Lester Young
Van Wikipedia
Lester Willis Young (Woodville (Mississippi (staat), 27 augustus 1909 - New York City, 15 maart 1959) was een tenorsaxofonist die naast Coleman Hawkins en John Coltrane in de jazzgeschiedenis als een van de drie grootste tenorsaxofonisten staat aangeschreven. Zijn bijnaam Prez of Pres (afkorting voor president) kreeg hij van zangeres Billie Holiday. De jazz had namelijk al een King of Swing (Benny Goodman), een Duke (Ellington), en een Count (Basie). Holiday op haar beurt kreeg van hem de bijnaam Lady Day. Lester Young bespeelde zijn instrument op een heel eigen manier, licht en zweverig, in tegenstelling tot de destijds gangbare, harde stijl van Coleman Hawkins. Hij heeft vele tenorsaxofonisten beïnvloed, hoewel hij er zelf een bijzonder eigenzinnige stijl op na hield.
Inhoud |
[bewerk] Jonge jaren
Lester Young was de oudste van drie kinderen en groeide op in de buurt van New Orleans, Louisiana. Toen hij elf was, verhuisde vader Young met de kinderen naar Minneapolis. Vader Willis Handis Young leerde zijn kinderen muziekinstrumenten spelen. Young speelde viool, trompet en drums, maar koos op 13-jarige leeftijd voor de altsaxofoon, waarmee hij met de familieband optrad. In 1927 vertrok hij uit Minneapolis na ruzies met zijn vader, omdat hij weigerde in het zuiden van de V.S. op te treden. In 1928 verruilde hij zijn altsax voor de tenorsax. Dat was ook het jaar dat hij ging spelen met Art Bronson's Bostonians.
In 1929 speelde hij weer een tijdje met de familieband, maar toen de familie naar Californië vertrok, bleef Young in New Mexico. Hij speelde bij diverse bands, waaronder Walter Page's Blue Devils (1930), wederom met Art Bronson (1930), Eddie Barefield (1931), weer met de Blue Devils (1932-1933). Toen de laatstgenoemden in '33 uit elkaar gingen, vestigde Young zich in Kansas City. Hij speelde met de Bennie Moten-George E. Lee Band, Clarence Love, King Oliver, en op een avond in december met Fletcher Henderson, die toen een tour deed met Coleman Hawkins.
[bewerk] Van Count Basie tot het leger
Begin 1934 ging Young samenspelen met Count Basie, een stap die hem nationale bekendheid zou verschaffen. Eind maart ging hij toch weer spelen in de band van Henderson, als vervanger van Hawkins. Omdat de leden van Hendersons band de relaxte, rustige stijl van Young maar niks vonden, verliet hij de band weer binnen een paar maanden. Weer volgde een tijd van spelen met verschillende bands op verschillende plaatsen: Young speelde in Kansas City en Minnesota, achtereenvolgens met Andy Kirk, Boyd Atkins en Rook Ganz.
In 1936 keerde Lester Young terug bij Count Basie. In november speelde hij solo's in nummers als Lady be Good en Shoe Shine Boy. Deze solo's verleenden hem faam onder medemusici, die zelfs zijn solo's uit het hoofd gingen leren. Young kreeg een belangrijke rol in de band van Basie, die daardoor telkens beroemder werd. Lester Young werd een invloedrijke saxofonist, hij schreef geschiedenis, zowel door opnames met Basie als door sessies die hij samen met Billie Holiday en Teddy Wilson speelde. De jonge generatie, met muzikanten als Dexter Gordon en Illinois Jacquet, was onder de indruk van zijn muziek. Vooral zijn optredens met een kleine band, met name op Lester Leaps In, zijn van belang geweest voor de jazzgeschiedenis.
In 1940 liet hij de band van Count Basie weer achter zich. Hij vormde een band samen met zijn broer, drummer Lee Young, maar dit hield niet lang stand en Young ging weer als freelancer spelen. In december 1943 keerde hij voor de derde maal terug bij Count Basie, en pas nu ontdekte het grote publiek hem. Hij werd door die nieuwe generatie op waarde geschat, waaronder John Coltrane, Sonny Rollins en Stan Getz. Hij won de Down Beat verkiezing voor de beste tenorsaxofonist en speelde zelfs een rol in een korte film: Jammin' the Blues.
Op 30 september 1944 werd Young opgeroepen voor militaire dienst. Hij vond het vreselijk moeilijk om om te gaan met het racisme en met het gebrek aan zijn gebruikelijke muzikale uitlaatkleppen. Tijdens zijn diensttijd werd hij veroordeeld wegens drugsgebruik. Eind 1945 kwam Young vrij uit militaire dienst en begon weer platen op te nemen, de eerste was zijn meesterwerk These Foolish Things.
[bewerk] Jazz at the Philharmonic
Vanaf 1946 speelde Young bijna elk jaar een tijd met Jazz at the Philharmonic, de rest van de tijd was hij op tour met zijn eigen kleine bandjes. Eind jaren veertig begon zijn stijl beïnvloed te raken door de jonge bop-muzikanten. Hij nam nog veel muziek op in de jaren vijjftig en hij verscheen nog enkele keren met de band van Count Basie. Zijn gezondheid begon ernstig te lijden onder zijn overvloedige alcoholgebruik. Zijn laatste plaatopnames maakte hij in maart 1959 in de Blue Note Club in Parijs, maar daarna werd hij ernstig ziek en keerde terug naar New York. Daar stierf hij niet veel later op 49-jarige leeftijd.
[bewerk] Discografie
- Lestorian Notes A Discography of Lester Young - Piet Koster en Harm Mobach - 1998 - Micrography - Amsterdam, The Netherlands - ISBN 90-76453-01-2