Kernramp van Tsjernobyl
Van Wikipedia
Op 26 april 1986 vond nabij de Oekraïense plaats (toen nog Sovjet-Unie) Tsjernobyl een ernstig ongeluk plaats met een kernreactor.
Inhoud |
[bewerk] De plaats Tsjernobyl
Tsjernobyl (Oekraïens: Чорнобиль) is een stad aan de rivier Pripjat, gelegen in het noorden van Oekraïne, niet ver van de grens met Wit-Rusland. Voor de ramp had de stad ongeveer 15.000 inwoners; nu woont er vrijwel niemand. De naam van de stad is tegenwoordig synoniem voor het ongeval met de kerncentrale te Tsjernobyl op 26 april 1986. Dit was het eerste en tot nu toe enige ongeval met een kerncentrale waarbij grote hoeveelheden radioactieve stoffen vrij kwamen en er grote gevolgen voor de volksgezondheid waren. Echter, rondom de opwerkingsfabriek Majak in Rusland zijn in de jaren 50 en 60 twee grote en diverse kleine nucleaire ongelukken geweest waarbij eveneens grote hoeveelheden radioactiviteit over meer dan 26.000 km2 bewoond gebied werden verspreid.
[bewerk] De ramp
Op 26 april 1986 werd in kernreactor nummer 4 van het complex een test uitgevoerd. De onervaren avondploeg ging testen of er bij uitval van de stoomturbine nog genoeg vermogen was om de koelinstallatie in bedrijf te houden. Hiervoor was een deel van het veiligheidssysteem van de reactor uitgeschakeld. Door een miscommunicatie tussen de reactoroperator en de koelwateroperator en door fouten in het ontwerp van de reactor raakte het koelwater echter aan de kook. De reactoroperator trok alle regelstaven (op 6 na) omhoog, terwijl de koelwateroperator het koelwaterniveau liet dalen. Hierop trad een mechanisme in werking dat de reactor 'op hol deed slaan' (dit wordt een meltdown genoemd). De energieproductie liep op tot tien keer het normale niveau, de brandstofstaven smolten doordat de temperatuur opliep tot meer dan 2000 °C en het koelwater raakte nog verder verhit. Onder de extreme druk scheurden de leidingen van het koelsysteem en sloeg de ontsnappende stoom het dak weg. Dit veroorzaakte een radioactieve stofwolk in de atmosfeer. Deze ontploffing vond plaats midden in de nacht, toen de meeste inwoners van Tsjernobyl sliepen.
Bij de brand en de explosie kwamen 31 mensen om. Evacuatie van de directe omgeving kwam pas op 27 april op gang; na tien dagen waren circa 135.000 mensen geëvacueerd uit een gebied met een straal van 30 km rond de reactor. Ongeveer 3500 inwoners weigerden het gebied te verlaten omdat ze liever stierven aan de radioactiviteit dan aan heimwee. In 2006 waren hiervan nog slechts 400 in leven.
[bewerk] Verspreiding van radioactiviteit over Europa
Er kwam een grote wolk met radioactief materiaal in de atmosfeer, die door de wind naar het noorden en het noordwesten werd gedreven. De eerste melding van het ongeluk kwam niet van de sovjetautoriteiten, maar van onderzoekers die radioactieve neerslag opmerkten in Zweden. De meeste neerslag met radioactieve stofdeeltjes kwam vrij gedurende de eerste tien dagen na het ongeluk. Rond 2 mei bereikte de radioactieve wolk Nederland en België.
Deze fall-out van het ongeluk zou over een groot deel van Europa trekken. In Nederland kreeg het RIVM de opdracht om de metingen te intensiveren en werd een graasverbod ingesteld om besmetting van melk te voorkomen. Tevens mocht net geoogste bladgroente niet verkocht worden. In België echter werd geen enkele maatregel genomen. Weerman Armand Pien mocht in zijn weerbericht zelfs niets lossen over de radioactieve wolk. Het was zelfs zo erg dat de ministers elkaar tegenspraken. In de landen rond Oekraïne waren er mensen die jodiumtabletten innamen, om te voorkomen dat hun schildklier vrijgekomen radioactief jodium op zou nemen.
