Königlich Preußische Eisenbahn-Verwaltung
Van Wikipedia
De Koninklijke Pruisische Spoorwegonderneming (Königlich Preußische Eisenbahn-Verwaltung, KPEV) was van 1847 tot 1920 het staatsspoorwegbedrijf van Pruisen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
[bewerk] Ontbrekende schakels
De KPEV zou uitgroeien tot het schoolvoorbeeld van een goed georganiseerde staatsspoorweg. Toch is het begin van de KPEV bescheiden. In tegenstelling tot andere landen binnen de Duitse Bond liet Pruisen de aanleg van spoorwegen vooral aan het particulier initiatief over. De staat voorzag in wetgeving die de aanleg van spoorwegen stimuleerde, waarmee zij de spoorwegbedrijven kon beïnvloeden en die haar de mogelijkheid gaf op enig moment de bedrijven over te nemen. Deze politiek was succesvol, de staat kon zo haar beperkte financiële middelen voor andere doelen aanwenden en het Pruisische spoorwegnet groeide sneller dan dat van andere Duitse staten.
Maar waar door particulier initiatief geen spoorwegen tot stand kwamen zorgde de staat wel voor spoorwegaanleg, het betreft de volgende trajecten:
- de "Saarbrücker Bahn", een 32 kilometer lange verbinding tussen het spoorwegnet van de Palts en het net van de Franse staatsspoorwegen. (1850-1852)
- de "Ostbahn", een 467 kilometer lange verbinding die het Pruisische spoorwegnet verbond met de Russische grens ten oosten van Königsberg (1851-1857)
- de "Westfälischen Bahn" Hamm – Lippstadt (1850)
Ook werden particuliere spoorwegbedrijven die in moeilijkheden gekomen waren overgenomen:
- de Köln-Minden-Thüringer Verbindungsbahn (1849)
- de Niederschlesisch-Märkische Eisenbahn-Gesellschaft (1852)
- de Münster-Hammer Eisenbahn-Gesellschaft (1855)
[bewerk] De Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866)
In 1866 kwam het Koninkrijk Pruisen in conflict met Oostenrijk, hetgeen resulteerde in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog. Deze oorlog zou voor de KPEV een belangrijk omslagpunt betekenen.
Ten eerste bewezen in deze oorlog de spoorwegen hun strategische betekenis. Pruisen kon de oorlog winnen doordat het per spoor zijn troepen veel sneller kon verplaatsen dan tegenstander Oostenrijk verwacht had.
Ten tweede leverde de oorlog gebiedsuitbreiding op. Pruisen annexeerde Sleeswijk-Holstein, Hannover, Hessen-Kassel, Nassau en Frankfurt. De staatsspoorwegen van deze landen werden bij de KPEV ondergebracht. Dit leverde de KPEV in één keer een netuitbreiding van 1069 kilometer op.
[bewerk] Het grootste staatsspoorwegbedrijf van de wereld
Vanaf 1877 ging de Pruisische staat op grote schaal particuliere spoorwegbedrijven overnemen. Door het faillissement van een aantal bedrijven was de belangstelling van particuliere beleggers voor spoorwegen afgenomen. Maar vanwege de militaire betekenis was bij de staat de belangstelling voor spoorwegen juist toegenomen en men verwachtte door staatsexploitatie beter in de militaire behoeften te kunnen voorzien. Hierdoor kon het netwerk van de KPEV uitgroeien tot een lengte van maar liefst 23.000 kilometer in 1890 en werd de KPEV het grootste staatsspoorwegbedrijf ter wereld.
In 1920 ging de KPEV, samen met de spoorwegbedrijven van andere Duitse (deel)staten, op in de Deutsche Reichsbahn.
[bewerk] Netwerk
Het netwerk van KPEV was vooral in oost-west richting georiënteerd. Centrum van het netwerk was de Pruisische hoofdstad Berlijn. Vanuit verschillende Berlijnse kopstations vertrokken treinen naar alle delen van het rijk. In 1877 werden de verschillende spoorlijnen rond Berlijn middels een ringspoorlijn met elkaar verbonden en in 1882 werd de Berlijnse Stadtbahn gebouwd dwars door Berlijn heen.
Belangrijke spoorlijnen voor het langs afstandsverkeer waren:
- de Preußische Ostbahn naar de Russische grens
- de Lehrter Bahn naar Lehrte bij Hannover, hier vandaan kon het Ruhrgebied worden bereikt
- de spoorlijn naar de kolengebieden in Silezië
- de spoorlijn naar Hamburg