twintig jaar lang zou vervullen. Van 1963 tot 1970 was hij ook als professor verbonden aan het eveneens in deze stad gelegen Jefferson Medical College.
In 1963 was hij medeoprichter van het Family Institute of Philadelphia. Ook was hij betrokken bij de totstandkoming van de American Family Therapy Academy. In 1974 werd hij hoogleraar in de psychiatrie aan de gerenommeerde Universiteit van Pennsylvania (eveneens in Philadephia gevestigd). Verder ging hij in datzelfde jaar de afdeling gezinstherapie van het Hahneman Medical College (ook te Philadelphia) leiden en richtte hij in de tweede helft van de jaren zeventig in Glenside het Institute of Contextual Growth op waaraan ook zijn vrouw - Catherine Ducommun-Nagy - als psychiater werkzaam was en is. Daarnaast had hij een eigen praktijk, eerst in Ambler en later in Glenside. In 1999 trok hij zich uit zijn werkzaamheden terug.
In 1988 kwam Böszörményi-Nagy voor het eerst sinds zijn vertrek weer in Hongarije. Hij zou daarna nog geregeld zijn voormalige vaderland bezoeken. In 2000 werd hij door de Hongaarse president Árpád Göncz met de presidentiële medaille onderscheiden.
De laatste tien jaar van zijn leven leed hij aan de ziekte van Parkinson waardoor hij zich per rolstoel moest verplaatsen. Dit weerhield hem er niet van diverse internationale congressen over gezinstherapie te volgen. Uiteindelijk overleed hij op 86-jarige leeftijd aan deze ziekte. Hij werd in de Hongaarse plaats Külsővat begraven.
Iván Böszörményi-Nagy heeft ook directe bemoeienis gehad met België en Nederland. In 1964 gaf hij zijn eerste cursus in deze contreien en in de jaren 1990-1997 had hij samen met Nelly Bakhuizen, Else-Marie van den Eerenbeemt en Roefke Carmiggelt-Polak de leiding over een masterclass in de contextuele therapie aan de Hogeschool van Amsterdam.
[bewerk] Contextuele therapie
De ervaringen die hij opdeed aan het Eastern Pennsylvania Psychiatric Institute waren van beslissende invloed op zijn werk als psychiater. Men was daar gewoon vergaderingen te houden waarbij niet alleen de hulpverleners maar ook de psychiatrische patiënten en hun familieleden aanwezig waren. Op grond hiervan ontwikkelde hij samen met andere gezinstherapeuten de contextuele therapie waaraan Böszörményi-Nagy zijn bekendheid heeft te danken.
Deze psychotherapie komt erop neer dat men bij de behandeling van psychiatrische patiënten ook de naaste familie betrekt en zo probeert te werken aan een verbetering van de geestesgesteldheid van de patiënt. Vooral de troost en de ondersteuning die de speciale band van bloedverwantschap van familieleden met zich mee kan brengen stonden hem voor ogen. Ethische opvattingen spelen hierbij een grote rol, hij was van mening dat trouw en vertrouwen alsmede wederzijdse ondersteuning van wezenlijk belang zijn om families bijeen te houden en dat het de taak van de gezinstherapeut is om deze familiale kernwaarden te bevorderen (loyaliteit).
In zijn werk onderging Böszörményi-Nagy invloeden van de psychoanalyse en de gezinstherapie alsmede van figuren als de psychoanalyticus Ronald Fairbairn, de psychiater Kalman Gyarfas en de psychotherapeute Virginia Satir maar ook van de Joods-Oostenrijks-Israëlische filosoof Martin Buber met zijn Ik-Gij-filosofie.
Daarnaast publiceerde hij op zijn vakgebied behalve diverse wetenschappelijke artikelen een zestal boeken zoals "Invisible Loyalties (1973), "Between Give and Take" (dit boek uit 1986 schreef hij samen met de Amerikaanse psychiater Barbara Krasner) en "Foundations of Contextual Therapy" (1987).
De contextuele therapie wordt in Nederland veelvuldig door hulpverleners toegepast, vooral bij hen die zich richten op jongeren. Ook in diverse kerken past men zijn methode toe en wordt daar contextueel pastoraat genoemd.
[bewerk] Werken
In het Nederlands verschenen onder meer:
Van Iván Böszörményi-Nagy:
- Tussen geven en nemen. Over contextuele therapie, 1994, uitgeverij De Toorts - Haarlem
- Grondbeginselen van de contextuele benadering, 2000, uitgeverij De Toorts - Haarlem
Over Iván Böszörményi-Nagy:
- Balans in beweging: Ivan Boszormenyi-Nagy en zijn visie op individuele en gezinstherapie, door Ammy van Heusden en Else-Marie van den Eerenbeemt, 1983, uitgeverij De Toorts - Haarlem
- De Context en de Ander: Nagy herlezen in het spoor van Levinas met het oog op pastoraat, proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam, door Hanneke Meulink-Korf en Aat van Rhijn, 1997, uitgeverij Boekencentrum - Zoetermeer