Izebel
Van Wikipedia
Izebel (אִיזֶבֶל / אִיזָבֶל) was de vrouw van de Israëlische koning Achab. In het Bijbelboek 1 Koningen wordt ze geschetst als een heerszuchtige vrouw, die ondanks de goddelijke wetten en ten koste van alles haar zin doorzet.
[bewerk] In het Oude Testament
Izebel was een dochter van Eth-Baäl, een koning van Tyrus en een vroegere priester van Astarte. Ze was de vrouw geworden van koning Achab, die ze geheel in haar macht had en verleidde tot de verering van Baäl en Astarte, die ze tot staatsgodsdienst wilde maken. Ze onderhield de profeten van Baäl en Astarte. Israëls profeten had ze voor een goed deel laten doden. De enige die tegen haar in het geweer kwam was de profeet Elia, die daarom ook voor zijn leven moest vrezen.
Na de dood van Achab regeerde ze verder in het tienstammenrijk door haar zonen Ahazia en Joram, terwijl ze via het huwelijk van haar dochter Athalia met de Judese koning Joram ook invloed had in het tweestammenrijk. Toen haar zonen door Jehu werden gedood, werd ook Izebel omgebracht (op bevel van Jehu uit het venster gegooid en vervolgens overreden door Jehu's strijdwagen) en werd haar lijk door de honden opgegeten, zoals tevoren door Elia geprofeteerd was.
[bewerk] In het Nieuwe Testament
In de Openbaring (2:20) wordt de naam van de Izebel gebruikt voor een valse profetes (mogelijk een beeld van de heerszuchtige gemeente) die zich niet stoort aan de door God gegeven orde, en Gods knechten verleidt tot allerlei afgoderij.