Moeraszoutgras
Van Wikipedia
Moeraszoutgras | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||
Triglochin palustris |
Moeraszoutgras (Triglochin palustris) is in het Westen van Nederland een vrij algemeen voorkomende vaste plant, die behoort tot de Zoutgrasfamilie. In Vlaanderen is moeraszoutgras vrij zeldzaam.
De plant wordt 15 tot 60 cm hoog en vormt lange uitlopers. De bladeren zijn 0,5 tot 2 mm breed en gootvormig. Het tweelobbig tongetje is 0,5 tot 1,5 mm groot. Moeraszoutgras bloeit van mei tot september. De groene, tweeslachtige, 1 tot 2 mm grote bloempjes staan in een tros, die na de bloei langer wordt.
De 6 tot 10 mm lange en 1 tot 1,5 mm brede vruchten zijn lijn-knotsvormig en bestaan uit drie vruchtbare en drie onvruchtbare deelvruchtjes. De vrucht is een splitvrucht, die lang aan de plant blijft zitten. De vruchten hebben haken waarmee ze in de vacht van dieren blijven hangen en worden zo over grotere afstanden verspreid. Ook bevat de vrucht lucht waardoor het blijft drijven.
Moeraszoutgras komt voor in drassige graslanden, aan slootkanten, in veenmoerassen, natte duinvalleien en op hoge schorren.
[bewerk] Buitenlandse namen
Engels: Marsh arrow-grass
Frans: Troscart des marais
Duits: Sumpfdreizack
Deens: Kær-trehage
![]() |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Triglochin palustre op Wikimedia Commons. |