Jeugdinrichting
Van Wikipedia
Dit artikel behandelt alleen de Nederlandse situatie
Jeugdinrichtingen zijn gevangenissen voor minderjarigen. In het hele land zijn verschillende soorten inrichtingen. Er zijn particuliere en justitiële inrichtingen. In de inrichtingen verblijven jongeren, die worden behandeld op basis van maatregelen.
Inhoud |
[bewerk] Maatregelen
Jongeren kunnen worden gedetineerd op basis van de volgende maatregelen:
- PIJ (Plaatsing In Jeugdinrichting), strafrecht.
- OTS (Onder Toezicht Stelling), burgerlijk recht.
[bewerk] Justitiële jeugdinrichtingen (jeugdgevangenissen)
Kinderen kunnen om een ‘strafrechtelijke’ reden of om een ‘civielrechtelijke’ reden gestraft worden. Bij een strafrechtelijk geplaatste proberen ze de mensen tegen het kind te beschermen en bij een civielrechtelijk geplaatste is het precies andersom. Dan proberen ze het kind juist tegen de ménsen te beschermen. Het doel van beide plaatsingen is in ieder geval dat de kinderen weer normaal kunnen leven in de samenleving en dat ze niet wéér dezelfde fout zullen maken. Snap je het nog niet helemaal? Geen punt, want ik zal het nog eens uitgebreid gaan uitleggen. Eerst komt er een stukje over strafrechtelijk geplaatste kinderen.
[bewerk] Strafrechtelijk geplaatste kinderen
Kinderen die iets misdaan hebben komen niet gelijk in de gevangenis terecht. Wel gaan ze eerst naar een kinderrechter. De jeugdige krijgt dan een taakstraf opgelegd. Bijvoorbeeld dat hij in een bejaardentehuis moet gaan werken of de straat schoon moet vegen. Als hij daarna nóg een keer de fout in gaat en nóg een keer een taakstraf moet uitvoeren, wordt hij extra gewaarschuwd. En pas bij de derde keer wordt hij veroordeeld tot jeugddetentie en een PIJ-maatregel. Bij de arrestatie komt de verdachte eerst in een opvanginrichting. Dat is net zoiets als het huis van bewaring. Daar moet de jeugdige zijn straf uitzitten. Een opvanginrichting is áltijd een gesloten inrichting. Er staan een hek en een muur omheen en op alle kamerdeuren zitten sloten. In de gemeenschappelijke ruimtes hangen camera’s, zodat de bewakers altijd kunnen zien waar de kinderen mee bezig zijn. Als de kinderrechter de straf uitspreekt wordt de tijd die hij er al zit, het voorarrest, eraf getrokken.
Maar nou zit je natuurlijk nog met de vraag: Wat is dan die PIJ-maatregel? Nou, dat zal ik je gaan uitleggen: Na de straf in de opvanginrichting krijgt de jeugdige een PIJ-maatregel. Dat betekent ‘maatregel voor plaatsing in een inrichting voor jeugdigen’. Die PIJ-maatregel duurt minstens 2 jaar en zit hij dus uit in een jeugdgevangenis. Je kunt het een klein beetje vergelijken met TBS voor volwassenen. Zo’n jeugdinrichting wordt ook wel een opvoedinrichting genoemd. In Nederland staan in totaal 17 jeugdinrichtingen. Er zitten kinderen van 12 t/m 18 jaar in. Soms zitten er nog kinderen tot 21 jaar. Dat is bijvoorbeeld als zij achterlopen met hun ontwikkeling. Zij horen dan nog niet thuis in een inrichting voor volwassenen.
