Karel Hoekendijk
Van Wikipedia
Karel Hoekendijk (Apeldoorn, 1 december 1904 - 16 juni 1987) was een Nederlandse evangelist.
Hij was de oprichter en leider van de opwekkingsbeweging Stromen van Kracht.
Zijn ouders waren zendelingen in Nederlands-Indië, uitgezonden door de Hervormde Nederlandse Zendingraad. In de gewijde sfeer van zending en evangelisatie groeide Hoekendijk op. Op 11-jarige leeftijd werd hij naar een kostschool gestuurd in Nederland. Hij werd opgeleid tot bouwkundig tekenaar en keerde op 19-jarige leeftijd naar Java terug. Tijdens de zeereis vond zijn bekering tot het christelijke geloof plaats. Hij wilde naar een Bijbelschool om opgeleid te worden tot evangelist. Hij schreef wel twintig aanmeldingsbrieven naar verschillende bijbelscholen in Noord-Amerika en Europa, maar nergens bleef plaats te zijn. Hoekendijk beschouwde dit als teken, dat de Heer hem nog niet tot zijn dienst riep. Hij begon te studeren aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Hier ontmoette hij Elisabeth La Riviére. Op 24 september 1930 gaven zij elkaar het ja-woord. Het huwelijk werd gezegend met vier kinderen: Liebje, Frans, Else en Ben. Na de academie begon een artistiek carrière welke een hoogtepunt kende in 1948. Hoekendijk werd toen als hoofd van de afdeling Visuele Productie van de Rijksvoorlichtingendienst uitgezonden naar Indonesië. Hij ging alleen en bleef er drie jaar. Weer terug in Nederland nam zijn beroep hem volledig in beslag.
In 1953 werd Hoekendijk ernstig ziek. Volgens eigen zeggen kwam er toen "een gelovige vrouw, vervuld met de Heilige Geest, die hem de handen op legde en bad in de naam Jezus Christus voor genezing. Toen sprak zij een profetie uit dat "God beloofde hem hierin zijn leven terug te geven, omdat hij een plan met hem had. God riep hem om in dat donkere uur van ernstige ziekte om in zijn dienst te treden en te worden uitgezonden over de hele wereld en de volkeren het volle heil in Christus verkondigen." Hij stond op uit bed en was totaal gezond. Twee dagen werd hij gedoopt met de Heilige Geest en sprak in tongen.
Een gereformeerde ouderling in Utrecht, die van de wonderbaarlijke genezing en roeping gehoord had, en belegde een samenkomst in Utrecht en verzocht Hoekendijk ten overstaan van wat vrienden te vertellen wat God gedaan had. Op die avond was er een totaal verlamde man gebracht, Frits Waning uit Deventer. Tot Hoekendijks grote verbazing stond na het gebed de patiënt op van zijn stoel, bewoog zich naar alle kanten en was geheel genezen.
Voortaan werden in Utrecht wekelijks bijeenkomsten gehouden. andere plaatsen volgden. De nieuwe beweging heette aanvankelijk 'Levend Water', maar vanaf mei 1954 'Stromen van Kracht'. Onder dezelfde naam verscheen een maandblad. 'Stromen van Kracht' wilde een beweging zijn en geen nieuwe kerk. Na drie jaar echter liet Hoekendijk zich in water dopen door de Nederlands Hervormde Predikant J. Starrenburg. Hierna werden overal in het land doopdiensten gehouden. De kerken, die zich aanvankelijk sympathiek tegenover de beweging hadden opgesteld, keurden dit af en distantieerden zich van Stromen van Kracht.
De twee zonen van Hoekendijk, Frans en Ben en ook zijn dochters deden volop mee. De 14-daagse Bijbelcursussen van Elisabeth werden een begrip binnen en buiten de beweging. In deze cursus werd het gebruik van de negen Geestesgaven bestudeerd en aangemoedigd om te gebruiken. In Stromen van Kracht kwam men daarbij tot een wat anderen benadering, dan in de bestaande Pinkstergroepen. Men vond dat deze in het wachten op de Geest te passief waren. Daarom sprak men in Stromen van Kracht van: 'Uitstappen in geloof'.
Men werkte los van de eerder ontstane pinkstergemeente.Stromen van Kracht maakte heel wat tongen los, ook boze tongen. Er verschenen zelf boeken waarin Karel Hoekendijk een valse 'profeet' werd genoemd.
Karel en Elisabeth Hoekendijk schreven een aantal boeken, welke door een eigen lectuurfonds gratis naar belangstellende gezonden werden.
'Pinksteren is zending bedrijven' was het gevleugelde woord van Karel Hoekendijk. Nog in de jaren vijftig begon hij in Duitsland en Zwitserland te prediken. In 1960 reisde hij naar Zuid-Afrika en leidde er vele samenkomsten. Vandaar vertrok hij naar de Antillen. In 1961 hield hij grote campagnes op Curaçao en Aruba, ook hier kwamen gemeentes tot stand. Van Aruba ging hij naar Suriname. Een grote opwekking was het gevolg. Begin 1962 kwam er een abrupt einde aan het verblijf van de famillie Hoekendijk. Eerst werden Karel en Elisabeth en een paar weken later Frans en zijn vrouw Yvonne door de autoriteiten het land uitgezet. Men vond Hoekendijk schadelijk voor de volksgezondheid. Er waren inlichtingen over Hoekendijk ingewonnen, waarbij de volksgezondheidsdinest in Nederland als zijn beroep 'kwakzalver' had opgegeven. De zaak kreeg enorme ophef in de kranten en het volk schaarde zich achter Hoekendijk. Acht jaar later bood de nieuwe minister-president Hoekendijk zijn excuses aan en nodigde hem uit het land weer te bezoeken. Andere landen waar Hoekendijk werkte waren Trinidad, St. Vincent, St. Lucia, Martinique, Sri Lanka, Japan, India, Maleisië, de Filipijnen, maar vooral Indonesië. Voortst maakte hij reizen naar Afrika en Amerika. In verschillende boekjes werden zijn reisverslagen vastgelegd.
In 1968 kwam het tot een breuk tussen Hoekendijk en zijn kinderen. Er was een grote schuld ontstaan bij de drukker van het maandblad Stromen van Kracht en van de boekjes die regelmatig werden uitgegeven. Een terugkerende bron van zorg waren de grote som geld die Hoekendijk nodig had voor zijn evangelisatiecampagnes overzee. Ook de slechte communicatie tussen Hoekendijk en de zendelingen die door Stromen van Kracht waren uitgezonden, droeg niet bij aan een goede verstandhouding. Na lang beraad zei Peter Vlug - de echtgenoot van Els - tegen Hoekendijk dat hij de verantwoording voor het werk niet langer wilde dragen en per 1 april 1968. Om Hoekendijk verder te helpen besloten Ben en Wiesje Hoekendijk en Peter en Else Vlug een schuld van 125.000 gulden over te nemen. Uit het werk van deze laatste is het werk van stichting Opwekking ontstaan.
Hoekendijk was daarna niet graag meer in Nederland. Elisabeth en hij gingen voor een lange periode naar Indonesië, waar ze grote campagnes hielden. 's Winters bleven ze vaak over in Nieuw-Zeeland. Hoekendijk overleed op 82-jarige leeftijd.