Maria II van Portugal
Van Wikipedia
1819-1853 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
||||||
Koningin van Portugal | ||||||
|
||||||
Koningin van Portugal | ||||||
|
||||||
|
Maria da Glória Johanna Charlotte Leopoldina da Cruz Francisca Xavier de Paula Isidora Michaëla Gabriëla Rafaëla Gonzaga (Rio de Janeiro 4 april 1819 – Lissabon 15 november 1853) was van 1826 tot 1828 en van 1834 tot 1853 koningin van Portugal.
[bewerk] Leven
Maria werd geboren als oudste dochter van de latere keizer Peter I van Brazilië en diens eerste gemalin Leopoldina van Oostenrijk, dochter van keizer Frans II/I. Haar vader riep in 1822 de onafhankelijkheid van Brazilië uit met zichzelf als keizer. Toen Johan VI van Portugal in maart 1826 stierf, erfde Peter ook deze troon. Omdat het niet mogelijk was beide rijken tegelijkertijd te regeren deed hij nog in datzelfde jaar - na het land een gematigd liberale grondwet te hebben geschonken - afstand van de Portugese troon ten gunste van Maria.
Tot haar meerderjarigheid zou haar absolutistisch ingestelde oom Michaël (Dom Miguel) het regentschap uitoefenen, nadat hij de nieuwe constitutie had aanvaard. Later zou zij haar oom moeten huwen en het land samen met hem regeren. Terwijl Maria II nog in het buitenland verbleef stelde Michael echter een absolutistisch regime in en verklaarde zijn nicht in 1828 voor afgezet. Zij was in dat jaar in Portugal gearriveerd, maar keerde in 1829 terug naar Brazilië.
Peter I deed in 1831 afstand van zijn keizerlijke waardigheid en verjoeg in 1834 vanaf de Azoren met een liberaal bevrijdingsleger zijn broer uit Portugal (Miguelistenoorlog). Maria da Glória werd nu ten tweeden male koningin en werd kort daarop meerderjarig verklaard. Haar regeringstijd werd gekenmerkt door voortdurende conflicten tussen conservatieven, die de constitutionele monarchie zoals gedefinieerd in de nieuwe grondwet aanhingen, en democratische en radicale elementen die herinvoering van de oude constitutie nastreefden. Deze conflicten gingen soms gepaard met bloedige onlusten. Ondanks hevige tegenstand in het land hield Maria vast aan premier António Bernardo da Costa Cabral, hetgeen bijna tot een burgeroorlog leidde.
Ze huwde in 1835 August van Leuchtenberg, zoon van Eugène de Beauharnais, die echter reeds twee maanden later stierf. In 1836 hertrouwde ze met Ferdinand van Saksen-Coburg-Gotha, zoon van Ferdinand George August van Saksen-Coburg-Saalfeld-Koháry, die na de geboorte van de troonopvolger Dom Pedro de Alcántara (Peter V) als Ferdinand II de koningstitel kreeg. Maria baarde in korte tijd elf kinderen en stierf in 1853 in het kraambed. Met haar dood eindigde de heerschappij van het Huis Bragança.
[bewerk] Kinderen
Maria en Ferdinand hadden de volgende kinderen:
- Peter V (16 september 1837 - 11 november 1861)
- Lodewijk I (31 oktober 1838 - 19 oktober 1889)
- Maria (4 oktober 1840 †)
- Johan Maria (16 maart 1842 - 27 december 1861), 8e hertog van Beja
- Maria Anna (21 juli 1843 - 5 februari 1884), gehuwd met George I van Saksen
- Antonia Maria (17 februari 1845 - 17 december 1913), gehuwd met Leopold van Hohenzollern-Sigmaringen
- Ferdinand Maria Lodewijk (23 juli 1846 - 6 november 1861)
- August Maria (4 november 1847 - 26 september 1889), 3e hertog van Coimbra
- Leopold (7 mei 1849 †)
- Maria da Glória (3 februari 1851 †)
- Eugenius (15 november 1853 †)