In een opvanginrichting zit de gevangene niet de hele tijd op zijn kamer, maar leeft hij met anderen in een leefgroep. Zo’n groep telt ongeveer 12 kinderen. De jongens en de meisjes zitten apart in zo’n groep. In één inrichting zijn dus meerdere leefgroepen. Als je nog leerplichtig bent, kun je binnen de inrichting ook naar school gaan. Na school en in het weekend verblijven de jeugdigen in een gemeenschappelijke huiskamer van de leefgroep. Er staan een tv en een eettafel. De kinderen eten er met hun groepsleiders. Iedere leefgroep heeft zijn eigen keuken en zijn eigen badkamer. Voor het slapen gaan en ’s nachts zijn de kinderen op hun eigen kamer. Ze krijgen ook opdrachten om hun gedrag te verbeteren. Dan leren ze zich tegenover anderen goed te gedragen. Bijvoorbeeld tegenover leraren en groepsleiders, maar ook tegenover huisartsen en ouders van vrienden. Ze leren zich daarbij goed te gedragen tijdens een sollicitatiegesprek, maar ook om goed voor zichzelf te kunnen zorgen. Er wordt geholpen bij de ontwikkeling en bij de opvoeding. Ze leren omgaan met geld en als ze boos zijn, dat niet op te lossen met geweld. Ook wordt er een verblijfsplan opgesteld voor de kinderen. Daar staan de problemen van de kinderen en de doelen die tijdens het verblijf bereikt willen worden. De jeugdige heeft iedere dag een dagprogramma. Daar staat in wat hij die dag moet doen. Hoe laat hij moet opstaan, hoe laat de lessen op school beginnen, wanneer hij kan sporten, wanneer hij gesprekken heeft met een psycholoog, wanneer hij groepstherapie heeft en hoe laat hij weer bij de leefgroep moet zijn. Door de week telt het dagprogramma 12 uur en in het weekend telt hij 8 uur. De uren buiten het dagprogramma moet de jeugdige op zijn eigen kamer doorbrengen.
Het soort onderwijs dat gegeven moet worden wordt getest. Het wordt gegeven binnen de inrichting. De ouders van het kind mogen iedere dag op bezoek komen, maar natuurlijk wel om een afgesproken tijd. Voor de andere bezoekers is er een wekelijks bezoekuur. De jeugdige wordt iedere 3 maanden besproken. Als hij zich aan de afspraken houdt, of als hij zijn gedrag verbetert, krijgt hij meer verantwoordelijkheden. Als álles goed gaat kan de jeugdige naar een open inrichting gaan. Daar raakt hij gewend om met een grotere vrijheid om te gaan. Eerst mag hij onder begeleiding dagelijks oefenen om vrij te zijn, bijvoorbeeld door naar zijn ouders te gaan of door boeken uit de bibliotheek te lenen. Na een tijdje mag hij iets langer de inrichting uit en dit keer ook zonder begeleiding. Zo krijgt hij langzamerhand steeds minder begeleiding.
Als ook hier alles goed gaat mag de jeugdige meedoen aan een ‘scholings- en trainingsprogramma’. De afkorting hiervan is ‘STP’. Dit programma duurt minstens één maand en maximaal drie maanden. Je moet minstens 26 uur per week deelnemen aan dit programma. Je mag dan bijvoorbeeld naar een school buiten de inrichting of ergens stage gaan lopen. Je moet in ieder geval wel ál die uren besteden aan bezigheden die je nodig hebt voor de vrijlating. Tijdens dat programma keer je ’s avonds niet terug naar de inrichting. Je mag dan kiezen of je bijvoorbeeld graag bij je ouders wilt wonen of graag met begeleiding op kamers. Zolang die STP bezig is krijg je begeleiding van de ‘jeugdreclassering’. Zij zien er op toe dat je je wel aan je afspraken houdt. Ook helpen zij je met de terugkeer naar de samenleving. Na de afronding van dat scholings- en trainingsprogramma ben je vrij. Als je zelf vindt dat je nog niet zelfstandig genoeg bent, kun je nog hulp krijgen van de jeugdreclassering.
[bewerk] Civielrechtelijk geplaatste kinderen
Civielrechtelijk geplaatsten zitten in een inrichting om ze te beschermen tegen hun omgeving. Dit kan gebeuren als de kinderen thuis verwaarloosd worden, mishandeld worden, seksueel misbruikt worden of door prostitutie. Kinderen die om een civielrechtelijke reden in een inrichting zijn beland, zijn meestal geplaatst door de kinderbescherming. Zij vinden het niet veilig om het kind thuis te laten wonen. Soms wil het kind zelf naar een inrichting. Dan komt hij of zij in een open inrichting terecht. Als ze bij een gedwongen kind bang zijn dat hij wegloopt moet hij eerst naar een gesloten inrichting. De kinderen krijgen van de kinderrechter een gezinsvoogd toegewezen. Die gezinsvoogd zorgt ervoor dat het kind in een goede inrichting terechtkomt. Dus in een open inrichting of in een gesloten inrichting. Ook helpt hij de ouders en het kind met de opvoeding. Dit hele gebeuren heet ‘ondertoezichtstelling’. De afkorting hiervan is ‘OTS’. Het verloop in de inrichting is eigenlijk bijna precies hetzelfde als bij strafrechtelijk geplaatste kinderen.