Konijn met pruimen
Van Wikipedia
Konijn met pruimen is een Vlaams gerecht dat meestal in de winter wordt opgediend.
In de eerste helft van de vorige eeuw was het konijn een belangrijke bron van vlees en energie voor het armere deel van de Vlaamse bevolking. Vlees van vee was voor velen onbetaalbaar en nog meer zo in oorlogstijden.
De kweek van konijn neemt relatief weinig plaats in, terwijl het voeder omzeggens geen problemen geeft: in een kooi (ben) op de kanten langs de gracht of de weg, bladeren van kolen en andere groentenafval, enz...
Ook de vacht was goed voor warme armeluiswanten en bontmantels. Dit verklaart waarom het konijn een belangrijke plaats had op de menu van een doorsnee Vlaams gezin.
Vandaag de dag is het konijn heel wat minder prominent aanwezig op de Vlaamse menu, hoewel het een van de weinige vleessoorten is die nog artisanaal gekweekt worden zonder risico op hormonen en geneesmiddelen.
Het wordt bereid met konijn, gedroogde pruimen, donkere trappist (saus), een bouillonblokje, uien, een blaadje laurier, tijm, zout, peper en maïzena.
- Laat het konijn in boter bruin bakken met wat kruiden, zout en peper.
- Hierna het konijn vijf minuten aanbakken.
- Wanneer de stukken konijn mooi aangebakken zijn, het bier, tijm en laurier toevoegen.
- Een sneetje brood besmeren met mosterd en boven in de kookpot leggen.
- Alles op een zo laag mogelijk vuurtje minstens 45 minuten laten bakken.
- Ongeveer 20 minuten voor het klaar is de pruimen toevoegen.
Terwijl het konijn bakt kan men de rest van de maaltijd klaarmaken (aardappelen, groenten, soep).