[bewerk] Schattingen over aantallen slachtoffers
De schattingen in de media over het aantal mensen dat onder de straling te lijden heeft gehad, lopen sterk uiteen. Om duidelijkheid te scheppen is er internationaal onderzoek gepleegd onder regie van de Verenigde Naties (VN). In diverse VN-studies is vooral gekeken naar de meest getroffen gebieden, dus Rusland, Wit-Rusland ('Belarus') en natuurlijk Oekraïne, waar de verongelukte centrale staat. Bij dit onderzoek is door de VN met de lokale regeringen samengewerkt in het zogenoemde Tsjernobyl-Forum.
Volgens het Tsjernobyl Forum is er een groep van 600.000 mensen aan te wijzen, die een stralingsdosis heeft ontvangen die significant is. Tot deze groep behoren 200.000 reddingwerkers (die opruim- en herstelwerkzaamheden hebben verricht), 116.000 geëvacueerden en 270.000 inwoners van de meest besmette gebieden. Van deze groep van 600.000 personen zullen volgens de VN ongeveer 4000 personen overleden zijn of nog in de toekomst overlijden ten gevolge van het ongeval.
Omdat in iedere bevolking meestal 25 tot 33 procent van nature aan kanker overlijdt, zullen er van de groep van 600.000 personen op termijn 150.000 tot 200.000 personen aan 'natuurlijke' kanker of leukemie sterven. Als ten gevolge van 'Tsjernobyl' daarbovenop nog 4000 personen sterven, is duidelijk dat het statistisch lastig is de extra sterfte ten gevolge van 'Tsjernobyl' vast te stellen.
Hoewel het waarschijnlijk aantal doden ten gevolge van de ramp dus in de duizenden loopt, valt dit in het niet in vergelijking met andere soorten rampen en ongelukken. Zo heeft het verkeer alleen al in de 20ste eeuw naar schatting 30 miljoen mensenlevens gekost.
[bewerk] Nieuwe cijfers
Een grootschalig onderzoek 20 jaar na dato geeft een geheel nieuw licht op het werkelijke aangetoonde aantal sterfgevallen onder de 600.000 mensen die een stralingsdosis heeft ontvangen die significant is.
Volgens het onderzoek ligt, hoe ongelofelijk ook, het werkelijk aangetoonde sterfgevallen onder de 60. Onder de 200.000 reddingswerkers zijn er 22 overleden in de eerste maand na het ongeval. Het dodental waar een directe link kon worden gelegd 20 jaar later bedraagt 49. Ongeveer 4000 kinderden hebben schildklierkanker opgelopen. Hiervan zijn er minder dan 20 overleden aan deze aandoening.
Vooral de mensen die zijn blootgesteld aan een stralingsdoses lager dan 100 mSv hebben anders dan in de schattingen vooraf tot op dit moment nauwelijks schade opgelopen.
Deze nieuwe cijfers zijn zo verschillend van de geschatte aantallen vooraf, dat het gevaar van kerncentrales in het geheel, opnieuw onderzocht zal moeten worden.
[bewerk] Discussie over de schattingen
In april 2006 brachten de Groene fracties in het Europees Parlement een alternatief rapport uit dat tot veel verdergaande conclusies komt dan het rapport van het Internationaal Atoomenergie Agentschap. De studie, 'Het andere rapport van Tsjernobyl' oftewel The Other Report on Chernobyl (TORCH), concludeert dat 40% van de oppervlakte van Europa besmet werd met meer dan 4000 becquerel per vierkante meter en dat de gevolgen ook tegenwoordig nog zeer verstrekkend zijn. Zo gelden er volgens TORCH voor 374 boerderijen in Groot-Brittannië nog steeds beperkende maatregelen en heeft ook veeteelt in Finland en Zweden nog steeds te maken met de gevolgen van de ramp. Ook stelt het TORCH-rapport dat de Tsjernobyl-ramp zal leiden tot tussen de 30.000 en 60.000 bijkomende doden als gevolg van kanker alleen.
Het verschil in resultaten met de officiële VN-resultaten, heeft doorgaans te maken met de interpretatie van de gevolgen van kleine stralingsdoses. Het meest gangbare risicomodel voor stralingsdoses gaat uit van een lineaire (evenredige) relatie tussen dosis en effect. X keer zoveel straling betekent dan een zelfde X keer zo grote kans op kanker.
Bij grote doses functioneert dit model goed en voorspelt het accuraat het extra aantal kankergevallen. Maar bij heel lage stralingsdoses gaat dit model niet op. Negeert men dit feit, en past men het model toe op een grote groep van mensen die een zeer lage dosis heeft ontvangen, dan leidt dit tot grove overschattingen van de gevolgen. De dosis-effect relatie voor zeer kleine doses is onderwerp van studie. Statistische volksgezondheidsstudies zullen doorgaans niet geschikt zijn om effecten van zeer kleine doses zichtbaar te maken, omdat van de wereldbevolking zo'n 25 tot 30 procent van nature aan kanker overlijdt. Zouden er een aantal extra gevallen zijn ten gevolge van lage doses, dan zou dat op deze grote aantallen van 'natuurlijke' kankergevallen in het geheel niet aan te tonen zijn, omdat in het geval van een individuele patiënt nooit aan te tonen is of de ziekte door straling is ontstaan of niet (laat staan door natuurlijke achtergrondstraling of door Tsjernobyl).
[bewerk] Nasleep en sluiting centrale
Na de explosie in de reactor was de eerste zorg om de brand te blussen, die was ontstaan na de ontbranding van koolstofmonoxide. Er was echter ook radioactief materiaal de omgeving in geworpen. Hierdoor werden de puinruimers, dienstplichtigen van het leger, aan een enorm hoge stralingsdosis blootgesteld. In vier minuten liepen de soldaten een hogere stralingsdosis op dan de gemiddelde Nederlander in een leven.
Nadat de brand geblust was en de grote brokken radioactief materiaal in de krater waren geworpen werd reactor 4 ingepakt in een betonnen sarcofaag, die in november 1986 klaar was. De overige drie reactoren kwamen na verloop van tijd weer in bedrijf. De bouw van reactor 5 en 6 werd in 1989 gestaakt.
De regering van Oekraïne stond sinds het ongeluk onder grote internationale druk om de reactor, die 5% van het land van energie voorzag, te sluiten. Na een ontmoeting met de Amerikaanse president Bill Clinton werd besloten de reactors nog voor het begin van de winter van 2000 te sluiten. Slechts dagen voor de sluiting probeerde het Oekraïense parlement de sluiting nog uit te stellen naar het voorjaar van 2001, maar vrijdag 15 december 2000 werd de energiecentrale in Tsjernobyl voorgoed gesloten.
In 1995 had Oekraïne $900 miljoen aan de G8-landen (toen G7-landen) gevraagd om de Tsjernobyl-installatie permanent stil te kunnen leggen. In 1997 sloten Oekraïne en de Europese Bank voor Herstel en Ontwikkeling een overeenkomst over de oprichting van een beschermingsfonds voor Tsjernobyl en voor de financiering van een uitvoeringsplan om een blijvend omhulsel voor de centrale te bouwen, een sarcofaag. Pas daarna was de sluiting van eenheden 1 en 3 mogelijk.
De ramp heeft ook het imago van kernenergie een flinke klap toegebracht.
[bewerk] Controverse in België en Europa
Doordat de Russische regering foutieve informatie doorstuurde, was het voor de Europese landen heel moeilijk de gevaren van de ramp in te schatten en de gepaste maatregelen te treffen. Later sprak men zelfs van een doofpotaffaire: de Europese regeringen zouden met opzet de ernst van de ramp voor de bevolking verzwijgen. Deze doofpot-theorie werd nog versterkt door het gerucht dat de Belgische regering Armand Pien, de toenmalige populaire weerman in België, had verplicht de werkelijke meetresultaten te vervalsen. Pien had op vrijdag 2 mei om 11 uur nog in een radioprogramma verklaard dat er absoluut geen gevaar was. Later bleek dat op dat moment reeds heel België getroffen was door radio-actieve straling. In een Humo-artikel verduidelijkt Pien wat er werkelijk aan de hand was: "2 mei 1986 is voor mij de zwartste dag van mijn leven geweest. Ik weet nog zeer goed dat het vrijdagvoormiddag was. Ik had op BRT-2 net het weerpraatje met Lutgart Simoens gehad. De luchtvoorzieningen waren zeer gunstig voor ons. Er stond een zuid-west circulatie. En ik weet nog heel goed dat ik gezegd heb: ‘Voor ons bestaat er niet het minste gevaar’. Heb ik gezegd. Toen ik hier buitenkwam was het na elven en de gegevens die hier binnenliepen... Vergeet niet dat metingen bewerkt moeten worden. Van de radioactiviteit die men kent, moet eerst de natuurlijke radioactiviteit worden afgetrokken om de reële cijfers te krijgen, dus dat duurt een tijdje. Toen ik de cijfers zag en de sprong die gemaakt was... Ik weet nog dat dokter Malcord, directeur van het KMI, onmiddellijk telegrammen gestuurd heeft naar premier Martens, het Staatssekretariaat van Leefmilieu en alle betrokken instanties en om drie uur 's middags zat iedereen al op het kabinet van Staatssekretaris Smet, mét de metingen maar ook met de informatie uit de Sovjet-Unie dat de ramp helemaal niet erg was. Hoe kun je op basis van verkeerde informatie maatregelen treffen?" (Humo 14 mei 1987)
In de 21ste eeuw bestaat nog steeds controverse omtrent het gezondheidseffect in West-Europa. Twee recente Duitse studies spreken elkaar tegen. Volgens de ene studie zijn er geen noemenswaardige gevolgen, volgens de andere sterven er jaarlijks honderden mensen aan de gevolgen van de ramp, in Duitsland alleen. Vooral de consumptie van wild, bijvoorbeeld herten, en wilde bospaddenstoelen zijn absoluut te vermijden. In Frankrijk hebben burgers een rechtszaak gestart tegen de Franse overheid, omdat zij in de dagen na de ramp geen alarm sloeg en de bevolking niet van het gevaar op de hoogte bracht.
[bewerk] Tsjernobyl vandaag
In 2004 zijn er wereldwijd nog 12 kerncentrales van het "Tsjernobyl" RBMK-type in gebruik, waarvan het grootste deel in Oost-Europa staat; de grootste van dit type is de Ignalina-centrale in Litouwen.
Er is tegenwoordig nog steeds veel diplomatiek gekibbel over de sarcofaag die de sterk radioactieve overblijfselen van reactor 4 afsluit. Deze was namelijk snel in elkaar gezet na de ramp, omdat de straling direct gestopt moest worden. Maar op de lange termijn blijkt het geen sterke constructie te zijn. Velen zijn van mening dat de sarcofaag in onverantwoorde staat verkeert. Maar er is geld nodig om reparaties en verbeteringen uit te voeren. Momenteel betaalt de Europese Unie mee voor tijdelijke herstellingen aan de sarcofaag. Men is nu plannen aan het ontwerpen voor een grotere, definitieve sarcofaag. Deze zou op enkele honderden meters van de reactor gebouwd worden en nadien via een rolsysteem op zijn plaats geschoven worden. De Europese Unie zou ook meebetalen aan deze definitieve bergplaats.
De omgeving van Tsjernobyl en Pripjat is na de ramp afgesloten vanwege de hoge radioactiviteit. Doordat er geen mensen meer wonen, heeft de natuur vrij spel. Zo is de omgeving een waar natuurreservaat geworden, waar allerlei bijzondere flora en fauna te vinden is. Er worden tegenwoordig reizen naar Tsjernobyl georganiseerd om deze natuurweelde te bekijken. Hierbij kan men ook de kerncentrale zelf bezoeken.
In 2005 verscheen van de Amerikaans thriller-auteur Martin Cruz Smith een roman die zich afspeelt in deze verboden zone. De originele titel is Wolves eat dogs, vertaald als Wolven eten honden en verschenen bij Anthos, Amsterdam.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- Chronologisch overzicht van de ramp tot nu toe: oorzaak, maatregelen en gevolgen (en)
- Aparte sectie op portaal Kernenergie.nl, met veel Tsjernobyl info en de gevolgen (nl)
- Website verzorgd door Zwitserland en de Verenigde Naties over de gevolgen van de nucleaire ramp (en)
- Kaartje met verspreiding van radioactiviteit (en)
- Chernobyl reactor foto's (en)
- Raport "Environmental Consequences of the Chernobyl Accident and their Remediation" door IAEA (en)
- Ander rapport over Tsjernobyl (Nederlandse samenvatting hier) (en) (nl)
- Gevolgen van Tsjernobyl ramp voor Nederland (RIVM) (nl)
- Tsjernobyl op Google Maps (en)
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Chernobyl van Wikimedia Commons. |